Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
31 maart 2022 daarop gereageerd en haar tegenvordering gewijzigd.
2.De feiten
3.De vordering, het verweer en de tegenvordering
€ 189.214,78. Dit bedrag bestaat uit de hoofdsom van € 144.841,25, rente tot en met 15 september 2020 van € 18.316,35, incassokosten van € 23.174,60 en beslagkosten van
€ 2.882,58.
Inco-Drilling betwist verder dat overeenstemming is bereikt over het betalen van het LIH-bedrag dat zij van haar client in Duitsland heeft ontvangen. Dat ontvangen bedrag heeft Inco-Drilling verrekend met door haar geleden schade, zijnde (deels) onbetaald gelaten facturen door Zueblin-Huisman. Subsidiair beroept Inco-Drilling zich op opschorting van haar betalingsverplichting.
- voor recht verklaart dat Drillstar Inco-Drilling moet vrijwaren van alle vorderingen van Zueblin-Huisman tegen Inco-Drilling die verband houden met het falen van de Drillstar Reamer Z1225H bij het project in Mehrenback, Oostenrijk op of omstreeks 24 december 2018;
- Drillstar veroordeelt tot betaling van € 62.689,86 wegens onbetaalde facturen van Zueblin-Huisman aan Inco-Drilling;
- voor recht verklaart dat Drillstar aansprakelijk is voor alle kosten die Inco-Drilling heeft gemaakt in verband met de door Drillstar ten laste van haar gelegde beslagen;
- voor recht verklaart dat Drillstar aansprakelijk is voor alle daadwerkelijk door Inco-Drilling gemaakte gerechtelijke en buitengerechtelijke kosten die verband houden met het falen van de Reamer Z1225H bij het project in Oostenrijk op of omstreeks 24 december 2018 en het verlies van de Reamer Z850H bij het project in Duitsland op of omstreeks 23 januari 2019;
- Drillstar veroordeelt tot betaling aan Inco-Drilling van de hiervoor bedoelde gerechtelijke en buitengerechtelijke kosten, welke kosten in deze procedure zullen worden gespecificeerd;
- voor recht verklaart dat Drillstar aansprakelijk is voor alle schade die Inco-Drilling heeft geleden wegens het falen van de door Drillstar aan Inco-Drilling verhuurde gebrekkige Reamers;
- Drillstar veroordeelt in de proceskosten.
4.De beoordeling
5.De beslissing
beslagkosten € 2.882,58
dagvaarding € 105,50
griffierecht € 340,00
salaris gemachtigde € 3.488,00,
te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van de datum gelegen veertien dagen na betekening van dit vonnis;