Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[eiser 1]2. [eiser 2]
hierna gezamenlijk te noemen: [eisers]
hierna te noemen: [gedaagde]
geheel meer vraagt” hierdoor, een bezwaar zou zijn. [eisers] hebben toen aangegeven dat dat geen bezwaar zou zijn, want “
Wat moet dat moet”. De uitgebrachte offertes vielen vervolgens minstens een ton duurder uit dan het budget dat [eisers] voor ogen stond. Dit verschil werd echter voornamelijk veroorzaakt doordat de constructie onvoldoende geschikt was en dus aangepast moest worden. De kantonrechter is daarom van oordeel dan [gedaagde] heeft voldaan aan de op hem rustende zorgplicht en ook geen wanprestatie heeft gepleegd, zodat hij de bedragen die [eisers] aan hem hebben betaald, niet hoeft terug te betalen.
1.Het procesverloop
2.De feiten
Verzorgen bouwkundig tekenwerk en bouwaanvraag tbv uitbreiding 1e verdieping. Maken vernieuwd en vergroot appartement [adres]”. In de offerte is geen (maximaal) budget genoemd. Wel is (in elk geval) gesproken over een budget van € 200.000,00 – € 250.000,00.
Offerte – Plan B”naar [eisers] hebben deze offerte niet ondertekend en hebben het gedeelte dat volgens de offerte bij de start zou moeten worden betaald, niet voldaan. [gedaagde] is wel aan het werk gegaan.
3.De vordering
I. € 19.673,84 ter terugbetaling van hetgeen [eisers] aan [gedaagde] hebben betaald, rekening houdende met het nut dat de werkzaamheden van [gedaagde] voor [eisers] hebben gehad, verminderd met 10%;
II. de schade ad € 3.117,86 aan leges die betaald is, terwijl de vergunning niet gebruikt kon worden;
III. de buitengerechtelijke incassokosten ad € 971,74;
IV. de wettelijke rente vanaf 2 augustus 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
V. de proceskosten inclusief nakosten en de betekeningskosten.
primairdat inmiddels is gebleken dat [gedaagde] zich heeft voorgedaan als architect, terwijl hij dat niet is. Als [eisers] dit hadden geweten, waren zij niet de overeenkomst met hem aangegaan; zij zijn de overeenkomst dus aangegaan onder invloed van dwaling. [eisers] hebben hierdoor nadeel ondervonden, reden waarom zij de kantonrechter verzoeken de overeenkomst zodanig te wijzigen dat het financiële nadeel dat [eisers] hebben ondervonden, wordt opgeheven. Het financiële nadeel bestaat uit hetgeen [eisers] reeds aan [gedaagde] hebben voldaan en de reeds betaalde leges voor de omgevingsvergunning waar zij nu niets aan hebben.
Subsidiairheeft [gedaagde] zijn zorgplicht geschonden. [gedaagde] zou immers de bouw van een appartement realiseren binnen het budget van € 200.000,00 - € 250.000,00. Dit budget is bij het aangaan van de overeenkomst besproken zodat [eisers] ervan uit mochten gaan dat [gedaagde] ervoor zou zorgdragen dat hij bij het realiseren van het appartement binnen het bouwbudget zou blijven. Door de ruime overschrijding van het budget is [gedaagde] tekort geschoten in de nakoming van zijn verplichting zorg te dragen voor het doen laten realiseren van de appartementen binnen het bouwbudget. Daarnaast heeft [gedaagde] bij het uitvoeren van zijn werkzaamheden niet de zorg betracht die [eisers] van hem mochten verwachten (artikel 7:401 van het Burgerlijk Wetboek (BW)). Op een architect rust wat betreft het bouwbudget een zorg- en waarschuwingsplicht, waarbij de architect de plicht heeft om te waarschuwen voor ontwikkelingen in het traject die voor financiële problemen kunnen zorgen. Dit heeft [gedaagde] nagelaten. Hoewel de werkzaamheden van [gedaagde] steeds ingewikkelder werden, heeft [gedaagde] nimmer aangekaart dat het budget mogelijk niet haalbaar zou zijn. In plaats van [eisers] te waarschuwen, is [gedaagde] gewoon doorgegaan met zijn werkzaamheden, met alle gevolgen voor de financiële positie van [eisers] van dien. Het niet in de gaten houden van een budget door een architect werd door het Arbitrage-instituut bouwkunst al eerder gekwalificeerd als een verwijtbare tekortkoming. Ook is er sprake van een vermoeden van een tekortkoming aan de kant van de architect als het budget met 60% wordt overschreden. Nu [gedaagde] zich heeft geprofileerd als architect geldt deze zorgplicht ook voor hem. In geval van het opzeggen van de overeenkomst wegens een toerekenbare tekortkoming, hetgeen [eisers] hebben gedaan, bepaalt artikel 37 van de algemene voorwaarden dat de betalingsverplichting van [eisers] niet verder strekt dan voor zover de werkzaamheden voor [eisers] van nut zijn geweest. De door [gedaagde] uitgevoerde werkzaamheden zijn van geen enkel nut geweest voor [eisers] nu deze werkzaamheden niet hebben bijgedragen aan het realiseren van appartementen; de opdracht inclusief nieuwe bouwtekeningen en constructieberekeningen heeft een nieuwe architect uitgevoerd. Daarbij heeft hij niets van de werkzaamheden van [gedaagde] kunnen gebruiken. Als [gedaagde] toch een deel honorarium toekomt, maken [eisers] aanspraak op vermindering van dit bedrag met 10% op grond van artikel 37 lid 3 van de algemene voorwaarden. De reeds betaalde leges vorderen [eisers] terug op grond van wanprestatie.
Meer subsidiairheeft [gedaagde] onrechtmatige daad gepleegd jegens [eisers] omdat [gedaagde] zich voorgedaan heeft als architect; hij heeft gehandeld in strijd met de wet en hetgeen hem volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt. Dit onrechtmatig handelen heeft geleid tot schade, omdat anders de overeenkomst niet tot stand was gekomen en [eisers] [gedaagde] honorarium en de leges niet hadden hoeven betalen.
Tot slot vorderen [eisers] de buitengerechtelijke kosten en de wettelijke rente.
4.Het verweer en de tegenvordering
€ 250.000,00 maar van minimaal € 250.000,00, € 300.000,00/320.000,00 waarbij het in deze branche ook nog gebruikelijk is om te praten over prijzen zonder btw. De overschrijding is dus niet zo groot als [eisers] aanvoeren. Daarbij komt nog dat elke overschrijding voor rekening en risico van [eisers] moet komen. Ook is [gedaagde] tekenaar en geen aannemer; hij gaat dus niet over de aanneemprijzen. [gedaagde] heeft zijn werk conform de opdracht uitgevoerd; hij heeft tekeningen en constructie berekeningen gemaakt en een omgevingsvergunning aangevraagd tegen een uurloon van € 72,50 exclusief btw, zodat er geen sprake is van een tekortkoming. Daarbij komt dat tijdens het bouwproces bleek dat de bestaande constructie die volgens [eisers] geschikt zou zijn, niet bleek te voldoen en moest worden aangepast. Daardoor is het bouwproces een stuk ingewikkelder en duurder geworden dan van tevoren bedacht. Daarom kan de stelling van [eisers] dat zij [gedaagde] niets hoeven te betalen, omdat zijn werkzaamheden van geen nut zijn geweest voor hen, niet gevolgd worden. Op basis van zijn tekeningen en berekeningen hebben verschillende aannemers offertes uitgebracht waaruit blijkt dat [gedaagde] aan zijn inspanningsverplichting heeft voldaan. Daarnaast heeft [gedaagde] zijn kostenplaatje altijd zeer inzichtelijk gehouden en [eisers] heeft de door [gedaagde] gestuurde facturen ook altijd zonder protest betaald. Er zit tussen het bekend kunnen zijn met het beweerdelijk tekortschieten van [gedaagde] en het schriftelijk protesteren van [eisers] hiertegen, een periode van zeven maanden. Zij hebben derhalve niet binnen bekwame tijd geprotesteerd, terwijl zij op grond van artikel 16 lid 2 van de Algemene Voorwaarden verplicht waren schriftelijk en met redenen omkleed bij [gedaagde] te protesteren. Omdat zij dit niet tijdig hebben gedaan, zijn ze niet-ontvankelijk. Tot slot betwist [gedaagde] de verschuldigdheid van de wettelijke rente en de buitengerechtelijke incassokosten, deze laatste omdat [eisers] geen buitengerechtelijke incassokosten hebben gemaakt en via een rechtsbijstandsverzekeraar procederen.
5.De beoordeling
architecten buro’ en ‘
architectuur’ staat. Zij hebben verder de zoekresultaten op google overgelegd, waar ook ‘
architect’ staat en waar staat dat [gedaagde] ‘
n enthousiast bouwkundig architectenburo’ is. Daarnaast hebben ze gewezen op de handtekening onder e-mails van [gedaagde] , waarin staat: ‘
bouwkundig architect’ en ‘senior bouwkundige & bouwkundig architect’. Daaruit hebben [eisers] afgeleid dat [gedaagde] een architect was. Omdat nu blijkt dat hij geen architect is, zijn ze bij het aangaan van de overeenkomst dus van een onjuiste voorstelling van zaken uitgegaan en hebben zij zodoende gedwaald.
De constructeur heeft best wel een flinke staal constructie moeten bedenken om het te kunnen realiseren, vandaar dat het geheel meer vraagt, is dat goed [voornaam] ?”[eisers] antwoordden daarop:
“Wat moet dat moet zeg ik maar”. Vervolgens is [gedaagde] doorgegaan met zijn werkzaamheden. In het gesprek dat op 14 mei 2020 heeft plaatsgevonden, heeft [gedaagde] ook aangegeven dat in de offertes “
tussen de 80.000 en 100.000 euro aan staal en extra hout” is opgenomen omdat de constructie, anders dan [eisers] hadden aangegeven, niet voldeed. Weliswaar heeft [gedaagde] niet expliciet benoemd dat door de zwaardere constructie die nodig was, het oorspronkelijke budget wel eens overschreden zou kunnen worden, maar hij heeft [eisers] wel gewaarschuwd dat “
het geheel meer vraagt” en dus duurder zou worden. Dat is voldoende naar het oordeel van de kantonrechter. Zoals eerder al aangegeven, weegt de kantonrechter hierbij ook mee dat [eisers] kennelijk op zoek waren naar de vraag wat er precies mogelijk was, waarbij zij ook de meerkosten ten opzichte van de meeropbrengsten wilden meenemen. Dit volgt ook uit de mail van 6 mei 2020 die [eisers] sturen, als blijkt dat de eerste offertes die worden uitgebracht, veel hoger uitkomen dan het oorspronkelijke budget van 200.000 tot 250.000 euro. [eisers] geeft in de mail van 6 mei 2020 aan dat het pand geen privé eigendom is, maar de btw toch niet aftrekbaar blijkt en dat zij daarom gaan overleggen met de accountant.