Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
RBOC ''Fort Markenbinnen'' B.V.
De kantonrechter geeft [eiser] ongelijk. Het studiekostenbeding voldoet aan de daaraan te stellen eisen, en de strekking van het beding en de financiële risico’s die [eiser] hiermee liep zijn voldoende duidelijk aan hem kenbaar gemaakt. Ook handelt RBOC niet in strijd met de redelijkheid en billijkheid door [eiser] aan het studiekostenbeding te houden. Daarbij is van belang dat [eiser] zelf heeft besloten voortijdig met de studie te stoppen en ontslag te nemen bij RBOC, waardoor RBOC geen baat heeft gehad bij de studie. De vordering van [eiser] wordt dus afgewezen.
1.Het procesverloop
2.De feiten
“Ik ga akkoord met je voorstel. Ingaande april zal het door jou genoemde bedrag maandelijks rond de 27e, gedurende de aflossingsperiode, op je rekening worden overgemaakt. Wat betreft de beslagvrije voet, die zich ik graag z.s.m. tegemoet.”