ECLI:NL:RBNHO:2022:4405

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
11 mei 2022
Publicatiedatum
18 mei 2022
Zaaknummer
9144027 \ CV EXPL 21-2448
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot compensatie na annulering van vlucht door buitengewone omstandigheden

In deze zaak heeft Flightright GmbH, een rechtspersoon naar buitenlands recht, een vordering ingesteld tegen Swiss International Air Lines Ltd. wegens de annulering van vlucht LX735 op 11 maart 2019. De passagiers, die een vervoersovereenkomst hadden met de vervoerder, hebben hun vermeende vordering overgedragen aan Flightright. De eiseres vorderde compensatie van € 250,00 op basis van de Verordening (EG) nr. 261/2004, die gemeenschappelijke regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij annulering van vluchten. De vervoerder betwistte de vordering en voerde aan dat de annulering het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk slechte weersomstandigheden en beslissingen van de luchtverkeersleiding.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is en dat de vlucht daadwerkelijk is geannuleerd. De vervoerder kon echter aantonen dat de annulering het gevolg was van buitengewone omstandigheden, zoals weersomstandigheden die de uitvoering van de vlucht verhinderden. De kantonrechter oordeelde dat de vervoerder alle redelijke maatregelen had getroffen om de annulering te voorkomen en dat de vordering van Flightright moest worden afgewezen. De proceskosten werden toegewezen aan Flightright, die ongelijk kreeg in deze procedure.

De beslissing van de kantonrechter was dat de vordering van Flightright werd afgewezen en dat Flightright werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die werden vastgesteld op € 150,00 aan salaris van de gemachtigde van de vervoerder, plus nakosten. De wettelijke rente over de proceskosten werd toegewezen vanaf 14 dagen na betekening van het vonnis.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 9144027 \ CV EXPL 21-2448
Uitspraakdatum: 11 mei 2022
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de rechtspersoon naar buitenlands recht
Flightright GmbH
statutair gevestigd te Hamburg (Duitsland)
eiseres
hierna te noemen Flightright
gemachtigde H. Yildiz (Weiss Legal)
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
Swiss International Air Lines Ltd.
statutair gevestigd te Basel (Zwitserland)
gedaagde
hierna te noemen de vervoerder
gemachtigde mr. E.A. Pluijm (Russell Advocaten)

1.Het procesverloop

1.1.
Flightright heeft bij dagvaarding van 11 maart 2021 een vordering tegen de vervoerder ingesteld. De vervoerder heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Flightright heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna de vervoerder een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
[betrokkene 1], [betrokkene 2] en [betrokkene 3] (hierna: de passagiers) hebben een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan de vervoerder de passagiers diende te vervoeren van Amsterdam-Schiphol Airport naar Zürich (Zwitserland) op 11 maart 2019 met vlucht LX735, hierna: de vlucht.
2.2.
De vlucht is geannuleerd.
2.3.
De passagiers hebben hun vermeende vordering overgedragen aan Flightright.
2.4.
Flightright heeft compensatie van de vervoerder gevorderd in verband met voornoemde annulering.
2.5.
De vervoerder heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering

3.1.
Flightright vordert dat de vervoerder bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 250,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf datum vlucht tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 40,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- de proceskosten.
3.2.
Flightright heeft aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). Flightright stelt dat de vervoerder vanwege de annulering van de vlucht gehouden is te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 250,00.

4.Het verweer

4.1.
De vervoerder betwist de vordering en doet een beroep op buitengewone omstandigheden, die ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen konden worden.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
5.2.
Vast staat dat vlucht is geannuleerd. Nu gesteld noch gebleken is dat de vervoerder zich kan beroepen op artikel 5 lid 1 onder c van de Verordening, geldt er in beginsel een compensatieplicht voor de vervoerder. Dit is anders indien de vervoerder kan aantonen dat de annulering het gevolg is van buitengewone omstandigheden als bedoeld in artikel 5 lid 3 van de Verordening.
5.3.
In punt 14 van de Considerans van de Verordening heeft de gemeenschapswetgever erop gewezen dat dergelijke omstandigheden zich onder meer kunnen voordoen in geval van weersomstandigheden die de uitvoering van de vlucht in kwestie verhinderen. Gelet op het arrest Wallentin-Hermann (C-549/07) van het Hof van 22 december 2008 dient een luchtvaartmaatschappij in het voorkomende geval aan te tonen dat zij zelfs met de inzet van alle beschikbare materiële en personeelsmiddelen de buitengewone omstandigheden kennelijk niet had kunnen vermijden – behoudens indien zij op het relevante tijdstip onaanvaardbare offers uit het oogpunt van de mogelijkheden van haar onderneming had gebracht – dat de buitengewone omstandigheden waarmee zij werd geconfronteerd tot de langdurige vertraging van de vlucht leidden.
5.4.
De vervoerder heeft in dit verband aangevoerd dat onderhavige vlucht onderdeel was van de rotatievlucht Zürich-Amsterdam-Zürich (vluchten LX734 en LX735). Vlucht LX734 werd wegens door de luchtverkeersleiding opgelegde restricties in verband met de (voorspelde) slechte weersomstandigheden te Amsterdam vertraagd uitgevoerd. Ten gevolge van de langdurige vertrek- en aankomstvertraging van vlucht LX734 diende de vlucht in kwestie noodgedwongen te worden geannuleerd, aldus de vervoerder.
5.5.
Ter onderbouwing van zijn standpunt verwijst de vervoerder, onder meer, naar de
Terminal Aerodrome Forecasten de
Meteorological Aerodrome Reportvan 11 maart 2019. In de
Terminal Aerodrome Forecaststaat vermeld dat op 11 maart 2019 tussen 14:00 uur UTC en 17:00 uur UTC een windsnelheid van 21 knopen met windstoten van 32 knopen werd voorspeld. Tussen 18:00 uur UTC en 24:00 uur UTC zou sprake zijn van een windsnelheid van 15 knopen met windstoten van 25 knopen, aldus nog steeds de vervoerder. Volgens de vervoerder blijkt uit het METAR-rapport dat er in Amsterdam ook daadwerkelijk sprake was van wind met windstoten. De gemiddelde windsnelheid varieerde van 00:25 uur UTC tot 16:55 uur UTC tussen de 18 en 30 knopen. Daarnaast was regelmatig sprake van windstoten van meer dan 30 knopen. De luchtverkeersleiding heeft door voornoemde omstandigheden slotrestricties aan vlucht LX734 opgelegd, hetgeen blijkt uit de
Slot Allocation Messagesen de
Slot Revision Messages(productie 7 bij conclusie van antwoord). De luchtverkeersleiding heeft om 14:35 uur UTC de oorspronkelijke slot van 16:35 uur UTC ingetrokken en een nieuw slot van 18:56 uur UTC aan het toestel toegekend. Hierna werd de slot meerdere malen gewijzigd. Uiteindelijk is aan het toestel een slot van 20:14 uur UTC toegekend. Bij de slotberichten wordt vertragingscode 84 (
ATFM due to weather at destination) genoemd. In het vluchtrapport van vlucht LX734 blijkt dat de vlucht wegens code 84 met een vertrekvertraging van drie uur en 30 minuten werd uitgevoerd. Door deze vertraging kon volgens de vervoerder de vlucht in kwestie niet worden uitgevoerd. De onderhavige vlucht zou met hetzelfde toestel worden uitgevoerd (toestel HBIOC). Vlucht LX734 landde om 23:06 uur (lokale tijd) in Amsterdam. Op de luchthaven van Zürich geldt tussen 23:30 uur lokale tijd en 06:00 uur lokale tijd een avondklok, hetgeen inhoudt dat tussen deze tijden geen vliegverkeer van en naar Zürich mogelijk is. De geplande duur van de onderhavige vlucht was één uur en 20 minuten.
5.6.
Flightright betwist dat sprake is geweest van buitengewone omstandigheden en stelt zich op het standpunt dat op tijdens de geplande uitvoering van de onderhavige vlucht geen sprake was van slecht weer. Het is derhalve een operationele keuze van de vervoerder geweest om de vlucht te annuleren. Voorts stelt dat Flightright zich op het standpunt dat sprake was van een algemene capaciteitsreductie. De vervoerder heeft de stellingen van Flightright voldoende gemotiveerd weersproken. Zo heeft de vervoerder aangevoerd dat de slotrestricties aan vlucht LX734 werden opgelegd vóórdat de vlucht zou vertrekken. De slotrestricties zijn volgens de vervoerder dan ook gebaseerd op de slechte weersomstandigheden ten tijde van het vertrek van vlucht LX734. Ten tijde van de geplande vertrektijd van vlucht LX734 was sprake van harde wind met een gemiddelde snelheid van 24 knopen en windstoten die pieken op 34 knopen, aldus de vervoerder. De vertraging van vlucht LX734 had direct effect op de onderhavige vlucht. Ook verwijst de vervoerder naar het vluchtrapport van onderhavige vlucht waarin tevens staat vermeld dat de vlucht is geannuleerd wegens slechte weersomstandigheden te Amsterdam. Bovendien worden slotrestricties aan een specifieke vlucht opgelegd middels
Slot Allocation Messagesen de
Slot Revision Messages. De restricties zijn niet algemeen van aard, aldus de vervoerder.
5.7.
Gelet op de overgelegde producties van de vervoerder en zijn toelichting daarop, zoals hiervoor weergegeven, is de kantonrechter van oordeel dat de vervoerder voldoende heeft aangetoond dat de annulering van de vlucht in de onderhavig geval het gevolg is geweest van buitengewone omstandigheden, te weten weersomstandigheden en beslissingen van de luchtverkeersleiding (CTOT’s), die de uitvoering van de vluchten LX734 en LX735 hebben verhinderd en dat hij de annulering van de onderhavige vlucht niet heeft kunnen voorkomen.
5.8.
De vraag die vervolgens beantwoord dient te worden is of de vervoerder alle redelijke maatregelen heeft getroffen om de annulering te voorkomen dan wel de vertraging ten gevolge van de annulering te beperken. De vervoerder voert aan dat hij de passagiers heeft omgeboekt op de eerst beschikbare vlucht, hetgeen door Flightright wordt betwist. Flightright stelt dat de passagiers met andere vluchten sneller op hun eindbestemming zouden zijn aangekomen, maar laat na om aan te tonen dat op deze vluchten plaatsen voor hen beschikbaar waren zodat de kantonrechter hieraan voorbij gaat. De vordering tot veroordeling van de vervoerder tot betaling van compensatie aan Flightright zal dan ook worden afgewezen. De kantonrechter meent dat in deze situatie van de vervoerder niet meer kon worden verwacht en dat de vervoerder in het onderhavige geval alle redelijke maatregelen heeft getroffen.
5.9.
De proceskosten komen voor rekening van Flightright, omdat deze ongelijk krijgt. Ook de nakosten komen voor rekening van Flightright, voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt. De gevorderde rente is toewijsbaar met ingang van de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst de vordering af;
6.2.
veroordeelt Flightright tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor de vervoerder worden vastgesteld op een bedrag van € 150,00 aan salaris van de gemachtigde van de vervoerder en veroordeelt Flightright tot betaling van € 37,50 aan nakosten voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening;
6.3.
verklaart dit vonnis, voor wat betreft de proceskostenveroordeling, uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter