Daarop heeft de gemachtigde van BKA bij brief van 23 augustus 2021 als volgt gereageerd:
(…)
Cliënte betwist met klem dat niet adequaat zou zijn gereageerd op de melding van door uw cliënte vastgestelde lekkage. Cliënte heeft deze (overigens kleine) lekkage eerst getracht in eigen beheer op te lossen door rondom de luchtafvoeren het dak dicht te smeren. Omdat dit onvoldoende bleek is door cliënte daarna Aannemingsbedrijf [naam] ingeschakeld, die e.e.a. gerepareerd heeft.
Voor verrekening van de kosten die uw cliënt stelt te hebben gemaakt voor de aanschaf van de in bijlage 1 bij uw brief genoemde zaken bestaat geen grondslag. Het betreft de aankoop van eigen inboedel zoals een ventilator, opbergdozen, een prullenbak, een salontafel (het appartement was voorzien van salontafel, maar die is op uitdrukkelijk verzoek van uw cliënt eruit gehaald ), etc. De aanschaf van dergelijke zaken blijft evident voor rekening van uw cliënt.
Verder geldt dat bestrijding van ongedierte, zoals muizen en vliegen ook voor rekening van uw cliënt komt op grond van artikel 11 van de op huurovereenkomst toepasselijke algemene bepalingen 5.1 en artikel 7:217 jo. 2:240 BW jo. Besluit kleine herstellingen. De kosten voor de aanschaf van muizenvallen en horrengaas, etc. kunnen dus ook niet worden verrekend met de huur.
Ook ten aanzien van de vloer in de woning is geen sprake van een gebrek. Indien en voor zover plaatselijk sprake zou zijn van oneffenheden kan dat niet tot een andere conclusie leiden. Overigens is het volstrekt normaal dat een laminaatvloer, die is voorzien van een (geluids)isolerende ondervloer enigszins veert.
Voorts ontkent en betwist cliënte met klem dat sprake zou zijn van een ondeugdelijke constructie van het pand. Dat blijkt nergens uit. (…)
Dat de airconditioning op het dak van de woning enigszins geluid produceert kan evenmin tot de conclusie leiden dat sprake is van een gebrek; laat staan een gebrek dat leidt tot een dusdanige vermindering van het huurgenot dat huurprijsvermindering gerechtvaardigd zou kunnen zijn. Installaties zoals airconditioning produceren altijd in zekere mate geluid. Dat betekent echter nog niet dat er sprake is van onrechtmatige overlast als gevolg daarvan. Wat dit betreft betwist cliënte overigens met klem dat sprake zou zijn van een normoverschrijding. Het is aan uw cliënt om het tegendeel te bewijzen. Dat heeft hij niet gedaan. Ook de stelling van uw cliënt dat de geluidsproductie van de airconditioning een gebrek zou opleveren gaat dus mank. Cliënte heeft evenwel dus geheel onverplicht al meerdere maatregelen genomen om de geluidsproductie van de airconditioning nog verder te beperken door onder andere verplaatsing van de airco naar de gevel van het pand en het plaatsen van speciale rubbers om geluidsoverdracht verder te beperken.
Daarnaast heeft cliënte diverse keren aangeboden om in de woning van uw cliënt te komen kijken, indien gewenst met deskundige of inspecteur Bouw- en Woningtoezicht erbij, om de geluidsoverlast te beoordelen en indien nodig verdere maatregelen te nemen. Uw cliënt heeft iedere medewerking hieraan geweigerd.
(…)
Cliënte en omwonenden/huurder/gebruikers van omliggende panden waaronder de onder de woning gelegen winkel ( [winkel] ) en nabijgelegen hotel ( [hotel] ) ervaren al lange tijd overlast van uw cliënt. Uw cliënt heeft het personeel en de bezoekers van de winkel en het hotel meermaals de huid vol gescholden. De politie is daar zelfs al meerdere keren aan te pas moeten komen. (…)
(…)
Uit het als bijlage 2 meegezonden overzicht blijkt dat uw cliënt (na verrekening van de eindafrekening servicekosten 2020) op dit moment een huurachterstand heeft van € 1.729,77. Cliënte maakt daarnaast aanspraak op 15% incassokosten over deze hoofdsom en derhalve € 259,46 Hierbij verzoek en sommeer ik uw cliënt om het totaal verschuldigde bedrag van€ 1.989,23binnen acht dagen vanaf vandaagalsnog aan cliënte te voldoen.
(…)”