In deze zaak heeft Flightright GmbH, een rechtspersoon naar Duits recht, een vordering ingesteld tegen de vervoerder Transportes Aereos Portugueses, S.A. naar aanleiding van de annulering van een vlucht van Porto naar Amsterdam op 29 oktober 2018. De passagiers van deze vlucht hebben hun vorderingsrecht gecedeerd aan Flightright, die compensatie heeft gevorderd op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vervoerder gehouden is tot betaling van compensatie van € 800,00, vermeerderd met wettelijke rente, omdat de vervoerder de vordering heeft aanvaard. Echter, de kantonrechter heeft de vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten afgewezen, omdat Flightright niet voldoende heeft aangetoond dat de verrichte werkzaamheden meer omvatten dan gebruikelijke incassohandelingen. Daarnaast heeft de kantonrechter geoordeeld dat de proceskosten gecompenseerd dienen te worden, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. Dit oordeel is gebaseerd op de overweging dat Flightright de vervoerder niet tijdig van de benodigde documentatie heeft voorzien, wat de procedure onnodig heeft verlengd. Het vonnis is uitgesproken op 20 april 2022 door kantonrechter S.N. Schipper in Haarlem.