In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland, gedateerd 24 mei 2022, wordt een verzoek om een voorlopige voorziening behandeld. Verzoeker, handelend onder de naam [verzoeker], heeft bezwaar gemaakt tegen een besluit van de burgemeester van Zaanstad, dat op 28 maart 2022 is genomen. Dit besluit houdt in dat verzoeker zijn café voor de duur van drie maanden moet sluiten vanwege de organisatie van een illegaal pokertoernooi, wat in strijd is met de Wet op de Kansspelen. De voorzieningenrechter oordeelt dat de gevolgen van de sluiting ingrijpend zijn en dat er onvoldoende inzicht is in de belangenafweging die door de burgemeester is gemaakt. Hierdoor wordt het besluit tot sluiting geschorst, zodat verzoeker zijn café weer kan openen, met de voorwaarde dat er geen gokactiviteiten plaatsvinden. De voorzieningenrechter wijst erop dat de burgemeester beleidsvrijheid heeft, maar dat deze niet onbegrensd is. De rechter benadrukt dat de sluiting van het café niet alleen financiële gevolgen heeft, maar ook kan leiden tot een verlies van klanten en omzet. De voorzieningenrechter concludeert dat de belangen van verzoeker niet voldoende zijn meegewogen in het besluit van de burgemeester, en dat de sluiting inmiddels al twee maanden heeft geduurd. De rechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening toe en veroordeelt de burgemeester in de proceskosten van verzoeker.