Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
€ 12.000,- per jaar. In de huurovereenkomst staat – voor zover hier relevant – het volgende:
(…)
Voor samengestelde asbesthoudende producten waarbij het blootstellingsniveau voor amfibolen > 2.000 vz/m3 luchténblootstellingsniveau voor serpentijnen > 2.000 va/m3 lucht alsmede voor enkelvoudige producten waarbij amfibolen > 2.000va/m3 lucht.Voor beide toepassingen is het advies om te saneren op korte termijn.
(…)Bijgaande lijst heb ik zover klaar. Ik wil daarbij het volgende opmerken:Er is sprake van een dagwaardeschatting.Ik heb alles alleen op foto gezien.Ik weet niet hoe oud de inventaris is.Een aantal posten heb ik niet kunnen invullen omdat de beschrijving te summier is of omdat ik het niet kon vinden. Al met al denk ik dat het gaat om een bedrag rond de € 40.000. De saneringskosten komen daar nog bij. (…)
(…)Wij kunnen de bovengenoemde werkzaamheden voor u uitvoeren voor het bedrag van€ 112.500,-Specificatie,Asbest sanering € 63.000Sloop van de opstallen € 49.500Totaalsom asbest en sloopwerk inclusief CV Ruimte € 112.500Saneren van de CV ruimte in een niet besmette situatie € 14.000
Het betreft hier geen ondeskundige verwijdering maar naar beneden gevallen verdachte platen/delen door flinke lekkage van het pand met name in de opbouw/cv ruimte.Met dat ze het luik naar boven open maakte viel het verdacht materiaal al naar beneden, dit lag ook tussen systeemplafond en cv ruimte in (…)Zoals verteld door de mannen hebben ze geen beplating verwijderd maar losse troep en delen plaat verplaats/opgeruimd en niet afgevoerd.
(…) Op 19 februari 2020 ben ik gebeld door een van de medewerkers van Yare lounge, dit vanwege de afwezigheid (vakantie) van de eigenaar van Yare lounge. Dit was een medewerker die klaagde over een lekkende plafond in de lounge (…)Vervolgens heb ik een bevriende wederzijdse relatie ( [betrokkene 3] ) ingeschakeld die een aannemingsbedrijf heeft. (…) Bij het zich toegang verlenen tot de lekkage plek heeft hij om die ruimte te kunnen onderzoeken wat spullen die daar opgeslagen lagen naar beneden afgevoerd en (gedeeltelijk) verwijderd. Echter, toen ik de volgende dag binnenkwam zag ik op de grond heel veel asbesthoudende spullen liggen, althans dat vermoede ik (…).
(…) Nadat ik toegang heb verkregen tot de restaurant heb ik gezien dat er systeem plafond platen nat waren en verkleurd waren. Ik heb de systeem plafond platen eraf gehaald en daarna gezien dat er een luik was tot een ruimte boven de plafond (later gebleken oude cv ruimte die niet meer werd gebruikt). Om te kunnen kijken waar de lekkage vandaan kwam moest ik de ruimte boven het plafond leegmaken welke vol stond met oude spullen waaronder folder, flyers, oude papieren, losse platen en oude rommel. (…) Ik heb alle losse spullen eerst zelf naar beneden gehaald welke ik daarna in puinzakken heb gedaan om af te voeren. Ik heb niks zelf losgemaakt aan platen of houten balken. (…) Eerst zouden wij het via de achterdeur afvoeren later weer de voordeur dus er zijn puin zakken zowel naar de voordeur als de achterdeur gegaan.(…)
3.De vordering
I. voor recht verklaart dat de huurovereenkomst tussen De Gemeente en Yare met betrekking tot het gehuurde per 1 april 2019 van rechtswege is geëindigd;
II. Yare veroordeelt om het gehuurde binnen vier weken na betekening van dit vonnis op te leveren in de staat zoals omschreven in artikel 23 lid 1 van de Algemene Bepalingen bij de huurovereenkomst en te ontruimen en ontruimd te houden met afgifte van de sleutels aan De Gemeente;
III. Yare veroordeelt, indien zij niet aan het gevorderde onder II voldoet en de ontruiming door een deurwaarder geschiedt, tot betaling van € 3.500,00 te vermeerderen met de btw ter zake de kosten voor het laten verwijderen en vernietigen door een gecertificeerd asbestsaneerder van alle zaken die zich van de zijde van Yare of met haar instemming in het gehuurde mochten bevinden;
IV. Yare veroordeelt tot betaling van € 45.500,00 te vermeerderen met de btw ter zake de kosten voor het laten saneren door een gecertificeerd asbestsaneerder van alle door Yare veroorzaakte asbestverontreiniging in het gehuurde;
V. Yare veroordeelt tot betaling van € 31.028,70 aan gebruiksvergoeding over de periode 1 april 2019 tot 1 oktober 2021 vermeerderd met de wettelijke rente;
VI. Yare veroordeelt tot betaling van € 1.034,29 per maand aan gebruiksvergoeding over de periode vanaf 1 oktober 2021 tot de datum van correcte oplevering en ontruiming van het gehuurde;
VII. Yare veroordeelt in de proceskosten inclusief de na- en betekeningskosten vermeerderd met de wettelijke rente.
De huurovereenkomst is dus per 1 april 2019 van rechtswege geëindigd. Gelet hierop en op grond van artikel 23.1 en 23.3 van de Algemene Bepalingen en artikel 7:224 BW is Yare gehouden het gehuurde leeg en ontruimd en onder afgifte van de sleutels aan de Gemeente op te leveren. Daarnaast heeft de Gemeente een zwaarwegend belang bij de ontruiming van het gehuurde; zij wil een einde maken aan de gevaarlijke situatie nu het pand ernstig verontreinigd is met asbest en zal het pand gesloopt worden ten behoeve van de herontwikkeling van het winkelcentrum Schalkstad. Op grond van artikel 23.6 van de Algemene Bepalingen is de Gemeente gerechtigd de kosten voor het verwijderen van de aan Yare toebehorende met asbest verontreinigde zaken te verhalen op Yare.
Verder is Yare op grond van artikel 7:225 BW gehouden om een gebruiksvergoeding aan de Gemeente te voldoen, omdat zij na het einde van de huurovereenkomst het gehuurde niet heeft opgeleverd en de macht over het gehuurde heeft behouden.
Ook maakt de Gemeente aanspraak op een vergoeding van € 45.500,00 omdat Yare haar contractuele verplichtingen uit hoofde van de huurovereenkomst en de Algemene Bepalingen heeft geschonden en zich niet als goed huurder heeft gedragen (art. 7:213 BW). Hierdoor lijdt de Gemeente schade, die krachtens art. 7:218 BW en artikel 11.1 van de Algemene Bepalingen voor rekening van Yare komt. Yare heeft immers verzuimd het lekkage-incident tijdig aan de Gemeente te melden en heeft haar geen toestemming gevraagd voor het door Yare ingeschakelde klussenbedrijf. De verplichting om toestemming te vragen voor werkzaamheden aan het gehuurde is juist in de huurovereenkomst opgenomen om te voorkomen dat onprofessionele partijen werkzaamheden in het pand verrichten en daarmee schade kunnen berokkenen aan het pand; hetgeen hier juist is gebeurd. Het weghalen van asbesthoudende materialen uit de CV-ruimte in de dakopbouw is ondeskundig gebeurd waardoor er asbestrestanten door het gehele pand zijn terechtgekomen. Bovendien heeft Yare verzuimd om voor veranderingen in het gehuurde (het verwijderen van plafondplaten) nader te onderzoeken of er sprake is van de aanwezigheid van asbest (artikel 13.5 van de Algemene Bepalingen). Uit ditzelfde artikel volgt dat Yare de Gemeente heeft gevrijwaard voor alle mogelijke schade en gevolgen indien huurder bij aanwezigheid van asbest overgaat tot het (laten) uitvoeren van werkzaamheden. Door het handelen van Yare is het gehuurde volledig besmet met asbesthoudend materiaal en lijdt de Gemeente schade. Voor de hoogte van het schadebedrag verwijst de Gemeente naar een offerte van Bottelier Slooptechniek d.d. 20 november 2019.
4.Het verweer en de tegenvordering
Daarnaast is de Gemeente zelf verantwoordelijk voor de ontstane schade. Het asbest lag immers al jaren voor het ingaan van de huurovereenkomst door het gehele pand; dat blijkt ook uit het asbestrapport. De Gemeente kan niet bewijzen dat asbest is vrijgekomen door het kleine onderzoek aan het plafond vanwege de lekkage; er lagen immers al asbestdeeltjes op de systeemplaten van het plafond. Dat in het gehuurde, ruim voor de ingang van de huurovereenkomst al asbest lag, kan Yare niet worden verweten.
De Gemeente heeft zelf geen asbestcontrole verricht en kan dit dus nu niet aan Yare tegenwerpen als toerekenbare tekortkoming. De Gemeente is als eigenaar van het pand verantwoordelijk voor de asbestbesmetting en de verspreiding daarvan. Yare heeft zich als goed huurder gedragen en voldaan aan artikel 12.4 van de Algemene Bepalingen want Yare heeft telefonisch een melding gemaakt van de aanwezigheid van asbest. Daarnaast heeft Yare alleen de lekkage laten onderzoeken om haar inventaris en het gehuurde te beschermen tegen waterschade. Dit is geen verandering of verbouwing zoals genoemd in artikel 13.5 van de Algemene Bepalingen.
I. De Gemeente veroordeelt tot betaling van € 71.997,50 als schade voor de verloren gegane inboedel en inventaris;
II. De Gemeente veroordeelt tot betaling van de winstderving van € 2000,00 x acht maanden;
III. voor recht verklaart dat de Gemeente aansprakelijk is voor de asbestbesmetting en de immateriële schade van Yare;
IV. De Gemeente veroordeelt tot betaling van de wettelijke handelsrente over de bedragen onder I en II vanaf 8 november 2020 tot de dag der algehele voldoening.
De Gemeente is krachtens dit artikel tot vergoeding van de door een gebrek veroorzaakte schade verplicht nu zij reeds bij het aangaan van de huurovereenkomst het gebrek kende of behoorde te kennen. Het uitsluiten van de aansprakelijkheid voor gevolgschade in artikel 11.3 van de Algemene Bepalingen gaat om dezelfde reden niet op (zie artikel 11.4 van de Algemene Bepalingen). Dat de Gemeente het gebrek kende of behoorde te kennen blijkt uit het feit dat de Gemeente al sinds 2011 eigenaar is van de bedrijfsruimte en het een feit van algemene bekendheid is dat bij gebouwen die zijn opgericht in de eind jaren 70 van de vorige eeuw asbest als brandwerend middel werd gebruikt. Daarbij komt nog dat het gehuurde op de lijst stond om binnenkort op asbest geïnspecteerd te worden. Gelet hierop dient de Gemeente de schade aan de inboedel/inventaris, de winstderving en de gemaakte kosten van Yare te vergoeden. Bovendien zal ermee rekening gehouden moeten worden dat er mogelijke gezondheidsclaims zullen volgen.
5.De beoordeling
Uitgangspunten
Gebrek?
Onder het normale gebruik valt ook het uitvoeren van (nood)reparaties, zeker in de situatie waarin al het onderhoud exclusief bij de huurder is belegd. Een huurder mag verwachten dat hij reparaties ter voorkoming van verdere schade aan het gehuurde kan uitvoeren zonder daarin te worden belemmerd door de aanwezigheid van niet-hechtgebonden asbest. De omstandigheid dat het betreffende plaatmateriaal zich in een afgesloten en niet meer in gebruik zijnde ruimte bevond, maakt dit niet anders omdat ook daar reparaties noodzakelijk kunnen zijn, hetgeen in dit geval ook is gebleken. Daarbij laat de kantonrechter nog buiten beschouwing dat thans niet vast te stellen is of zich ook op andere plekken in het gehuurde (bijvoorbeeld boven de plafondplaten) asbesthoudend materiaal bevindt. Verder is voor de vraag of sprake is van een gebrek in deze niet relevant of het asbest zich heeft kunnen verspreiden doordat het door Yare ingeschakelde klussenbedrijf het nog vastgespijkerde plaatmateriaal in de dakopbouw heeft losgemaakt en verwijderd (zoals de Gemeente vermoedt) of doordat het bedrijf al losliggend plaatmateriaal alleen maar heeft afgevoerd (zoals Yare betoogt). Immers, ook het nog vast zittende plaatmateriaal bevat niet-hechtgebonden asbest en ook daarover heeft MvM geadviseerd het op korte termijn te saneren. Dit laatste onderstreept dat de enkele aanwezigheid van dit asbest al een gebrek oplevert.
Aansprakelijkheid voor saneringskosten
- niet onmiddellijk melding te maken van de lekkage in het gehuurde (artikel 10.1. AB);
- geen toestemming te vragen voor het door haar ingeschakelde klusbedrijf (artikel 13);
- geen onderzoek te verrichten naar de aanwezigheid van asbest (artikel 13.5 AB).
Zou Yare zich wel aan deze verplichtingen hebben gehouden, dan zou een oordeelkundig aannemer zijn ingeschakeld, die onmiddellijk zou hebben geconstateerd dat zich in de dakopbouw asbesthoudend materiaal bevond. In dat geval was het asbest niet over het gehele pand verspreid geraakt en zou de sanering zijn beperkt tot uitsluitend de dakopbouw, aldus de Gemeente.
Weliswaar is door de Gemeente de afwezigheid van asbest niet gegarandeerd, maar zij heeft blijkens het huurcontract wel verklaard dat het haar niet bekend is dat in het gehuurde asbest is verwerkt.
Aansprakelijkheid voor gevolgschade
Op grond van artikel 7:208 BW is een verhuurder verplicht tot vergoeding van de door een gebrek veroorzaakte schade als het gebrek na het aangaan van de overeenkomst is ontstaan en aan hem is toe te rekenen, dan wel de verhuurder het al bestaande gebrek bij het aangaan van de huurovereenkomst kende of had behoren te kennen. Er moet dus sprake zijn van een zekere toerekenbaarheid van het gebrek aan de verhuurder. In dit geval kan als vaststaand worden aangenomen dat het asbest bij het aangaan van de huurovereenkomst al in het gehuurde aanwezig was. Volgens Yare had de Gemeente daarvan op de hoogte moeten zijn gelet op het bouwjaar van het gehuurde, te weten 1978. Omdat het volgens Yare van algemene bekendheid is dat asbest in die tijd nog in de bouw werd toegepast, had de Gemeente nader onderzoek moeten verrichten alvorens tot verhuur over te gaan. Verder meent Yare dat de Gemeente op de hoogte was omdat het gehuurde op de lijst stond om op de aanwezigheid van asbest te worden geïnspecteerd.
Overige vorderingen De Gemeente
Huur per 1 april 2019 geëindigd
Oplevering gehuurde aan De Gemeente
Betaling gebruiksvergoeding
Conclusie
Bij deze uitkomst ziet de kantonrechter aanleiding om de proceskosten te compenseren, aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.