Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling
- de conclusie van antwoord, tegens houdende een eis in reconventie.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak, die zich afspeelt in de Rechtbank Noord-Holland, vordert de vrouw na een relatiebreuk dat zij in de gezamenlijk gehuurde woning mag blijven wonen. De affectieve relatie tussen partijen is in oktober 2021 geëindigd, maar zij wonen nog steeds samen met hun twee minderjarige kinderen in de huurwoning. De vrouw stelt dat de situatie onhoudbaar is en dat het in het belang van de kinderen is dat de man de woning verlaat. De man heeft echter ook een vordering ingediend om de vrouw te laten vertrekken, maar kan per 15 juli 2022 over vervangende woonruimte beschikken.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de vordering van de vrouw moet worden toegewezen. De man moet de woning uiterlijk op 16 juli 2022 verlaten en de sleutels aan de vrouw overhandigen. De voorzieningenrechter heeft daarbij overwogen dat de vrouw voldoende spoedeisend belang heeft aangetoond, gezien de schadelijke situatie voor de kinderen. De man heeft weliswaar recht op gebruik van de woning, maar de korte periode tot zijn vertrek rechtvaardigt dat de vrouw tot die tijd in de woning kan blijven.
Daarnaast is in reconventie bepaald dat de vrouw na het vertrek van de man volledig draagplichtig is voor de kosten verbonden aan de woning. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken door mr. A.H. Schotman op 3 mei 2022.