ECLI:NL:RBNHO:2022:4257

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
16 mei 2022
Publicatiedatum
16 mei 2022
Zaaknummer
9643582 BM VERZ 22-293
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot opheffing van bewind wegens onvoldoende zelfstandigheid in financieel beheer

Op 16 mei 2022 heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de opheffing van bewind. Verzoeker, die onder bewind staat sinds 29 april 2019, heeft verzocht om het bewind op te heffen, omdat hij meent in staat te zijn zijn financiën zelfstandig te beheren. Hij heeft aangegeven dat hij geen vertrouwen meer heeft in zijn bewindvoerders, O. Knaap en I.M. Knaap-Jansen, en dat hij een kennis heeft bereid gevonden om garant te staan voor zijn schulden. De bewindvoerders hebben echter verweer gevoerd en stellen dat verzoeker niet in staat is om zijn financiën zelfstandig te beheren, gezien zijn geestelijke gesteldheid en eerdere ervaringen.

De kantonrechter heeft kennisgenomen van het verzoek, het verweer en de ingediende stukken, en heeft op 20 april 2022 een mondelinge behandeling gehouden. Tijdens deze behandeling is besproken dat verzoeker weliswaar kan terugvallen op een ambulante begeleider en een kennis, maar dat het van belang is dat hij aantoont dat hij zijn financiën zonder hulp van derden kan beheren. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de grondslag voor het bewind, namelijk de geestelijke en lichamelijke problematiek van verzoeker, nog steeds bestaat. Bovendien is er sprake van schuldenproblematiek, waarvoor de bewindvoerders een regeling hebben getroffen.

Gelet op deze overwegingen heeft de kantonrechter besloten het verzoek tot opheffing van het bewind af te wijzen. De beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer: 9643582 BM VERZ 22-293 MK
Uitspraakdatum: 16 mei 2022

Beschikking van de kantonrechter

op verzoek van:
[verzoeker]
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
van wie het adres bekend is bij deze rechtbank,
hierna ook te noemen: verzoeker,
van wie de bewindvoerders zijn:
O. Knaap en I.M. Knaap-Jansen, h.o.d.n. Auxilium Hoorn,
gevestigd te Hoorn.

procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
  • het verzoek, ter griffie ingekomen op 19 januari 2022;
  • het verweer van de bewindvoerders, ter griffie ingekomen op 7 februari 2022;
  • de brieven van verzoeker, ter griffie ingekomen op 23 februari 2022 en op 16 maart 2022.
Op 20 april 2022 heeft de mondelinge behandeling van het verzoekschrift plaatsgevonden.

beoordeling

Het verzoek strekt tot opheffing van het bij beschikking van 29 april 2019 ingestelde bewind over de goederen die aan verzoeker (zullen) toebehoren.
Verzoeker wil zijn financiën weer graag zelfstandig beheren, omdat hij geen vertrouwen meer heeft in de bewindvoerders. Hij ervaart spanningen en heeft soms de indruk dat er bepaalde zaken niet kloppen. Verzoeker voorziet geen problemen bij de nakoming van de schuldenregeling, omdat er slechts eenmaal per jaar een bedrag moet worden afgelost. Verzoeker zal dit geld apart zetten en acht het onnodig dat hiervoor een bewindvoerder blijft aangesteld. Bovendien heeft verzoeker een kennis, de heer [naam 1] , bereid gevonden om garant te staan voor de aflossing van de schuld, hetgeen ter zitting mondeling door de heer [naam 1] is beaamd.
De bewindvoerders staan niet achter het verzoek, omdat zij verzoeker niet in staat achten om zijn financiën zelfstandig te beheren. In het verleden is gebleken dat verzoeker de gevolgen van zijn handelen niet overziet, hetgeen past bij de geestelijke gesteldheid van verzoeker, aldus de bewindvoerders. Dit bevestigt dat de grondslag voor het bewind nog altijd bestaat. Daarnaast kunnen de bewindvoerders zich niet vinden in de klachten van verzoeker over de communicatie. Volgens de bewindvoerders hebben zij juist veel tijd besteed om uitleg te geven bij onduidelijkheden en sturen zij maandelijks bankafschriften toe, zodat verzoeker kan meekijken met de financiën.
Bij een verzoek tot opheffing van het bewind dient de kantonrechter te boordelen of de grondslag van het bewind inmiddels is vervallen.
Het bewind is destijds ingesteld vanwege de geestelijke of lichamelijke toestand van verzoeker. Gelet op de ingediende stukken en hetgeen tijdens de mondelinge behandeling is besproken acht de kantonrechter niet gebleken dat de grondslag is vervallen. Naast de geestelijke of lichamelijke problematiek is er sprake van schuldenproblematiek. De bewindvoerders hebben inmiddels een gunstige schuldenregeling voor verzoeker getroffen. De kantonrechter acht het in het belang van verzoeker dat de betalingsverplichtingen vanuit de schuldenregeling strikt worden nagekomen. Ondanks dat verzoeker heeft aangegeven dat hij altijd kan terugvallen op zijn ambulante begeleider of kennis, de heer [naam 1] , merkt de kantonrechter op dat het van belang is dat verzoeker laat zien dat hij zijn financiën zelfstandig kan beheren, en niet met behulp van derden. Gelet op het voorgaande zal de kantonrechter het verzoek afwijzen.

beslissing

De kantonrechter wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. S.W.S. Kiliç, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter