Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
CARES METALEN,
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 28 februari 2022 met producties 1 tot en met 12 van Cares;
- de door Cares in het geding gebrachte productie 13;
- de akte weergave feiten, tevens houdende akte overlegging producties, tevens houdende eis in reconventie met producties 1 tot en met 6 van [gedaagde 1] c.s.;
- de mondelinge behandeling van 9 maart 2022, waarvan door de griffier aantekeningen zijn bijgehouden waarbij door beide partijen pleitaantekeningen zijn overgelegd.
2.De feiten
7.De beslissing
De voorzieningenrechter
3.Het geschil
4.De beoordeling
in conventie
- Uitgangspunt is dat een veroordeling, hangende een hogere voorziening, uitvoerbaar dient te zijn en ten uitvoer kan worden gelegd.
- Afwijking van dit uitgangspunt kan worden gerechtvaardigd door omstandigheden die meebrengen dat het belang van de veroordeelde (in dit geval: Cares) bij behoud van de bestaande toestand zolang niet op het door hem ingestelde rechtsmiddel is beslist, ook gegeven dit uitgangspunt, zwaarder weegt dan het belang van degene die de veroordeling in de ten uitvoer te leggen uitspraak heeft verkregen (in dit geval: [gedaagde 1] c.s.), bij de uitvoerbaarheid bij voorraad daarvan.
- Hierbij moet worden uitgegaan van de beslissingen in de ten uitvoer te leggen uitspraak en van de daaraan ten grondslag liggende vaststellingen en oordelen, en blijft de kans van slagen van het tegen die beslissing aangewende rechtsmiddel buiten beschouwing, met dien verstande dat de rechter in zijn oordeelsvorming kan betrekken of de ten uitvoer te leggen beslissing berust op een kennelijke misslag.
- Cares hoeft in dit geval geen nieuwe feiten en omstandigheden aan zijn schorsingsvordering ten grondslag te leggen, omdat in het vonnis van 27 januari 2022 de uitvoerbaarverklaring bij voorraad niet is gemotiveerd.
In rechtsoverweging 7.1 van het vonnis van 27 januari 2022 is Cares onder meer veroordeeld binnen zes weken het pand van [gedaagde 1] c.s. wind- en waterdicht te maken, waaronder begrepen het aanleveren van detailtekeningen. Op 28 januari 2022 heeft Cares (detail)tekeningen aangeleverd. Namens [gedaagde 1] c.s. zijn op 7 februari 2022 dusdanige vragen gesteld en opmerkingen gemaakt bij die detailtekeningen, dat in redelijkheid niet van Cares gevergd kon worden dat hij met de uitvoering van de werkzaamheden op basis van de detailtekeningen zou aanvangen. Cares heeft naar aanleiding daarvan ook direct gevraagd om een nadere toelichting. (…) “
Aan de onzekerheid over de detailtekeningen is echter (in ieder geval grotendeels) een einde gekomen met de e-mail van de advocaat van [gedaagde 1] c.s. van 15 februari 2022, waaruit blijkt dat [gedaagde 1] c.s. akkoord zijn met de tekeningen van Cares, mits Cares ofwel overal twee profielen toepast, ofwel overal drie profielen (waarbij [gedaagde 1] c.s. deze keuze hebben overgelaten aan Cares). De voorzieningenrechter acht het aannemelijk dat Cares vanaf dat moment (15 februari 2022) met de uitvoering van de werkzaamheden had kunnen starten. (…)”
Hij stelt echter geen akkoord te kunnen geven op de maatvoering van stijlen en profielen, omdat deze breedtematen ontbreken”).
In het vonnis van 27 januari 2022 is echter geen regeling opgenomen voor het geval over de (destijds nog aan te leveren) detailtekeningen discussie zou ontstaan, welke situatie zich heeft voorgedaan. De voorzieningenrechter vindt het daarom redelijk om aan te nemen dat de zes weken termijn van rechtsoverweging 7.1 van het vonnis van 27 januari 2022 is gaan lopen op 15 februari 2022. Het voorgaande geeft geen aanleiding om de tenuitvoerlegging van het vonnis te schorsen totdat op het inmiddels ingestelde hoger beroep is beslist. Daarvoor is het belang van [gedaagde 1] c.s. bij de tenuitvoerlegging van het vonnis te groot. Vast staat immers dat Cares ook nadat de onzekerheid over de detailtekeningen was weggenomen, is blijven stilzitten. In plaats van het gevorderde, zal de voorzieningenrechter als ordemaatregel de looptijd van de dwangsom opschorten tot 29 maart 2022, zodat de dwangsom niet mede wordt verbeurd vanwege het feit dat Cares door onzekerheid over de detailtekeningen niet met de werkzaamheden kon beginnen.”