Uitspraak
fRECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
€ 2.904,- bruto per maand exclusief emolumenten. Op de arbeidsovereenkomst is de cao gemeenten van toepassing.
“Dit ADO rapport van 14 juni 2021 is opnieuw een voortborduursel op de reeds lange achterhaalde oude meuk van de bedrijfsarts [BB] . Het rapport staat vol met feitelijke onjuistheden, onwaarheden en is ook verre van volledig (…)”
“Ik weet dat je gemandateerd bent om brieven in ieders naam te mogen schrijven vwb afdelingshoofden en directieleden. Zo ben je blijkbaar ook gemachtigd om vanuit andersmans mailboxen berichten te mogen versturen, zoals bijvoorbeeld vanuit die van mevrouw [HH] . Dit zal juridisch misschien wel mogen, maar het wordt al snel een andere zaak wanneer jij er je persoonlijke gramschap en onwaarheden in gaat verwerken. Dan wordt het niet alleen vals maar ook een vorm van machtsmisbruik. (…) Waarom kun je mij zelf niet persoonlijk antwoorden. Moet je ook dit weer op deze manier doen om er jouw framing tav mijn persoon een nieuwe impuls mee te geven? (…)”
Aan uw e-mail wil ik weinig woorden vuil maken, anders dan dat ik de inhoud als onjuist, tendentieus en ondermijnend kwalificeer. Voorts is de toonzetting zeer onheus. Ik stel vast dat mijn eerdere waarschuwingen aan u geen enkel effect sorteren. Uw handelwijze past een goed ambtenaar allerminst. Dat is een zeer ernstige zaak waarover ik mij nader zal beraden. (…) Ik verlang allereerst van u dat u uw schriftelijke excuses aanbiedt voor dit bericht, niet alleen aan [CC] , maar ook aan mij. (…)”
“via verschillende wegen geadviseerd dat dit geen passend werk is en het advies is te re-integreren in passend werk.”
3.Het verzoek
4.Het verweer
welontstaan na de ziekmelding van [gedaagde] en door de Gemeente gecreëerd. Meer specifiek is enkel sprake van een verstoorde arbeidsverhouding met [CC] . Verder heeft de Gemeente altijd voor ogen gehad om [gedaagde] niet meer te laten re-integreren in zijn eigen functie. Ook is er door de Gemeente geen serieuze poging gedaan om [gedaagde] te herplaatsen.
5.De beoordeling
voorde ziekmelding ook verstoord te noemen. De kantonrechter is van oordeel dat uit de ingebrachte stukken voldoende blijkt dat de verstandhouding tussen [gedaagde] en de Gemeente in ieder geval vanaf de reorganisatie in 2019, dus al geruime tijd vóór de laatste ziekmelding, verstoord is en tot heden onafgebroken verstoord is gebleven c.q. nog erger verstoord is geraakt.