Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding van 6 april 2020 met producties,
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens houdende eis in voorwaardelijke reconventie met producties,
- het tussenvonnis van 3 juni 2020,
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling, gehouden op 26 augustus 2020,
- de brief van 28 juli 2021 met producties van de vrouw,
- de akte tot overlegging van een productie van de man,
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling, gehouden op 16 augustus 2021,
- de akte tevens tot wijziging van eis met producties van de vrouw,
- de antwoordakte van de man.
2.Feiten
3.Het geschil
in conventie
primair, voor recht verklaart dat de tussen partijen gesloten overeenkomst houdende verdeling van het paardensportcentrum en de woning met zomerhuis alsmede de nadere overeenkomst van 30 december 2008 tot verdeling en levering van de perceelsgedeelten, buitengerechtelijk is vernietigd, dan wel dat de rechtbank deze overeenkomsten vernietigt,
meer subsidiairdat de rechtbank
4.De beoordeling
in conventie
Woonhuis met paardenstal, rijhal, stapmolen ondergrond, tuin erf en paardenweide’ met de bestemming ‘
Niet Agrarische Bedrijven’. Van een zelfstandige woonbestemming van de woning maakt de makelaar geen melding. Dit betekent dat de voor ontbinding vereiste tekortkoming ontbreekt.
Waardering’is in de notariële akte bepaald dat partijen bij de verdeling en levering zijn uitgegaan van een waarde van de woning van € 360.000,-. Daarbij is verwezen naar de waardering door [xxx] Makelaardij. Verder is in de akte onder het kopje ‘
Wederzijdse aanbiedingsplicht’ bepaald dat een partij bij een voorgenomen verkoop van het aan hem of haar toebedeelde gedeelte van het registergoed, kort gezegd verplicht is dat gedeelte eerst te koop aan te bieden aan de andere partij.