Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[passagier sub 1]
[passagier sub 2] ,beiden pro se en beiden in hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van hun minderjarige kind
[minderjarige]allen wonende te [woonplaats]
1.Het procesverloop
2.De feiten
De vordering
- € 1.800,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag der incident tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 363,00 althans € 326,70, althans een in redelijke justitie door de rechtbank te bepalen bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de proceskosten en de nakosten;
- afgifte van het certificaat voor internationale tenuitvoerlegging als bedoeld in artikel 53 van de herziene EEX-verordening (1215/2012) middels het formulier van bijlage I van die verordening.
4.Het verweer
5.De beoordeling
Tagesberichtseinträge Verkehrszentrale FRA L/ZO-Z, alsmede het vluchtrapport van de vlucht in kwestie en het
Adhoc Scheduled Messaged.d. 26 juli 2019 overgelegd. Uit het
Tagesberichtseinträge Verkehrszentrale FRA L/ZO-Zkan worden opgemaakt dat heel Zuid-Europa op 27 juli 2019 kampte met onheilspellend weer en onweersbuien. Dat op 27 juli 2019 sprake was van slecht weer blijkt uit het METAR-rapport, aldus de vervoerder. Hierin staat dat er in Frankfurt vanaf het einde van de middag sprake was van onheilspellend weer met (een dreiging van) onweersbuien en cumulonimbus (bewolking). Cumulonimbus in combinatie met onweersbuiten vormen een extreem veiligheidsrisico voor het luchtverkeer, aldus nog steeds de vervoerder. Tevens heeft de vervoerder aangevoerd dat, blijkens het
Adhoc Scheduled Message, het luchtverkeersbeheer één dag voor het geplande vertrek van onderhavige vlucht een groot aantal vluchten van de vervoerder heeft geannuleerd wegens de verwachte slechte weersomstandigheden. Daarbij heeft de vervoerder aangevoerd dat een vlucht pas toestemming krijgt voor vertrek zodra het luchtverkeersbeheer zich ervan verzekerd heeft dat de vlucht onderweg niet geconfronteerd zal worden met slechte weersomstandigheden, die verhinderen dat de vlucht veilig kan landen op de luchthaven van bestemming. De weersomstandigheden vormen volgens de vervoerder een buitengewone omstandigheid. Het inzetten van een reservetoestel had geen zin, aangezien een reservetoestel ook onderworpen zou worden aan de weersomstandigheden, aldus nog steeds de vervoerder.
Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten is hoger dan het in het Besluit bepaalde tarief. De kantonrechter zal de vordering of het gevorderde bedrag dan ook toewijzen tot het subsidiair gevorderde, te weten € 326,70 (inclusief btw), en voor het overige afwijzen. De gevorderde rente over de buitengerechtelijke kosten is ook toewijsbaar, met dien verstande dat deze wordt toegewezen vanaf de datum van de dagvaarding, omdat de passagiers in elk geval vanaf die datum daarop aanspraak kan maken en gesteld noch gebleken is dat dit ook al vanaf een eerdere datum kon.
6.De beslissing
griffierecht € 240,00;
salaris gemachtigde € 374,00;