Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[gedaagde 1],
[gedaagde 2],
[gedaagde 3],
[gedaagde 4],
[gedaagde 5] en [gedaagde 6],
1.De procedure
- de dagvaarding met producties
- de mondelinge behandeling.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 16 mei 2022 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de besloten vennootschap CUSTODIAN VESTEDA FUND I B.V. en verschillende gedaagden, waaronder de dochter van de overleden huurder. De eiseres, eigenaar van de woning, vorderde ontruiming van de woning omdat de huurder, die de woning sinds 1 november 2008 huurde, op 19 februari 2020 was overleden. De dochter van de huurder, gedaagde sub 1, was niet ingeschreven op het adres van de woning en de overige gedaagden waren niet verschenen. Eiseres had meerdere pogingen ondernomen om contact te krijgen met de huurder en zijn dochter over voorgenomen renovaties, maar zonder resultaat. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de huurder al geruime tijd overleden was en dat er geen aanspraak meer gemaakt kon worden op huur van de woning. De vordering tot ontruiming werd toegewezen, met de verplichting voor gedaagden om de woning uiterlijk vóór 3 juni 2022 te verlaten. Tevens werden gedaagden veroordeeld in de proceskosten, die op € 1.845,29 werden begroot, te vermeerderen met eventuele advertentiekosten. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.