ECLI:NL:RBNHO:2022:3945

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
9 maart 2022
Publicatiedatum
9 mei 2022
Zaaknummer
9133994
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatieverzoek passagiers na schemawijziging vlucht

In deze zaak hebben vier passagiers een verzoek ingediend tegen Ryanair DAC, de vervoerder, naar aanleiding van een schemawijziging van hun vlucht van Amsterdam Schiphol naar Malaga op 6 april 2019. De passagiers vorderden compensatie van de vervoerder, omdat de vertrektijd van hun vlucht was gewijzigd van 19:25 uur op 6 april naar 19:20 uur op 7 april. De passagiers stelden dat zij recht hadden op compensatie op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering, annulering of langdurige vertraging van vluchten.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vervoerder de passagiers meer dan 14 dagen voor de geplande vertrekdatum op de hoogte heeft gesteld van de schemawijziging. Dit gebeurde op 27 november 2018, wat betekent dat de passagiers geen recht hebben op compensatie volgens artikel 5 lid 1 sub c onder i van de Verordening. De kantonrechter heeft de vordering van de passagiers dan ook afgewezen en hen veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de vervoerder. De beslissing is genomen op 9 maart 2022 en is uitgesproken door kantonrechter S.N. Schipper in aanwezigheid van de griffier. Tegen deze beschikking staat geen hoger beroep open.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 9133994 \ CV FORM 21-2220
Uitspraakdatum: 9 maart 2022
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:

1.[eiser 1] , wonende te [plaats 1] ,

2. [eiser 2]wonende te [plaats 2] ,
3. [eiser 3] ,wonende te [plaats 3] ,
4. [eiser 4] ,wonende te [plaats 4] ,
verzoekende partij
verder te noemen: de passagiers
gemachtigde: mr. I.G.B. Maertzdorff
tegen
Ryanair DAC
gevestigd te Dublin (Ierland)
verwerende partij
verder te noemen: de vervoerder
gemachtigde: mr. G.C. den Hertog

1.Het procesverloop

Dit verloop blijkt uit:
  • het vorderingsformulier (formulier A), ingekomen ter griffie op 24 maart 2021;
  • het antwoordformulier (formulier C), ingekomen ter griffie op 2 juni 2021.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben met de vervoerder een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan de vervoerder de passagiers diende te vervoeren van Amsterdam Schiphol Airport naar Malaga Airport (Spanje) op 6 april 2019, hierna: de vlucht.
2.2.
Het schema van de vlucht is gewijzigd. De vertrektijd is gewijzigd van 6 april 2019 om 19:25 uur lokale tijd naar 7 april 2019 om 19:20 uur lokale tijd.
2.3.
De passagiers hebben compensatie van de vervoerder verzocht in verband met voornoemde schemawijziging.
2.4.
De vervoerder heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.Het verzoek en het verweer

3.1.
De passagiers verzoeken de vervoerder te veroordelen tot betaling van:
- € 1600,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 april 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
- primair € 363,00 subsidiair € 290,40 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 10 mei 2019;
- de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
De passagiers baseren het verzoek op de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Europese Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof).
3.3.
De passagiers stellen dat de vervoerder vanwege de schemawijziging van de vlucht en de vertraging op de eindbestemming gehouden is compensatie te betalen conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 400,00 per persoon. Daarnaast maken de passagiers aanspraak op betaling door de vervoerder van de buitengerechtelijke kosten en de wettelijke rente.
3.4.
De vervoerder betwist de verschuldigdheid en de hoogte van het verzochte. Op het verweer wordt - voor zover relevant - bij de beoordeling van het geschil ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van het verzoek kennis te nemen.
4.2.
Niet in geschil is dat het schema van de vlucht is gewijzigd. De vervoerder doet een beroep op de analoge toepassing artikel 5 lid 1 sub c onder i van de Verordening. De kantonrechter overweegt dat op grond van deze bepaling geen recht op compensatie bestaat wanneer de schemawijziging meer dan twee weken voor de geplande vertrekdatum aan de passagiers wordt medegedeeld. De vervoerder heeft gemotiveerd onderbouwd dat hij de passagiers reeds op 27 november 2018 – derhalve meer dan 14 dagen voor de geplande vertrekdatum van 6 april 2019 – per e-mail op de hoogte heeft gesteld van de schemawijziging van de vlucht in kwestie. Op 4 december 2018 is door de vervoerder nogmaals een e-mail verstuurd naar het door de passagiers opgegeven e-mail adres. De kantonrechter komt dan ook tot het oordeel dat de passagiers op grond van de analoge toepassing van artikel 5 lid 1 sub c onder i van de Verordening geen recht hebben op compensatie. De vordering van de passagiers wordt dan ook afgewezen.
4.3.
De proceskosten komen voor rekening van de passagiers omdat deze ongelijk krijgen. De verzochte rente is toewijsbaar met ingang van de datum gelegen 14 dagen na betekening van deze beschikking.
4.4.
Ook de nakosten komen voor rekening van de passagiers, voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst het verzochte af;
5.2.
veroordeelt de passagiers tot betaling van de proceskosten die aan de kant van de vervoerder tot en met vandaag worden begroot op € 187,00 aan salaris gemachtigde;
en veroordeelt de passagiers tot betaling van € 93,00 aan nakosten voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt, te vermeerderen, indien betekening van de beschikking heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van de beschikking;
vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van deze beschikking tot aan de dag van de algehele voldoening.
5.3
verklaart deze beschikking, voor wat betreft de proceskostenveroordeling, uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze beschikking staat geen hoger beroep open