In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, zich gebogen over een verzoek van een passagier tegen de buitenlandse luchtvaartmaatschappij Deutsche Lufthansa AG. De passagier, vertegenwoordigd door DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., heeft een vordering ingesteld tot terugbetaling van een bedrag van € 733,14, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten, als gevolg van een geannuleerde vlucht. De passagier stelt dat de vervoerder gehouden is de volledige reissom terug te betalen, terwijl de vervoerder betwist dat de passagier ontvankelijk is in zijn verzoek, onder andere omdat de gemachtigde geen volmacht heeft overgelegd.
De kantonrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat onduidelijk is of hij bevoegd is om van het verzoek kennis te nemen, aangezien de passagier in het vorderingsformulier heeft aangegeven dat de Nederlandse rechter bevoegd is vanwege de plaats van uitvoering van de verbintenis. De kantonrechter heeft echter opgemerkt dat partijen hierover geen stelling hebben ingenomen en dat het niet aan de rechter is om op zoek te gaan naar feiten die een partij mogelijk wil inroepen. Daarom is de passagier in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de bevoegdheid van de rechter.
Daarnaast heeft de kantonrechter de passagier de kans gegeven om te reageren op het verweer van de vervoerder en om duidelijkheid te verschaffen over de totaal betaalde reissom en wie de tickets heeft betaald. De kantonrechter heeft ook aangegeven dat hij voornemens is om ambtshalve de rechtsgronden aan te vullen, aangezien de passagier geen specifieke grondslag heeft gesteld voor zijn verzoek. De beslissing is aangehouden, en partijen zijn in de gelegenheid gesteld om schriftelijk te reageren.