Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[eiser 1],wonende te [plaats 1]2. [eiser 2],wonende te [plaats 2]3. [eiser 3],wonende te [plaats 3]4. [eiser 4],5. [eiser 5],beiden wonende te [plaats 4] (België)
TAP Air Portugal
1.Het procesverloop
- het vorderingsformulier (formulier A), ingekomen ter griffie op 4 juni 2021;
- het antwoordformulier (formulier C), ingekomen ter griffie op 1 oktober 2021.
2.De feiten
3.Het verzoek en het verweer
- € 363,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 24 juli 2020;
- de proceskosten en de nakosten.
4.De beoordeling
een luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert of voornemens is een vlucht uit te voeren in het kader van een overeenkomst met een passagier of namens een andere natuurlijke of rechtspersoon die een overeenkomst heeft met de passagier”.
In dit verband moet worden opgemerkt dat het begrip „luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert” volgens artikel 2, onder b), van verordening nr. 261/2004, moet worden opgevat als de “luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert of voornemens is een vlucht uit te voeren in het kader van een overeenkomst met een passagier of namens een andere natuurlijke of rechtspersoon die een overeenkomst heeft met die passagier”. Dit is herhaald in het arrest van het Hof van 11 juli 2019 (C-502/18, ECLI:EU:C:2019:604).
Wat de vraag betreft wie aansprakelijk is voor de betaling van de compensatie die verschuldigd is in geval van langdurige vertraging bij aankomst van rechtstreeks aansluitende vluchten, zoals die in het hoofdgeding, heeft het Hof verduidelijkt dat elke luchtvaartmaatschappij die ten minste één van deze rechtstreeks aansluitende vluchten heeft uitgevoerd deze compensatie verschuldigd is, ongeacht of de door haar uitgevoerde vlucht al dan niet aan de basis lag van de langdurige vertraging waarmee de passagier op zijn eindbestemming is aangekomen(zie in die zin arrest van 11 juli 2019, České aerolinie, C-502/18, EU:C:2019:604, punten 2026)”. De kantonrechter acht dit arrest ook van toepassing op de situatie waarin één van de rechtstreeks aansluitende vluchten is geannuleerd.
,is gelet op de jurisprudentie van het Hof niet relevant. Gelet op het voornoemde arrest van het Hof is de vervoerder in beginsel dan ook mede compensatieplichtig.
Omdat het verzochte bedrag niet hoger is dan het volgens het Besluit berekende tarief, zullen de verzochte buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen. De gevorderde rente over de buitengerechtelijke kosten is ook toewijsbaar, met dien verstande dat deze wordt toegewezen vanaf de datum waarop het vorderingsformulier ter griffie is binnengekomen, omdat de eisende partij in elk geval vanaf die datum daarop aanspraak kan maken en gesteld noch gebleken is dat dit ook al vanaf een eerdere datum kon.