ECLI:NL:RBNHO:2022:4419
Rechtbank Noord-Holland
- Bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Vordering tot compensatie van vertraging van een vlucht en de ontvankelijkheid van de eiser
In deze bodemzaak heeft AirHelp GmbH, vertegenwoordigd door Lof Legal Services, een vordering ingesteld tegen Turk Havayollari A.O. wegens compensatie voor een vertraagde vlucht op 2 mei 2019. De vordering is ingesteld op 31 maart 2021, waarbij AirHelp een bedrag van € 400,00 vorderde, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De vervoerder heeft de vordering betwist en aangevoerd dat AirHelp niet-ontvankelijk moet worden verklaard omdat zij niet over het vorderingsrecht zou beschikken. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is en dat AirHelp de vereiste documenten heeft overgelegd die de overdracht van het vorderingsrecht aantonen.
De kantonrechter heeft verder overwogen dat AirHelp niet de juiste aanmaning aan de vervoerder heeft gestuurd voordat de procedure werd opgestart, wat de vervoerder in zijn verweer heeft benadeeld. De rechter heeft ook vastgesteld dat AirHelp niet voldoende bewijs heeft geleverd van de gestelde vertraging van meer dan drie uur, wat vereist is voor compensatie op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de vordering tot betaling van compensatie moet worden afgewezen, en dat AirHelp de proceskosten moet vergoeden, vastgesteld op € 150,00 aan salaris van de gemachtigde van de vervoerder. Het vonnis is uitgesproken op 11 mei 2022.