ECLI:NL:RBNHO:2022:3441

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
8 april 2022
Publicatiedatum
20 april 2022
Zaaknummer
C/15/326890 / KG ZA 22-157
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vorderingen in kort geding met betrekking tot werkzaamheden op perceel

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Noord-Holland op 8 april 2022, heeft de voorzieningenrechter in kort geding uitspraak gedaan. De eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. N.A.W.E. Jansen, had vorderingen ingesteld tegen de gedaagde, vertegenwoordigd door advocaat mr. F. Spieker. De zaak betrof een geschil over werkzaamheden die uitgevoerd zouden worden op een perceel gelegen aan [adres] te [plaats]. Tijdens de zitting op 8 april 2022 heeft de rechter de situatie ter plaatse bekeken en de argumenten van beide partijen gehoord.

De voorzieningenrechter heeft in zijn verkorte vonnis de vorderingen van de eiseres afgewezen. Dit betekent dat de werkzaamheden op het perceel mogen doorgaan. De rechter heeft tevens de eiseres veroordeeld in de proceskosten, die tot op dat moment zijn begroot op € 1.330,00, inclusief griffierecht en salaris advocaat. De eiseres is verplicht om wettelijke rente te betalen over dit bedrag vanaf de vijftiende dag na de dagtekening van het vonnis tot aan de volledige betaling.

Daarnaast is de eiseres ook veroordeeld tot betaling van na dit vonnis ontstane kosten aan de zijde van de gedaagde, die zijn begroot op € 163,00 aan salaris advocaat. Deze kosten worden vermeerderd onder bepaalde voorwaarden, afhankelijk van de naleving van het vonnis door de eiseres. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de gedaagde direct kan overgaan tot uitvoering van de kostenveroordeling, ongeacht een eventueel hoger beroep.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer / rolnummer: C/15/326890 / KG ZA 22-157

Verkort vonnis in kort geding van 8 april 2022

in de zaak van

[eiser],

wonende te [plaats],
eiseres,
advocaat mr. N.A.W.E. Jansen te Utrecht,
tegen

[gedaagde],

wonende te [plaats],
gedaagde,
advocaat mr. F. Spieker te [plaats].
Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagde] genoemd worden.
Op grond van de stukken, de plaatsopneming in de achtertuin en woning van het perceel gelegen aan [adres] te [plaats] en het verhandelde ter zitting van 8 april 2022 wordt spoedshalve een verkort vonnis gewezen. Een uitgewerkt vonnis, waarin de motivering van de beslissing zal worden weergegeven, volgt zo spoedig mogelijk (uiterlijk 15 april 2022).
Er wordt als volgt beslist:
De voorzieningenrechter:
- wijst de vorderingen af,
- veroordeelt [eiser] in de proceskosten, die tot op heden worden begroot op
€ 1.330,00 (waarvan € 1.016,00 aan salaris advocaat en € 314,00 aan griffierecht,), te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na dagtekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
- veroordeelt [eiser] in de na dit vonnis ontstane kosten aan de zijde van [gedaagde], die worden begroot op € 163,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [eiser] niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 85,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over de nakosten met ingang van de vijftiende dag na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
- verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H. Schotman en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. A. de Bert op 8 april 2022. [1]

Voetnoten

1.Conc.: 1589