In deze zaak vordert de besloten vennootschap Enjob Personeelsdiensten B.V. (hierna: Enjob) veroordeling van de besloten vennootschap Nero's B.V. (hierna: Nero's) tot betaling van overnamevergoedingen wegens het in dienst nemen van twee uitzendkrachten. Enjob stelt dat er een mondelinge afspraak is gemaakt dat Nero's een overnamevergoeding verschuldigd zou zijn als deze uitzendkrachten door Nero's in dienst zouden worden genomen voordat zij 1040 uur op uitzendbasis via Enjob bij Nero's hadden gewerkt. Nero's betwist deze afspraak en daarom wordt Enjob in de gelegenheid gesteld deze afspraak te bewijzen.
Het procesverloop begint met de dagvaarding van 9 augustus 2021, gevolgd door een schriftelijke reactie van Nero's. Tijdens een zitting op 16 december 2021 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. De feiten van de zaak tonen aan dat de uitzendkrachten via Enjob bij Nero's hebben gewerkt, maar dat de overnamevergoeding door Nero's wordt betwist. Enjob heeft facturen gestuurd voor de overname van de uitzendkrachten, maar Nero's heeft deze facturen niet voldaan en bezwaar gemaakt.
De kantonrechter oordeelt dat Enjob de bewijslast heeft om aan te tonen dat de mondelinge afspraak over de overnamevergoeding daadwerkelijk is gemaakt. De rechter laat Enjob toe tot bewijslevering en houdt verdere beslissingen aan. De volgende zitting is gepland op 16 februari 2022, waar Enjob de gelegenheid krijgt om bewijsstukken en getuigen te overleggen.