ECLI:NL:RBNHO:2022:4691

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
25 mei 2022
Publicatiedatum
31 mei 2022
Zaaknummer
9604661 / EJ VERZ 21-427
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopig getuigenverhoor in geschil over agentuurovereenkomst

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 25 mei 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor, ingediend door de besloten vennootschap Tutti Frutti Services B.V. tegen de besloten vennootschap J.H. Wagenaar B.V. Tutti Frutti verzocht om een voorlopig getuigenverhoor op basis van vermoedens van onrechtmatige handelspraktijken door Wagenaar, die hogere inkoopprijzen aan Tutti Frutti zou hebben berekend dan zij daadwerkelijk aan haar leveranciers heeft betaald. Tutti Frutti stelde dat deze handelswijze leidde tot een lagere bruto marge en dus minder provisie voor haar. De kantonrechter heeft het verzoek afgewezen, omdat de feiten niet leenden voor een voorlopig getuigenverhoor en Tutti Frutti niet voldoende had aangetoond dat zij het getuigenverhoor nodig had om te beslissen over een mogelijke gerechtelijke procedure tegen Wagenaar. De rechter oordeelde dat het verzoek prematuur was en in strijd met de goede procesorde, aangezien eerst de uitleg van de overeenkomst tussen partijen moest worden vastgesteld voordat er bewijslevering kon plaatsvinden. De proceskosten werden toegewezen aan Tutti Frutti, die ongelijk kreeg in deze procedure.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./repnr.: 9604661 / EJ VERZ 21-427
Uitspraakdatum: 25 mei 2022
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TUTTI FRUTTI SERVICES B.V.,
gevestigd te Borger
verzoekende partij
verder te noemen: Tutti Frutti
gemachtigde: mr. T.J. van Vugt te Amsterdam
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
J.H. WAGENAAR B.V.
gevestigd te Hoogkarspel
verwerende partij
verder te noemen: Wagenaar
gemachtigden: mrs. R. van de Klashorst en J.M. Cazemier te ‘s-Gravenhage

1.Het procesverloop

1.1.
Tutti Frutti heeft een verzoekschrift ingediend, ter griffie ingekomen op 28 december 2021. Wagenaar heeft een verweerschrift ingediend.
1.2.
Op 21 april 2022 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. Hierbij waren namens Tutti Frutti de heer [naam 1] , statutair bestuurder van Tutti Frutti, en haar gemachtigde aanwezig. Voor Wagenaar waren de heer [naam 2] (hierna: [naam 2] ), algemeen directeur van Wagenaar, mevrouw [naam 3] , bedrijfsjuriste bij Wagenaar, en eveneens haar gemachtigden aanwezig. De griffier heeft aantekeningen gemaakt. Tutti Frutti heeft gebruik gemaakt van pleitaantekeningen, die zijn overgelegd. Als toehoorder was de heer [naam 4] , zoon van de heer [naam 1] , aanwezig.

2.De feiten

2.1.
Wagenaar houdt zich onder andere bezig met de import en export van en groothandel in groenten, aardappelen en fruit.
2.2.
Op 3 december 2013 hebben Tutti Frutti en Wagenaar een agentuurovereenkomst (hierna: de overeenkomst) gesloten. Op grond van de overeenkomst bemiddelde Tutti Frutti bij de totstandkoming van overeenkomsten inzake de verkoop van groente- en fruitproducten en sloot deze op naam van en voor rekening van Wagenaar.
2.3.
Met de brief van 12 augustus 2021 heeft Tutti Frutti de overeenkomst tegen 1 december 2021 opgezegd.

3.Het verzoek

3.1.
Het verzoekschrift strekt ertoe dat de rechtbank een voorlopig getuigenverhoor zal bevelen. Tutti Frutti legt hieraan – samengevat – het volgende ten grondslag.
3.2.
Op grond van de overeenkomst ontving Tutti Frutti twee soorten vergoedingen van Wagenaar voor de door haar geleverde werkzaamheden. Een vaste vergoeding en een (voorwaardelijke) provisie. De hoogte van de provisie was afhankelijk van de hoogte van de bruto marge van het betreffende groente- of fruitproduct. De bruto marge was het verschil tussen onder andere de inkoopprijs en de verkoopprijs van het groente- of fruitproduct.
3.3.
Tutti Frutti heeft het vermoeden dat Wagenaar aan haar hogere inkoopprijzen heeft berekend dan de inkoopprijzen die zij daadwerkelijk aan de leveranciers van fruit- en groenteproducten heeft betaald. Als gevolg hiervan is er een lagere bruto marge berekend en heeft Tutti Frutti minder provisie ontvangen. Tutti Frutti heeft [naam 2] geconfronteerd met dit vermoeden en herhaaldelijk verzocht om inzage in de administratie. [naam 2] weigerde hieraan mee te werken. Tutti Frutti heeft van een aantal leveranciers afschriften ontvangen van hun facturen aan Wagenaar. De facturen bevestigen het vermoeden van Tutti Frutti.
3.4.
Met de verzochte getuigenverhoren wil Tutti Frutti onderzoeken sinds wanneer, in welke mate, door wie en ten aanzien van welke orders Wagenaar de inkoopprijzen heeft verhoogd. Hierbij wenst Tutti Frutti ook na te gaan of [naam 2] instructie heeft gegeven voor de verhogingen zodat zij kan vaststellen welke personen er verantwoordelijk waren voor de verhogingen. Op grond hiervan wil Tutti Frutti kunnen beslissen of en, indien zij daarvoor kiest, op basis van welke aanvullende feiten zij een vordering op grond van onrechtmatige daad tegen Wagenaar kan instellen. Als zij deze vordering instelt, dan zal zij vergoeding van schade vorderen bestaande uit ten minste de verkeerd berekende bruto marge en gemiste orders vanwege een te hoge inkoopprijs.
3.5.
In aanvulling op het voorgaande meent Tutti Frutti dat zij vanwege de handelswijze van Wagenaar een beroep kan doen op de ‘tenzij-clausule’ van artikel 7:442 lid 4 sub b van het Burgerlijk Wetboek (BW). Als gevolg hiervan kan zij, los van haar recht om schadevergoeding te vorderen, aanspraak maken op een klantenvergoeding.
3.6.
Tutti Frutti wil in ieder geval de volgende getuigen doen horen:
  • [getuige 1] wonende te [woonplaats 1] ,
  • [getuige 2] , wonende te [woonplaats 2] ;
  • [getuige 3] , vermoedelijk wonende te [plaats 1] ;
  • [getuige 4] , vermoedelijk wonende te [plaats 2] ;
  • [getuige 5] , wonende te [woonplaats 2] ;
  • [getuige 6] , wonende te [woonplaats 2] ;
  • [getuige 7] , wonende te [woonplaats 3] .

4.Het verweer

4.1.
Wagenaar verzet zich tegen het verzoek. Zij voert hiertoe – samengevat – het volgende aan.
4.2.
In tegenstelling tot wat Tutti Frutti stelt heeft het geschil tussen partijen geen betrekking op de vraag of Wagenaar onrechtmatig tegenover haar heeft gehandeld door andere inkoopprijzen aan Tutti Frutti te berekenen dan zij aan haar leverancier(s) heeft betaald. Het geschil ziet op de uitleg van de overeenkomst. Tutti Frutti had op basis van de overeenkomst de vrijheid om de groente- en fruitproducten of via Wagenaar in te kopen of via een derde partij. Op grond van de verhouding tussen partijen en de manier waarop partijen in de praktijk uitvoering hebben gegeven aan de overeenkomst was Wagenaar bevoegd om een gecalculeerde inkoopprijs in haar prijsaanbod aan Tutti Frutti te betrekken. Zij heeft dit dan ook gedaan.
4.3.
Een eventuele bewijsvoering zal volgens Wagenaar gericht moeten zijn op de uitleg van de overeenkomst en de manier waarop partijen in de praktijk samenwerkten. Bovendien blijkt uit het verzoekschrift dat Tutti Frutti een getuigenverhoor niet nodig heeft om een vordering op grond van onrechtmatige daad in te kunnen stellen tegen Wagenaar. Tutti Frutti stelt zelf dat zij hiervoor al het nodige bewijsmateriaal heeft verzameld.
4.4.
Voor zover de kantonrechter het verzoek niet afwijst, verzoekt Wagenaar de kantonrechter te bepalen dat de te houden getuigenverhoren betrekking hebben op de uitleg van de overeenkomst, waarbij de nadruk ligt op de uitleg van de prijsvorming en de provisieberekening.

5.De beoordeling

5.1.
Indien een verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor als bedoeld in artikel 186 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) voldoende concreet en ter zake dienend is en feiten bevat die zich lenen voor een getuigenverhoor, zal het in beginsel moeten worden toegewezen, tenzij de kantonrechter in zijn beslissing te vermelden feiten en omstandigheden aanwezig oordeelt op grond waarvan moet worden aangenomen dat van de bevoegdheid tot het bezigen van dit middel misbruik wordt gemaakt, of toewijzing van het verzoek strijdig is met een goede procesorde of moet afstuiten op een ander, door de kantonrechter zwaarwichtig geoordeeld, bezwaar.
5.2.
De kantonrechter zal het verzoek van Tutti Frutti afwijzen omdat er geen sprake is van feiten die zich lenen voor een voorlopig getuigenverhoor en omdat Tutti Frutti niet voldoende concreet heeft gemaakt dat zij het getuigenverhoor nodig heeft om te kunnen beslissen of het raadzaam is een gerechtelijke procedure tegen Wagenaar te starten. Bovendien stelt Wagenaar terecht dat eerst moet worden vastgesteld of haar werkwijze in strijd is met de overeenkomst tussen partijen. Alleen als die vraag bevestigend wordt beantwoord is eventueel onderzoek nodig omtrent de omvang van de schade van Tutti Frutti. Op dit moment is het verzoek prematuur en daarmee in strijd met de goede procesorde. De kantonrechter licht dit als volgt toe.
5.3.
Tutti Frutti gaat er blijkens haar verzoek vanuit dat Wagenaar onrechtmatig tegenover haar heeft gehandeld als Wagenaar andere bedragen als inkoopprijs heeft opgenomen in haar aanbod aan Tutti Frutti dan zij daadwerkelijk aan haar toeleveranciers betaalde. Wagenaar erkent in haar verweer dat zij op deze wijze inkoopprijzen heeft berekend en stelt dat dit op basis van de overeenkomst was toegestaan. Dit gebeurde onder meer als bij verschillende toeleveranciers, voor verschillende prijzen, werd ingekocht. Op dit punt is aldus geen bewijslevering nodig. De wijze waar op de aan Tutti Frutti te berekenen inkoopprijs mocht worden vastgesteld dient te worden beantwoord aan de hand van (uitleg van) de overeenkomst. Indien uit de overeenkomst zou blijken dat de werkwijze van Wagenaar niet is toegestaan, is sprake van een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst. Tutti Frutti stelt dat het verhogen van de inkoopprijzen onrechtmatig is omdat ‘valse’ bedragen werden ingevoerd in het relevante software-programma. Zonder nadere toelichting die ontbreekt valt niet in te zien waarom dat onrechtmatig zou zijn zo lang dit niet in strijd is met de overeenkomst. De vraag of er sprake was van instructies daartoe van [naam 2] , is tegen die achtergrond evenmin relevant.
5.4.
Voor zover Tutti Frutti met het horen van de getuigen een inschatting wil kunnen maken van de omvang van de – eventueel - geleden schade om haar procespositie te bepalen, geldt het volgende.
De vraag sinds wanneer, in welke mate en ten aanzien van welke orders Wagenaar de inkoopprijzen op de hiervoor beschreven wijze heeft vastgesteld betreft geen informatie die met een getuigenverhoor kan worden vastgesteld. Dergelijke informatie blijkt veeleer uit bijvoorbeeld een boekenonderzoek. Dit blijkt ook uit de getuigenverklaring van [getuige 1] die Tutti Frutti heeft overgelegd, waar [getuige 1] stelt dat hij niet meer exact weet hoe vaak dat ophogen is gebeurd (productie 4 bij het verzoek).
De conclusie is dat de door Tutti Frutti gewraakte werkwijze door Wagenaar niet wordt betwist, zodat daarvoor geen bewijslevering nodig is. Tutti Frutti heeft verder onvoldoende duidelijk gemaakt dat zij nog informatie nodig heeft om haar procespositie te bepalen. Het belang van Tutti Frutti bij een getuigenverhoor op dit moment is onvoldoende gebleken zodat de kantonrechter het verzoek in strijd met de goede procesorde oordeelt.
5.5.
De proceskosten komen voor rekening van Tutti Frutti, omdat zij ongelijk krijgt.
5.6.
De kosten aan de kant van Wagenaar worden tot op heden begroot op:
  • griffierecht € 126,00
  • salaris advocaat
Totaal € 689,00

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst het verzoek af,
6.2.
veroordeelt Tutti Frutti tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor Wagenaar worden vastgesteld op een bedrag van € 689,00,
6.3.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.E. Merkus en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.