ECLI:NL:RBNHO:2022:3700
Rechtbank Noord-Holland
- Rekestprocedure
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van verzoeken tot beëindiging van strafzaken op grond van artikel 29f Sv
Op 26 april 2022 heeft de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Alkmaar, uitspraak gedaan in een rekestprocedure met betrekking tot de beëindiging van strafzaken tegen de verzoeker, die in Syrië verblijft. De verzoekschriften zijn op 8 februari 2022 ingediend en op 13 april 2022 in besloten raadkamer behandeld. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. M.M. Helmers, heeft verzocht om te verklaren dat de strafzaken met de parketnummers 15-144597-18 en 15-194475-18 zijn geëindigd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeker sinds 26 juni 2019 niet meer in Nederland is en dat hij niet kan worden vervolgd, omdat hij niet kan verschijnen voor de rechter. De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de verzoeken toegewezen kunnen worden, gezien de omstandigheden en de lange duur van de procedure zonder verdere vervolging. De rechtbank heeft in haar beoordeling de relevante rechtspraak van de Hoge Raad in acht genomen, maar heeft besloten het verzoek inhoudelijk te behandelen, omdat het Openbaar Ministerie zich niet verzet tegen toewijzing. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen reële verwachting is dat de vervolging zal worden voortgezet en heeft de verzoeken toegewezen, waarmee de strafzaken zijn geëindigd.