ECLI:NL:RBNHO:2022:3759

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
28 april 2022
Publicatiedatum
28 april 2022
Zaaknummer
9649424 BM VERZ 22-331
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer: 9649424 \ BM VERZ 22-331 GS
Uitspraakdatum:

Beschikking van de kantonrechter

Op verzoek van:
[verzoekster 1] ,
geboren te [plaats] op [datum 1]
en
[verzoekster 2] ,
geboren te [plaats] op [datum 2] ,
van wie beiden het adres bekend is bij deze rechtbank,
hierna ook te noemen: verzoekers,
met betrekking tot:
[betrokkene] ,
geboren te [plaats] op [datum 3] ,
van wie het adres bekend is bij deze rechtbank,
hierna ook te noemen: betrokkene.

procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
- het verzoekschrift met bijlagen, ter griffie ingekomen op 19 januari 2022;
- het verweer van [YY] , de echtgenoot van betrokkene, gemachtigde: mr. P.H. Visser, hierna ook te noemen: [YY] , ingekomen op
9 februari 2022;
  • het verzoekschrift van [YY] , ingekomen op 22 maart 2022;
  • aanvullende stukken van verzoekers, ingekomen op 22 maart 2022.
Op 7 april 2022 heeft een mondelinge behandeling van het verzoek plaatsgevonden.

beoordeling

Het verzoek strekt tot instelling van bewind over de goederen die aan betrokkene (zullen) toebehoren.
Verzoekers hebben, zakelijk weergegeven, het volgende verklaard. In december 2020 is bij betrokkene de diagnose dementie vastgesteld. [YY] heeft betrokkene in juli 2021 een levenstestament op laten stellen. De kinderen van betrokkene zijn het niet eens met de inhoud van dat levenstestament en zijn daarover niet vooraf geïnformeerd. [YY] is in dit levenstestament benoemd tot algemeen gevolmachtigde van betrokkene. Toen het levenstestament werd opgesteld was betrokkene geestelijk niet meer in staat om de inhoud daarvan te begrijpen. Zij heeft haar kinderen verteld dat zij met [YY] mee moest naar de notaris om iets te tekenen, maar ze wist niet waarvoor. De kinderen worden niet geïnformeerd door [YY] . De onderlinge relatie is verstoord. [YY] voldoet niet aan zijn verplichting uit het levenstestament om verantwoording af te leggen aan de kinderen van betrokkene. De kinderen zijn van mening dat [YY] niet in staat is om de belangen van betrokkene goed te behartigen. Daartoe hebben zij onder meer de volgende redenen aangevoerd:
- betrokkene heeft veel ruzie met [YY] , omdat hij vreemdgaat en verslaafd is aan alcohol;
- [YY] heeft schulden uit vorige relaties waar hij betrokkene ook voor liet opdraaien;
- bij [YY] zijn depressies, overspannenheid en fysieke klachten vastgesteld;
- nadat betrokkene is opgenomen in een verzorgingstehuis is [YY] een verhouding aangegaan met een andere vrouw;
- betrokkene krijgt maar € 50 per maand geld van [YY] terwijl zij in gemeenschap van goederen zijn gehuwd. Hij koopt zelf dure merkkleding en maakt dure uitstapjes.
Verzoekers hebben verzocht benoemd te worden tot bewindvoerders over het vermogen van betrokkene. Indien de kantonrechter van oordeel is dat een andere bewindvoerder moet worden benoemd, verzoeken zij een onafhankelijke bewindvoerder aan te stellen. Zij willen voorkomen dat misbruik wordt gemaakt van betrokkene.
[YY] heeft tegen het verzoek verweer gevoerd en daartoe, zakelijk weergegeven, het volgende verklaard. Hij is op 3 augustus 2021 samen met betrokkene naar de notaris geweest om een levenstestament op te laten stellen waarbij hij is benoemd tot algemeen gevolmachtigde. [YY] is in 2011 in algehele gemeenschap van goederen gehuwd met betrokkene. Hij beheert de gezamenlijke financiën al jaren en zal dat ook blijven doen. Er zijn geen schulden. De financiën worden goed beheerd. Betrokkene komt niets tekort. Zij lijdt aan een uitgebreide neurocognitieve stoornis door frontotemporale lobaire degeneratie (FTD). De diagnose is gesteld op 27 mei 2021 door de specialist ouderengeneeskunde. Al vier jaar voor de diagnose had betrokkene symptomen van de ziekte. Betrokkene is eind 2021 opgenomen op een gesloten afdeling van het verzorgingstehuis. Zij heeft op 3 augustus 2021 een levenstestament op laten stellen waarin zij [YY] heeft benoemd tot algemeen gevolmachtigde. [YY] bezoekt betrokkene regelmatig en regelt haar zaken. Hij maakt maandelijks € 50,- over op een bankrekening waar de verpleging ook bij kan voor de aankoop van persoonlijke dingen. Over grotere uitgaven vindt overleg plaats tussen de verpleging en [YY] . Omdat sprake is van een gemeenschap van goederen is het niet praktisch dat verzoekers worden benoemd tot bewindvoerders. Het zou tot grote conflicten leiden, omdat de onderlinge relatie verstoord is. Dat geldt temeer nu sprake is van een gemeenschappelijke woning waar [YY] nog steeds woonachtig is. Een onafhankelijke bewindvoerder is ook niet gewenst. [YY] vindt dat een enorme inbreuk op het huwelijk en de privacy van betrokkene en hemzelf. Bovendien kost een onafhankelijke bewindvoerder geld. Indien de kantonrechter onderbewindstelling nodig acht, verzoekt [YY] benoemd te worden tot bewindvoerder. Dat is overeenkomstig de wens van betrokkene zoals is vastgelegd in haar levenstestament. Betrokkene heeft het levenstestament laten opstellen in een periode waarin zij nog heel goed kon aangeven wat zij wil.
De kantonrechter overweegt als volgt. Op grond van artikel 1:431 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan de kantonrechter, indien een meerderjarige als gevolg van zijn lichamelijke of geestelijke toestand tijdelijk of duurzaam niet in staat is ten volle zijn vermogensrechtelijke belangen behoorlijk waar te nemen, een bewind instellen over de goederen die hem als rechthebbende (zullen) toebehoren. Op grond van artikel 1:435 lid 3 BW volgt de rechter bij de benoeming van de bewindvoerder de uitdrukkelijke voorkeur van de rechthebbende, tenzij gegronde redenen zich tegen deze benoeming verzetten.
Gelet op de stukken en het verhandelde ter zitting staat vast dat betrokkene als gevolg van haar geestelijke of lichamelijke toestand tijdelijk of duurzaam niet in staat is haar vermogensrechtelijke belangen zelf behoorlijk waar te nemen.
De kantonrechter is van oordeel dat met de door betrokkene afgegeven notariële volmacht aan [YY] haar belangen niet voldoende worden beschermd. Er is sprake van wederzijds wantrouwen en strijd tussen de kinderen van betrokkene enerzijds en haar echtgenoot, [YY] , anderzijds. Daarbij komt dat het levenstestament is opgesteld nadat bij betrokkene de diagnose uitgebreide neurocognitieve stoornis door FTD is vastgesteld, waardoor in twijfel kan worden getrokken of dit levenstestament op eigen initiatief van betrokkene tot stand is gekomen en of zij de inhoud daarvan wel volledig begreep. De kantonrechter neemt daarbij in aanmerking dat [YY] ter zitting heeft verklaard dat hij zelf ook zijn twijfels had bij de vraag of betrokkene mentaal nog wel in staat was een levenstestament op te laten stellen toen hij haar op 3 augustus 2021 naar de notaris bracht.
Gelet op het onderlinge wantrouwen tussen verzoekers, zijnde de kinderen van betrokkene, en [YY] acht de kantonrechter het niet in het belang van betrokkene om een persoon tot bewindvoerder te benoemen die tot haar familiekring behoort. De kantonrechter overweegt daartoe dat uit de stukken en de mondelinge behandeling van de zaak is gebleken dat de verhouding tussen de kinderen van betrokkene enerzijds en haar echtgenoot anderzijds, dermate verstoord is dat van onderlinge communicatie niet of nauwelijks sprake is. Er zijn geen aanwijzingen dat hierin op korte termijn verandering zal komen. Op grond van het hiervoor overwogene en met het oog op een soepel verloop van het bewind acht de kantonrechter het in het belang van betrokkene dat er een professionele bewindvoerder wordt benoemd. De kantonrechter ziet daarom aanleiding om af te wijken van de inhoud van het levenstestament. De kantonrechter overweegt daarbij dat het ook maar de vraag is of de inhoud van het levenstestament overeenkomt met de wens van betrokkene, aangezien het levenstestament is opgesteld nadat bij haar de diagnose uitgebreide neurocognitieve stoornis door FTD is vastgesteld.
De kantonrechter heeft [AA] en [BB] , vennoten van [bewindvoerderskantoor] , bereid gevonden benoemd te worden tot bewindvoerders. Tegen deze benoeming bestaat geen bezwaar.

beslissing

De kantonrechter:
  • stelt de goederen, die (zullen) toebehoren aan eerder genoemde [betrokkene] onder bewind wegens haar geestelijke of lichamelijke toestand;
  • benoemt tot bewindvoerders, zowel tezamen als ieder afzonderlijk bevoegd:
[AA] en [BB] , vennoten van [bewindvoerderskantoor], Kvkno. [xxxxxx] , Postbus [0000000] , [postcode] [plaats] ;
  • bepaalt dat deze uitspraak wordt ingeschreven in het openbaar Curatele en Bewindregister;
  • stelt de jaarbeloning van de bewindvoerders vast overeenkomstig artikel 3 lid 2 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren;
  • stelt de beloning van de bewindvoerders voor de aanvangswerkzaamheden vast op een bedrag van € 586,00 (exclusief btw).
Deze beschikking is gegeven door mr. E. Kanninga-Jonker, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam binnen drie maanden na de dag van deze uitspraak (dit dient te geschieden door een advocaat).