ECLI:NL:RBNHO:2022:3587

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
18 april 2022
Publicatiedatum
22 april 2022
Zaaknummer
C/15/316834 / FA RK 21/2635
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Adoptie van een minderjarige met toepassing van Nederlands en Congolees recht

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 18 februari 2022 uitspraak gedaan over het verzoek tot adoptie van een minderjarige, geboren uit een onbekende biologische vader en een moeder die sinds 2014 in Frankrijk verblijft. Verzoekers, die sinds de geboorte van de minderjarige als pleegouders fungeren, hebben verzocht om de adoptie uit te spreken en de geslachtsnaam en voornamen van de minderjarige te wijzigen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de moeder niet ter zitting is verschenen, ondanks een behoorlijke oproeping, en dat zij sinds 2014 geen contact meer heeft gehad met de minderjarige. De rechtbank oordeelt dat het belang van de minderjarige om zekerheid te krijgen over zijn juridische ouderschap prevaleert boven het toestemmingsvereiste van de moeder, die door haar afwezigheid en het ontbreken van contact niet in staat is om zorg voor de minderjarige te dragen. De rechtbank heeft de adoptie toegewezen, waarbij het Nederlands recht van toepassing is, maar ook het Congolees recht voor de toestemming van de moeder. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de adoptie in het belang van de minderjarige is, die zich hecht aan verzoekers en hen als zijn ouders beschouwt. De rechtbank heeft ook de wijziging van de voornamen en de geslachtsnaam van de minderjarige toegewezen, zodat hij volledig onderdeel kan uitmaken van het gezin van verzoekers.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
locatie Alkmaar
adoptie
zaak-/rekestnr.: C/15/316834 / FA RK 21/2635
beschikking van de enkelvoudige kamer voor familiezaken van 18 februari 2022
gegeven op het verzoek van:
[verzoeker]
en
[verzoekster],
beiden wonende te [plaats] ,
hierna te noemen: verzoekers,
advocaat: mr. E.P.J. Appelman, kantoorhoudende te Alkmaar,
in welke zaak belanghebbende is:
[de moeder],
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier in Nederland of daarbuiten,
hierna te noemen: de moeder.
In verband met het bepaalde in artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is in de procedure opgeroepen:
de Raad voor de Kinderbeschermingte Haarlem,
hierna te noemen: de Raad.

1.Verloop van de procedure

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, met bijlagen, van verzoekers van 26 mei 2021, ingekomen op 28 mei 2021;
  • het rapport van de Raad van 4 oktober 2021, ingekomen op 6 oktober 2021;
  • de brief van verzoekers, met bijlagen, van 21 januari 2022, ingekomen op 24 januari 2022
1.2
De behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op de zitting van 21 januari 2022 in aanwezigheid van verzoekers, bijgestaan door mr. E.P.J. Appelman. Voorts is verschenen [vertegenwoordiger van de raad] , namens de Raad.
1.3
De moeder is, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen middels een oproeping in de Staatscourant, niet ter zitting verschenen.

2.Feiten en omstandigheden

2.1
De minderjarige [de minderjarige] (verder: [de minderjarige] ) is geboren op [geboortedatum] in de gemeente [gemeente] uit de moeder. Het is onbekend wie de biologische vader van [de minderjarige] is.
2.2
Voorafgaand aan zijn geboorte was [de minderjarige] reeds onder toezicht gesteld van Jeugdzorg en vanaf zijn geboorte is [de minderjarige] met een machtiging van de kinderrechter uit huis geplaatst. Sinds [de minderjarige] een week oud is, verblijft hij bij verzoekers, die vanaf dat moment zijn pleegouders zijn geworden. Voor zover bekend verblijft de moeder sinds oktober 2014 in Frankrijk, waar geen verblijfplaats of adres van haar bekend is.
2.3
De rechtbank Amsterdam heeft bij beschikking van 5 november 2015 het ouderlijk gezag van de moeder beëindigd en verzoekers benoemd tot voogd van [de minderjarige] .
2.4
Verzoekers zijn op 18 augustus 2002 een samenlevingscontract aangegaan. Tot het gezin van verzoekers behoort nog een ander pleegkind, [(pleeg) broer] .

3.Verzoek

3.1
Verzoekers hebben verzocht om de adoptie uit te spreken van [de minderjarige] door hen. Voorts hebben zij verzocht vast te stellen dat de geslachtsnaam van [de minderjarige] zal komen te luiden: [geslachtsnaam] , en de voornamen van [de minderjarige] zullen worden gewijzigd in: [de minderjarige] .
3.2
Verzoekers wensen, mede gezien het toekomstperspectief van [de minderjarige] bij hen, in familierechtelijke betrekking tot [de minderjarige] te geraken door het uitspreken van de adoptie naar Nederlands recht. [de minderjarige] beschouwt verzoekers als zijn ouders en er is sprake van een hecht gezin. [de minderjarige] heeft niets meer te verwachten van zijn biologische moeder en het is onbekend wie de biologische vader van [de minderjarige] is. Verzoekers achten de adoptie in het belang van [de minderjarige] .
3.3
Ter zitting hebben verzoekers aangevuld dat het tot praktische problemen leidt om alleen als voogd [de minderjarige] te kunnen opvoeden en verzorgen. Zo hebben zij in de afgelopen jaren onder meer problemen ervaren bij het afsluiten van een zorgverzekering en het verkrijgen van een paspoort. Desgewenst staan verzoekers open voor contact tussen [de minderjarige] en de moeder. Verzoekers hebben, toen de moeder nog in Nederland verbleef, foto’s en filmpjes gemaakt van de moeder met [de minderjarige] tijdens de bezoekmomenten en vragen gesteld aan de moeder over haar leven. Verzoekers delen deze informatie met [de minderjarige] , zodat hij een beeld heeft van zijn moeder. Hij heeft op zijn kamer een foto van de moeder staan. De moeder heeft tijdens het laatste bezoek aangegeven dat zij vindt dat verzoekers goed voor [de minderjarige] zorgen en dat het goed is als hij bij verzoekers blijft.
3.4
De Raad heeft in het rapport geadviseerd om het verzoek tot adoptie van [de minderjarige] door verzoekers toe te wijzen, net als de verzoeken tot wijziging van de voornamen en de achternaam.
3.5
Ter onderbouwing van het advies heeft de Raad in het rapport het volgende aangegeven. De moeder is door psychiatrische en persoonlijke problematiek niet in staat gebleken om de zorg voor [de minderjarige] op zich te nemen. [de minderjarige] heeft de moeder voor het laatst gezien in oktober 2014. De biologische vader van [de minderjarige] is onbekend en nooit betrokken geweest in het leven van [de minderjarige] . [de minderjarige] heeft daarom niets te verwachten van zijn biologische ouders in de rol van ouder. [de minderjarige] is zeer gesteld op verzoekers en ziet beiden als zijn ouders. Het is in het belang van [de minderjarige] dat hij geadopteerd wordt door verzoekers om op deze manier de bevestiging te krijgen dat hij in het gezin hoort en blijft.
Het wijzigen van de achternaam van [de minderjarige] zal bijdragen aan zijn gevoel dat hij volledig onderdeel uitmaakt van het gezin. Door zijn huidige achternaam toe te voegen als tweede voornaam wordt eer aangedaan aan zijn achtergrond en ontstaansverhaal.
3.6
Ter zitting heeft de Raad aangegeven dat het waardevol is en van respect getuigt dat verzoekers foto’s en informatie van de moeder delen met [de minderjarige] . [de minderjarige] hoort bij verzoekers en het is voor hem ook belangrijk dat hij familie heeft.

4.Beoordeling

Rechtsmacht
4.1
Verzoekers hebben de Nederlandse nationaliteit en [de minderjarige] is Burger van Congo. Door deze laatste omstandigheid draagt de onderhavige zaak een internationaal karakter, zodat eerst de vraag dient te worden beantwoord of de Nederlandse rechter in deze zaak rechtsmacht toekomt. Nu verzoekers en [de minderjarige] ten tijde van de indiening van het verzoekschrift in Nederland woonachtig waren, acht de rechtbank zich op grond van artikel 3 onder a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) bevoegd om van het verzoek kennis te nemen.
Toepasselijk recht
4.2
Op grond van artikel 10:105 van het Burgerlijk Wetboek (BW) is op een in Nederland uit te spreken adoptie het Nederlands recht van toepassing, met dien verstande, dat op de toestemming dan wel de raadpleging of de voorlichting van de ouders van het kind het recht van de staat waarvan het kind de nationaliteit bezit toepasselijk is. Hieruit volgt dat op de gevraagde adoptie Nederlands recht van toepassing is, maar dat op de daarvoor benodigde toestemming van de moeder Congolees recht van toepassing is. Naar Congolees recht is voor een adoptie de toestemming van de moeder vereist, dan wel de toestemming van familieleden van de moeder.
4.3
De moeder is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet ter zitting verschenen. De rechtbank is met verzoekers van oordeel dat in het belang van [de minderjarige] voorbij dient worden te gegaan aan het toestemmingsvereiste. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat de moeder niet heeft gereageerd op het verzoek, sinds oktober 2014 geen contact meer heeft met [de minderjarige] en ontheven is van het gezag over [de minderjarige] . Het is onbekend waar zij nu verblijft en het is ook niet te verwachten dat zij ooit nog contact met verzoekers of [de minderjarige] zal opnemen. Of er nog verdere familieleden zijn, is onbekend. Nu de toestemming van de moeder dan wel van haar familieleden feitelijk niet gevraagd kan worden, is de rechtbank van oordeel dat, mede gelet op het feit dat [de minderjarige] sedert 2014 onderdeel uitmaakt van het gezin van verzoekers, het belang van [de minderjarige] om zekerheid te krijgen over het juridische ouderschap dient te prevaleren.
Adoptie naar Nederlands recht
4.4
De rechtbank zal vervolgens beoordelen of adoptie naar Nederlands recht mogelijk is.
4.5
Om te komen tot toewijzing van het verzoek tot adoptie naar Nederlands recht, dient te zijn voldaan aan de in artikel 1:227 BW genoemde gronden voor adoptie, alsmede aan de in artikel 1:228 BW weergegeven voorwaarden voor adoptie.
4.6
[de minderjarige] was ten tijde van het indienen van het verzoek tot adoptie minderjarig en uit het rapport van de Raad blijkt dat [de minderjarige] geen bezwaren heeft tegen toewijzing van het verzoek. Hiermee is in ieder geval voldaan aan artikel 1:228, eerste lid, onder a, BW. [de minderjarige] verblijft al sinds hij een week oud is bij verzoekers, die eerst zijn pleegouders waren en vanaf november 2014 zijn voogden. [de minderjarige] heeft zich gehecht aan verzoekers en zijn oudere (pleeg)broer [(pleeg) broer] . [de minderjarige] heeft sinds oktober 2014 geen contact met zijn moeder en het is onbekend waar zij op dit moment verblijft. Het is tevens niet bekend wie de biologische vader van [de minderjarige] is. Door niet te verschijnen ter zitting, heeft de moeder de verzoeken van verzoekers onweersproken gelaten. Hiermee is komen vast te staan dat [de minderjarige] thans en naar voor de toekomst redelijkerwijs is te voorzien niets meer van zijn ouders in de hoedanigheid van ouder te verwachten heeft.
4.7
Gelet op het voorgaande en nu overigens tevens aan de overige wettelijke voorwaarden is voldaan van artikel 1:227 BW en artikel 1:228 BW, is het verzoek tot adoptie voor toewijzing vatbaar. De rechtbank heeft op grond van de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting de overtuiging dat de gevraagde adoptie in het kennelijk belang van [de minderjarige] is. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat er in het gezin van verzoekers alle ruimte is voor de ontstaansgeschiedenis van [de minderjarige] en zijn achtergrond. Deze informatie is voor [de minderjarige] van groot belang voor zijn verdere ontwikkeling en identiteit.
4.8
Op grond van artikel 1:229, eerste lid, BW komen [de minderjarige] en verzoekers door de adoptie in een familierechtelijke betrekking tot elkaar te staan. Ingevolge lid 4 van voornoemd artikel verkrijgen verzoekers vanaf het moment dat de adoptie in kracht van gewijsde is gegaan van rechtswege het gezag over [de minderjarige] . Daarmee komt aan de voogdijmaatregel een einde.
Naamswijziging
4.8
Op grond van het bepaalde in artikel 10:19, eerste lid, BW worden de geslachtsnaam en de voornamen van een vreemdeling bepaald door het recht van de staat waarvan hij de nationaliteit heeft. In artikel 10:20 is daarnaast opgenomen dat de geslachtsnaam en de voornamen van een persoon die de Nederlandse nationaliteit bezit, worden bepaald door het Nederlandse recht. Artikel 10:22, eerste lid, BW bepaalt dat in geval van verandering van nationaliteit het recht van de staat van de nieuwe nationaliteit van toepassing is, daaronder begrepen de regels van dat recht betreffende de gevolgen van de nationaliteitsverandering voor de naam.
4.9
[de minderjarige] is nu Burger van Congo. Op het moment dat deze beschikking in kracht van gewijsde is gegaan, levert dit een grondslag op voor het verkrijgen van de Nederlandse nationaliteit, nu verzoekers allebei de Nederlandse nationaliteit bezitten. Het voorgaande brengt mee dat Nederlands recht van toepassing is op de verzoeken tot wijziging van de voornamen en de geslachtsnaam van [de minderjarige] .
4.1
Het verzoek tot wijziging van de voornamen van [de minderjarige] is geoorloofd naar de maatstaven van artikel 1:4, vierde lid, BW. Met de Raad is de rechtbank van oordeel dat het toevoegen van de huidige achternaam als tweede voornaam eer doet aan de achtergrond en het ontstaansverhaal van [de minderjarige] . Daarnaast hebben de ouders en de oudere broer tevens een tweede voornaam, en voelt [de minderjarige] zich hierdoor nog meer onderdeel van het gezin. Het verzoek tot wijziging van de voornamen zal daarom worden toegewezen.
4.1
Verzoekers hebben ervoor gekozen dat [de minderjarige] de geslachtsnaam
[geslachtsnaam]zal dragen. Op grond van het bepaalde in artikel 1:5, derde lid, BW houdt de minderjarige, indien hij door adoptie in familierechtelijke betrekking komt te staan tot adoptanten en adoptanten niet gehuwd zijn, de geslachtsnaam die hij heeft, tenzij de adoptanten ter gelegenheid van de adoptie gezamenlijk verklaren dat de minderjarige een van hun beider geslachtsnamen zal hebben. Verzoekers hebben verklaard dat [de minderjarige] de geslachtsnaam [geslachtsnaam] zal dragen. Hiermee is voldaan aan de wettelijke vereisten en [de minderjarige] zal derhalve na de adoptie de geslachtsnaam [geslachtsnaam] dragen.
Uit het voorgaande volgt dat [de minderjarige] na de adoptie zal heten:
.

5.Beslissing

De rechtbank:
5.1
spreekt uit de adoptie van de minderjarige van het mannelijk geslacht:
- [de minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [plaats] , door verzoekers voornoemd;
5.2
gelast de wijziging van de voornamen van voornoemde minderjarige in:
[de minderjarige];
5.3
draagt de griffier op niet eerder dan drie maanden na de dag van de uitspraak van deze beschikking - en indien daartegen geen hoger beroep is ingesteld - een afschrift van deze beschikking te zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [gemeente] .
Deze beschikking is gegeven door mr. A.R.A.R. Sitaldin, rechter, tevens kinderrechter, in tegenwoordigheid van H.M. Zonneveld als griffier en in het openbaar uitgesproken op
18 februari 2022.
Tegen deze beschikking kan – voor zover er definitief is beslist – door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam. De verzoekende partij en verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen. Andere belanghebbenden dienen het beroep in te stellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.