Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[eiser 1]
[de bewindvoerder]van Budgetondersteuning Nederland B.V. in zijn hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van [eiser 1]
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
- Ymere veroordeelt tot het afleggen van rekening en verantwoording ter zake van alle betalingen die voor en namens [eiser 1] vanaf het aangaan van de huurovereenkomst tot de datum van ontruiming zijn gedaan en de interne verwerking daarvan, bij niet nakoming binnen 14 dagen na wijzen vonnis op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 100,00 per dag, met een maximum van € 10.000,00;
- verklaart voor recht dat Ymere [eiser 1] zonder recht of titel heeft ontruimd en Ymere veroordeelt tot schadevergoeding op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet.
4.Het verweer
5.De beoordeling
Ten tweede heeft Ymere gemotiveerd onderbouwd dat met twee betalingen, te weten de betalingen op 3 maart en 3 april 2014, die in de specificatie van de bewindvoerder met boekdatum 10 april 2014 zijn vermeld, al rekening is gehouden in het vonnis van 11 september 2014. De bewindvoerder heeft dit niet weersproken, zodat dit naar het oordeel van de kantonrechter is komen vast te staan. Partijen zijn het verder eens over een aantal betalingen die al dan niet door derden zijn gedaan, zodat vast is komen te staan dat [eiser 1] in ieder geval een bedrag ter hoogte van € 21.641,29 heeft betaald (€ 1.244,81 minder dan in eerste instantie door [eiser 1] is gesteld). [eiser 1] had echter in dossiernummer 14000500 een bedrag ter hoogte van totaal € 28.479,14 moeten voldoen