ECLI:NL:RBNHO:2022:4473

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
18 mei 2022
Publicatiedatum
19 mei 2022
Zaaknummer
9610197 \ CV EXPL 21-8855
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van facturen en tegenvordering op grond van wanprestatie in een overeenkomst van opdracht voor zonnepaneelprojecten

In deze zaak heeft eiser, handelend onder de naam [eiser], een vordering ingesteld tegen The Green Crew B.V. wegens onbetaalde facturen voor werkzaamheden die hij heeft verricht aan verschillende zonnepaneelprojecten. Eiser heeft op 23 april 2021 en 24 juni 2021 facturen gestuurd ter hoogte van respectievelijk € 4.000,00 en € 1.685,00. The Green Crew heeft in reactie daarop een factuur gestuurd met herstelkosten, maar eiser betwistte deze kosten. De kantonrechter heeft op 18 mei 2022 uitspraak gedaan. De rechter oordeelde dat The Green Crew niet voldoende had onderbouwd dat eiser tekort was geschoten in de nakoming van de overeenkomst. Er was geen sprake van verzuim, omdat er geen ingebrekestelling had plaatsgevonden. De kantonrechter wees de vordering van eiser toe en veroordeelde The Green Crew tot betaling van € 6.596,73, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De tegenvordering van The Green Crew werd afgewezen, omdat zij niet had aangetoond dat eiser wanprestatie had gepleegd. De proceskosten werden voor rekening van The Green Crew gesteld, omdat zij ongelijk kreeg in de zaak.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 9610197 \ CV EXPL 21-8855
Uitspraakdatum: 18 mei 2022
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[eiser]handelende onder de naam
[handelsnaam]
wonende en kantoorhoudende te [plaats]
eiser
verder te noemen: [eiser]
gemachtigde: GGN Mastering Credit B.V.
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
The Green Crew B.V.
gevestigd te Leiden, mede kantoorhoudende te Lisserbroek, gemeente Haarlemmermeer
gedaagde
verder te noemen: The Green Crew
gemachtigde: De Collector Incasso

1.Het procesverloop

1.1.
[eiser] heeft bij dagvaarding van 15 december 2021 een vordering tegen The Green Crew ingesteld. The Green Crew heeft schriftelijk geantwoord en daarbij een tegenvordering ingediend. [eiser] heeft vervolgens nog schriftelijk gereageerd in de zaak van de tegenvordering.
1.2.
Op 21 april 2022 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. The Green Crew heeft gebruik gemaakt van pleitaantekeningen, die zijn overgelegd. Voorafgaand aan de zitting heeft The Green Crew bij e-mail van 20 april 2022 nog stukken toegezonden.

2.De feiten

2.1.
[eiser] heeft werkzaamheden uitgevoerd ten behoeve van een aantal zonnepaneelprojecten. Het materiaal voor die projecten werd door The Green Crew aangeleverd; [eiser] leverde uitsluitend zijn arbeidskracht.
2.2.
[eiser] heeft, voor de door hem uitgevoerde werkzaamheden, op 23 april 2021 een factuur ter hoogte van € 4.000,00 en op 24 juni 2021 een factuur ter hoogte van € 1.685,00 naar The Green Crew gestuurd.
2.3.
The Green Crew heeft op 2 september 2021 een factuur ter hoogte van € 2.686,20 (inclusief btw) naar [eiser] gestuurd. In de factuur is opgenomen: Herstelkosten project [project 1] : € 500,00.
Herstelkosten [project 2] : € 600,00.
Herstelkosten [project 3] : € 1.120,00.
2.4.
Vervolgens heeft The Green Crew op 29 september 2021 een factuur ter hoogte van € 4.801,57 (inclusief btw) naar [eiser] gestuurd. In deze factuur is opgenomen: Afhandeling schade [project 4] ; € 3.968,24.
2.5.
De gemachtigde van [eiser] heeft naar aanleiding van die laatste factuur bij brief van 12 oktober 2021 geantwoord dat voor zover er schade aan de orde was deze al is hersteld en aangegeven dat de factuur niet wordt erkend. The Green Crew heeft vervolgens bij brief van 25 oktober 2021 de door haar gestelde schade per project nader toegelicht.
2.6.
Op 25 oktober 2021 is een (scope 12) inspectie uitgevoerd aan de installatie van het project [project 1] . Bij inspectierapport van 16 november 2022 is de installatie afgekeurd.
2.7.
[eiser] heeft The Green Crew bij brief van 30 november 2021 aangemaand om tot betaling van zijn facturen over te gaan.
2.8.
The Green Crew heeft bij e-mail van 18 januari 2022 onder meer het volgende aan [eiser] gestuurd:

(…) we hebben een inspectierapport gekregen van het project [project 1] . Er moeten nog een aantal herstelpunten worden uitgevoerd. Kun u hiervoor zorgdragen? Als we deze week geen reactie krijgen zullen we het door een ander team laten uitvoeren en zullen de kosten op Green Team Solar worden verhaald. (…)
2.9.
Hierop reageert [eiser] , dezelfde dag nog, als volgt:

Goedemorgen, in week 4 heb ik tijd om de herstel werkzaamheden te doen bij de [project 1] . (…)
2.10.
Vervolgens stuurt [eiser] bij e-mail van 26 januari 2022 aan The Green Crew:
“Vandaag 26-1-2022 geweest en hersteld betreffende de punten DC.”Met bijgevoegd een aantal foto’s van de zonnepaneelinstallatie op het dak
.

3.De vordering

3.1.
[eiser] vordert dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, The Green Crew veroordeelt tot betaling van € 6.773,11, vermeerderd met de wettelijke rente over € 5.685,00, te berekenen vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening en vermeerderd met de proceskosten.
3.2.
[eiser] legt aan de vordering ten grondslag - kort weergegeven - dat The Green Crew uit hoofde van een tussen partijen gesloten overeenkomst van opdracht gehouden is te betalen voor de door [eiser] verrichte werkzaamheden. Omdat The Green Crew ondanks herhaalde aanmaningen geen betalingen heeft verricht, is zij eveneens de buitengerechtelijk incassokosten ter hoogte van € 835,63 en de wettelijke rente vanaf datum verzuim verschuldigd. Tot en met 15 december 2021 bedraagt de wettelijke rente € 252,48.

4.Het verweer en de tegenvordering

4.1.
The Green Crew betwist de vordering. Zij voert aan - samengevat - dat de grondslag van de facturen niet is onderbouwd. Voorts heeft [eiser] een aantal projecten niet goed afgerond dan wel niet goed afgeleverd. Als gevolg hiervan heeft The Green Crew kosten moeten maken om de projecten zelf dan wel door derden op te laten leveren.
4.2.
The Green Crew vordert bij wijze van tegenvordering dat de kantonrechter [eiser] veroordeelt tot betaling van € 8.514,52. Zij legt aan de tegenvordering ten grondslag dat The Green Crew herstelkosten heeft moeten maken, omdat [eiser] heeft nagelaten de projecten ( [project 1] , [project 2] , [project 3] en [project 4] ) goed af te ronden dan wel op te leveren. De herstelkosten wil zij verhalen op [eiser] en hiervoor heeft The Green Crew reeds twee facturen aan [eiser] verstuurd totaal ter hoogte van € 7.487,77. [eiser] is daarnaast gehouden om de wettelijke rente ter hoogte van € 277,36 en buitengerechtelijke incassokosten ter hoogte van € 749,39 te voldoen.

5.Het verweer tegen de tegenvordering

5.1.
[eiser] betwist de tegenvordering. Hij voert hiertoe aan dat The Green Crew niet heeft aangetoond dat de werkzaamheden niet goed zijn uitgevoerd, dat daardoor schade is geleden, wat de aard van de schade is en dat [eiser] hiervoor aansprakelijk is.
5.2.
Voor wat betreft de afzonderlijke projecten voert [eiser] nog het volgende aan. Ten aanzien van project [project 2] is nooit sprake geweest van schade. De hoofdopdrachtgever vond de onderconstructie niet mooi en heeft verzocht om dit aan te passen. [eiser] heeft, vanwege de afwezigheid van de benodigde materialen die The Green Crew had moeten aanleveren, helemaal geen werkzaamheden uitgevoerd voor project [project 3] . Hij heeft daarvoor ook niets in rekening gebracht. Verder heeft [eiser] nadat hij door The Green Crew op 18 januari 2022 op de hoogte is gesteld van het inspectierapport met betrekking tot het project [project 1] op 26 januari 2022 nog herstelwerkzaamheden uitgevoerd. Voor het project [project 4] zijn op 11 april 2022 nog herstelwerkzaamheden uitgevoerd. Voor geen van deze projecten is [eiser] dus ook maar iets aan The Green Crew verschuldigd.

6.De beoordeling

de vordering
6.1.
Hoewel The Green Crew heeft aangevoerd dat [eiser] de grondslag van de facturen niet heeft onderbouwd, heeft zij niet betwist dat sprake is van een overeenkomst van opdracht tussen partijen op grond waarvan [eiser] werkzaamheden heeft uitgevoerd aan verschillende (zonnepaneel)projecten Uitgangspunt is dan ook dat The Green Crew op grond hiervan haar betalingsverplichting dient na te komen. The Green Crew verweert zich hiertegen met de stelling dat [eiser] in gebreke is gebleven om binnen een redelijke termijn een aantal projecten te herstellen c.q. op te leveren.
6.2.
Wat er ook zij van de door The Green Crew gestelde tekortkomingen van [eiser] , het enkele beroep op wanprestatie kan er niet toe leiden dat The Green Crew zich definitief van haar betalingsverplichting kan bevrijden. Daarvoor is ook nodig dat de overeenkomst tussen partijen is ontbonden of vernietigd, maar gesteld noch gebleken is dat daarvan sprake is. Daarom moet ervan uit worden gegaan dat de overeenkomst is blijven bestaan en dat The Green Crew dus verplicht is tot betaling. Dit verweer van The Green Crew wordt dan ook verworpen.
6.3.
Voor zover The Green Crew zich beroept op verrekening van de facturen met de door haar gestelde schade geldt het volgende.
6.4.
In artikel 6:74 van het Burgerlijk Wetboek (BW) is bepaald dat een schuldenaar verplicht is de schade te vergoeden die de schuldeiser lijdt als gevolg van een tekortkoming in de nakoming van een verbintenis, tenzij de tekortkoming niet aan de schuldenaar kan worden toegerekend. Het eventuele recht op schadevergoeding vanwege wanprestatie ontstaat pas als [eiser] in verzuim is. Dat verzuim treedt in indien [eiser] door middel van een schriftelijke aanmaning in gebreke wordt gesteld waarbij hem een redelijke termijn voor de nakoming wordt gesteld, en nakoming binnen deze termijn uitblijft (zie artikel 6:82 BW). Niet gesteld of gebleken is dat The Green Crew [eiser] heeft aangeschreven met betrekking tot de projecten [project 2] , [project 3] en [project 4] , zodat voor deze projecten in ieder geval geldt dat geen sprake is van verzuim. Partijen hebben wel gecorrespondeerd over project [project 1] . The Green Crew heeft [eiser] echter pas op 18 januari 2022 laten weten dat de installatie is afgekeurd, waarna hij nog op 26 januari 2022, op verzoek van The Green Crew, herstelwerkzaamheden heeft uitgevoerd. Niet gebleken is dat The Green Crew [eiser] hierna nog heeft aangeschreven, laat staan in gebreke gesteld, zodat ook voor dit project geldt dat geen verzuim is ingetreden. Alleen al op grond hiervan kan het beroep op verrekening niet slagen.
6.5.
Verder ligt het op de weg van The Green Crew om haar stellingen dat [eiser] tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst, voldoende te onderbouwen en te concretiseren. Aan die stelplicht heeft The Green Crew, mede in het licht van het gemotiveerde verweer van [eiser] daartegen, onvoldoende voldaan. The Green Crew heeft immers niet (gemotiveerd) aangevoerd wat [eiser] niet goed had gedaan en op welke wijze hij is tekort geschoten. Evenmin heeft The Green Crew voldoende onderbouwd dat de door haar gestelde schade het gevolg is geweest van een wanprestatie aan de zijde van [eiser] . Het gaat in dit verband al mis omdat de facturen met schadeclaims zijn opgesteld vóór het uitbrengen van het inspectierapport en vóórdat [eiser] is verzocht om herstelwerkzaamheden te verrichten en alsnog heeft verricht. Daardoor is het ook maar de vraag of The Green Crew eigenlijk wel schade heeft geleden. Daarnaast zijn de achterliggende facturen niet overgelegd. Overigens valt ook niet in te zien waarom [eiser] in het project [project 3] iets verschuldigd zou zijn. [eiser] heeft onbetwist gesteld dat hij voor [project 3] geen werkzaamheden heeft verricht en ook geen uren heeft gefactureerd.
6.6.
De conclusie is dat The Green Crew geen beroep kan doen op verrekening van haar gestelde schade met de facturen van [eiser] , zodat The Green Crew de facturen van [eiser] moet betalen. Het openstaande factuurbedrag van € 5.685,00 zal worden toegewezen.
6.7.
Aangezien The Green Crew in verzuim is met de tijdige betaling van de facturen, is zij de wettelijke rente verschuldigd. Nu verder geen inhoudelijk verweer is gevoerd tegen de gevorderde wettelijke rente zal deze worden toegewezen zoals gevorderd in het petitum.
6.8.
De kantonrechter stelt vast dat [eiser] voldoende heeft gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten zal worden toegewezen volgens het wettelijke tarief dat hoort bij de hoofdsom waartoe The Green Crew zal worden veroordeeld, te weten € 659,25 en voor het overige worden afgewezen.
de tegenvordering
6.9.
Gelet op hetgeen ten aanzien van de vordering en het verweer is overwogen, kan de tegenvordering ook niet slagen. De conclusie is dan ook dat de tegenvordering zal worden afgewezen. De nevenvorderingen delen hetzelfde lot.
de proceskosten voor de vordering en de tegenvordering
6.10.
De proceskosten inzake de vordering en de tegenvordering komen voor rekening van The Green Crew, omdat zij ongelijk krijgt. De proceskosten van de tegenvordering zullen vanwege de nauwe samenhang met de vordering op nihil worden gesteld.

7.De beslissing

De kantonrechter:
de vordering
7.1.
veroordeelt The Green Crew tot betaling aan [eiser] van € 6.596,73, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 5.685,00 vanaf 15 december 2021 tot aan de dag van de gehele betaling;
7.2.
veroordeelt The Green Crew tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [eiser] tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 103,33;
griffierecht € 244,00;
salaris gemachtigde € 622,00;
7.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
7.4.
wijst de vordering voor het overige af.
de tegenvordering
7.5.
wijst de vordering af;
7.6.
veroordeelt The Green Crew tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor [eiser] worden vastgesteld op een bedrag van nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Dijk, kantonrechter en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter