Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[eiser 1]
1.Het procesverloop
- het vorderingsformulier (formulier A), ingekomen ter griffie op 14 juni 2021;
- het antwoordformulier (formulier C), ingekomen ter griffie op 25 november 2021.
2.De feiten
3.Het verzoek en het verweer
- primair € 217,80, subsidiair € 181,50 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 24 juli 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten en de nakosten, vermeerderd met wettelijke rente.
4.De beoordeling
Wat de vraag betreft wie aansprakelijk is voor de betaling van de compensatie die verschuldigd is in geval van langdurige vertraging bij aankomst van rechtstreeks aansluitende vluchten, zoals die in het hoofdgeding, heeft het Hof verduidelijkt dat elke luchtvaartmaatschappij die ten minste één van deze rechtstreeks aansluitende vluchten heeft uitgevoerd deze compensatie verschuldigd is, ongeacht of de door haar uitgevoerde vlucht al dan niet aan de basis lag van de langdurige vertraging waarmee de passagier op zijn eindbestemming is aangekomen (zie in die zin arrest van 11 juli 2019, České aerolinie, C‑502/18, EU:C:2019:604, punten 20‑26)”. De kantonrechter acht deze beschikking ook van toepassing op de situatie waarin één van de rechtstreeks aansluitende vluchten is geannuleerd. Nu vast staat dat de vervoerder een gedeelte van de rechtstreeks aansluitende vluchten zou uitvoeren, kan de vervoerder, overeenkomstig de beschikking van het Hof van 12 november 2020, als de ‘luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert’ worden aangemerkt. De vervoerder heeft nog een beroep gedaan op de beschikking van de rechtbank Noord-Holland van 21 juli 2021 (8691741 / CV FORM 20-6626). De kantonrechter gaat, gelet op bovenstaande, hieraan voorbij. De vervoerder kan dan ook geen geslaagd beroep doen op voornoemde beschikking.
birdstrike. Deze vlucht en de vlucht in kwestie zouden worden uitgevoerd met het toestel CS-TKP. Ten gevolge van de
birdstrikemoest het getroffen toestel, dat de vlucht in kwestie en diens voorgaande vlucht zou uitvoeren, een verplichte inspectie ondergaan, aldus de vervoerder. Als gevolg van deze inspectie was het onduidelijk wanneer de vlucht in kwestie zou kunnen vertrekken. Daarom moest de vlucht noodgedwongen worden geannuleerd, aldus nog steeds de vervoerder. Ter onderbouwing van zijn standpunt verwijst de vervoeder naar het ‘
Aircraft technical report’ van het toestel CS-TKP waarin staat vermeld: “
PERFORM INSPECTION/ CECK OF FOREIGN OBJECT DAMAGE (FOD) BIRD STRIKE”.
Omdat het verzochte bedrag niet hoger is dan het volgens het Besluit berekende tarief, zullen de verzochte buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen. De verzochte rente over de buitengerechtelijke kosten is ook toewijsbaar, met dien verstande dat deze wordt toegewezen vanaf de datum waarop het vorderingsformulier ter griffie is binnengekomen, omdat de passagiers in elk geval vanaf die datum daarop aanspraak kunnen maken en gesteld noch gebleken is dat dit ook al vanaf een eerdere datum kon.