ECLI:NL:RBNHO:2022:5027

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
1 juni 2022
Publicatiedatum
9 juni 2022
Zaaknummer
9070513 \ CV EXPL 21-1485
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor vertraging van luchtreis en buitengewone omstandigheden

In deze zaak hebben passagiers een vordering ingesteld tegen de vervoerder, Austrian Airlines AG, wegens vertraging van hun vlucht van Amsterdam naar Butmir via Wenen op 15 maart 2019. De passagiers claimen compensatie op basis van de Verordening (EG) nr. 261/2004, die regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij annulering of langdurige vertraging van vluchten. De passagiers zijn 17 uur en 11 minuten later aangekomen dan gepland, omdat zij hun aansluitende vlucht naar Butmir hebben gemist door een vertraging van hun eerste vlucht, OS374, die werd veroorzaakt door buitengewone omstandigheden, namelijk slotrestricties opgelegd door de luchtverkeersleiding.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vervoerder niet aansprakelijk is voor de vertraging, omdat deze deels het gevolg was van buitengewone omstandigheden. De vervoerder heeft voldoende aangetoond dat de vertraging van vlucht OS373, die de oorzaak was van de vertraging van vlucht OS374, het gevolg was van door de luchtverkeersleiding opgelegde slotrestricties. De kantonrechter oordeelt dat de passagiers hun aansluitende vlucht naar Butmir zouden hebben gehaald zonder deze buitengewone omstandigheden, maar dat de uiteindelijke vertraging op de eindbestemming het gevolg was van deze omstandigheden.

De vordering van de passagiers tot betaling van compensatie wordt afgewezen, en de proceskosten worden aan de passagiers opgelegd. De kantonrechter concludeert dat de vervoerder alle redelijke maatregelen heeft getroffen om de vertraging te voorkomen en dat de passagiers ongelijk krijgen in hun vordering.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 9070513 \ CV EXPL 21-1485
Uitspraakdatum: 1 juni 2022
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:

1.[eiser 1]

2.
[eiser 2]
3.
[eiser 3]
4.
[eiser 4]
5.
[eiser 5]
6.
[eiser 6]
7.
[eiser 7]
8.
[eiser 8]allen wonende te [plaats]
eisers
hierna gezamenlijk te noemen de passagiers
gemachtigde mr. I.G.B. Maertzdorff (EUclaim B.V.)
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
Austrian Airlines AG
statutair gevestigd te Wenen (Oostenrijk), mede kantoorhoudende te Schiphol
gedaagde
hierna te noemen de vervoerder
gemachtigde mr. P.C.X. de Leede en mr. E.A. Pluijm (Russell Advocaten)

1.Het procesverloop

1.1.
De passagiers hebben bij dagvaarding van 8 december 2020 een vordering tegen de vervoerder ingesteld. De vervoerder heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
De passagiers hebben hierop schriftelijk gereageerd, waarna de vervoerder een schriftelijke reactie heeft gegeven. De passagiers hebben hierna nog een akte genomen.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan de vervoerder de passagiers diende te vervoeren van Amsterdam-Schiphol Airport via Vienna International Airport, Wenen (Oostenrijk) naar Butmir Airport (Bosnië-Herzegovina) op 15 maart 2019.
2.2.
Volgens de overeenkomst zouden de passagiers op 15 maart 2019 om 17:45 uur lokale tijd vanuit Amsterdam-Schiphol Airport met vlucht OS374 vertrekken en om 19:35 uur lokale tijd aankomen op Vienna International Airport. Vanuit daar zouden zij met vlucht OS759 om 20:20 uur lokale tijd verder vliegen naar Butmir Airport om daar om 21:25 uur lokale tijd aan te komen.
2.3.
Vlucht OS374 van Amsterdam-Schiphol Airport naar Vienna International Airport (hierna: de vlucht) is vertraagd uitgevoerd als gevolg waarvan de passagiers hun aansluitende vlucht naar de eindbestemming hebben gemist. De passagiers zijn omgeboekt naar een alternatieve vlucht en zijn hierdoor 17 uur en 11 minuten later dan oorspronkelijk gepland aangekomen op de overeengekomen eindbestemming.
2.4.
EUclaim B.V. heeft namens de passagiers compensatie van de vervoerder gevorderd in verband met voornoemde vertraging.
2.5.
De vervoerder heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering

3.1.
De passagiers vorderen dat de vervoerder bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 2.000,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 15 maart 2019, althans vanaf datum ingebrekestelling dan wel vanaf de datum van betekening van de dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 363,00 dan wel € 363,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.2.
De passagiers hebben aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagiers stellen dat de vervoerder vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is hen te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 250,00 per passagier.
3.3.
De vervoerder betwist de vordering. Op zijn verweer wordt - voor zover relevant - bij de beoordeling van het geschil ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
4.2.
Vast staat dat de passagiers met een vertraging van meer dan drie uur aangekomen zijn op de overeengekomen eindbestemming Butmir Airport, zodat de vervoerder op grond van de Verordening in beginsel gehouden is de compensatie als bedoeld in de Verordening te voldoen. Dit is anders indien hij kan aantonen dat de vertraging het gevolg is van buitengewone omstandigheden als bedoeld in artikel 5 lid 3 van de Verordening. Gelet op het arrest Wallentin-Hermann (C-549/07) van het Hof van 22 december 2008 dient een vervoerder in het voorkomende geval aan te tonen dat hij zelfs met de inzet van alle beschikbare materiële en personeelsmiddelen de buitengewone omstandigheden kennelijk niet had kunnen vermijden – behoudens indien hij op het relevante tijdstip onaanvaardbare offers uit het oogpunt van de mogelijkheden van zijn onderneming had gebracht – en dat de buitengewone omstandigheden waarmee hij werd geconfronteerd tot de langdurige vertraging van de vlucht leidden.
4.3.
De vervoerder doet een beroep op (doorwerking van) buitengewone omstandigheden en betoogt daartoe dat de onderhavige vlucht onderdeel was van de rotatievlucht Wenen-Amsterdam-Wenen (vluchten OS373 en OS374). Vlucht OS373 is vertraagd uitgevoerd wegens door de luchtverkeersleiding opgelegde slotrestricties. De door de luchtverkeersleiding opgelegde slotrestricties dienen als een buitengewone omstandigheid te worden aangemerkt, aldus de vervoerder. De vertraging van vlucht OS373 werkt door naar de onderhavige vlucht. Ter onderbouwing van zijn standpunt heeft de vervoerder de vluchtrapporten van vluchten OS373 en OS374 overgelegd, alsmede de
Slot Allocation Messagesen de
Slot Revision Messagesvan vlucht OS373.
4.4.
Uit de overgelegde stukken kan het volgende worden afgeleid. De rotatievlucht is gestart met vlucht OS373. Deze vlucht is blijkens het vluchtrapport vertraagd uitgevoerd wegens code 84, hetgeen staat voor: “
ATFM due to weather at destination.” Dat specifiek aan vlucht OS373 slotrestricties waren opgelegd blijkt volgens de vervoerder uit de afgegeven de
Slot Allocation Messagesen de
Slot Revision Messages(hierna tezamen genoemd:
Slot History) van de vlucht. Uit de
Slot Historyblijkt dat de luchtverkeersleiding om 12:05 uur UTC (13:05 uur lokale tijd), reeds twee uur vóór de geplande vertrektijd, de oorspronkelijke slot van 14:05 uur UTC (15:05 uur lokale tijd) heeft ingetrokken en aan het toestel een slot van 14:44 uur UTC (15:44 uur lokale tijd) heeft toegekend. Hierna heeft de luchtverkeersleiding meerdere malen de slot gewijzigd. Uiteindelijk is een slot van 15:04 uur UTC (16:04 lokale tijd) aan het toestel toegekend. De vlucht heeft van dit slot gebruik gemaakt, aldus de vervoerder. Uit de
Slot Historyblijkt dat het opleggen van de nieuwe slottijden telkens werd veroorzaakt door code 84. Vlucht OS373 is met een vertrekvertraging van 40 minuten uitgevoerd. Anders dan de passagiers is de kantonrechter van oordeel dat de vervoerder voldoende heeft aangetoond dat vlucht OS373 onderworpen was aan restricties. De gewijzigde slottijden wegens code 84 kunnen dan ook worden aangemerkt als een buitengewone omstandigheid in de zin van artikel 5 lid 3 van de Verordening. Wanneer een vlucht een nieuw slot opgelegd krijgt heeft deze vlucht immers niet de mogelijkheid om toch eerder te vertrekken. Een nieuw slot moet altijd worden opgevolgd en is niet inherent aan de normale bedrijfsuitvoering. Niet gesteld noch gebleken is dat de luchtverkeersleiding de slot heeft opgelegd door toedoen van de vervoerder.
4.5.
De vraag die vervolgens voorligt is of voornoemde buitengewone omstandigheid doorwerkt naar de vlucht in kwestie. De kantonrechter dient te toetsen of er een rechtstreeks causaal verband bestaat tussen de genoemde omstandigheden en de vertraging van de vlucht in kwestie. Voldoende gebleken is dat de vertraging van vlucht OS373 direct effect heeft gehad op de uitvoering van de onderhavige vlucht. De onderhavige vlucht is immers onderdeel van de rotatievlucht Wenen-Amsterdam-Wenen en de vluchten zijn met hetzelfde toestel (toestel: OELBX) uitgevoerd. De buitengewone omstandigheid die zich heeft voorgedaan tijdens de uitvoering van vlucht OS373 werkt dan, anders dan de passagiers stellen, ook door naar de onderhavige vlucht. De vertragingsduur wegens vertragingscode 93 bedraagt blijkens het vluchtrapport van de onderhavige vlucht 47 minuten. Gesteld noch gebleken is waarom de vertraging is opgelopen tot 47 minuten. In deze stand van zaken wordt een vertrekvertraging voor de duur van 40 minuten aangemerkt als een vertraging ontstaan vanwege een buitengewone omstandigheid.
4.6.
Naast code 93 wordt in het vluchtrapport van de onderhavige vlucht codes 89 en 14 genoemd, waardoor de vlucht met een vertrekvertraging van 13 minuten is uitgevoerd. De vervoerder doet ten aanzien van de vertraging wegens code 14 geen beroep op buitengewone omstandigheden. De vervoerder heeft ten aanzien van de vertraging wegens code 89 onvoldoende onderbouwd dat de vertraging is ontstaan vanwege een buitengewone omstandigheid. Resumerend kan enkel een vertrekvertraging van 40 minuten wegens code 93 aangemerkt worden als een vertraging ontstaan vanwege een buitengewone omstandigheid.
4.7.
Nu de vertraging van de onderhavige vlucht deels door buitengewone omstandigheden en deels door andere omstandigheden is veroorzaakt, dient te worden vastgesteld of de passagiers hun aansluitende vlucht zou hebben gehaald zonder de buitengewone omstandigheid. De passagiers zijn om 20:08 uur lokale tijd aangekomen te Wenen. De aansluitende vlucht van de passagiers naar Butmir Airport stond om 20:20 uur lokale tijd gepland te vertrekken. Zonder de buitengewone omstandigheid van 40 minuten zou de vlucht om 19:28 uur lokale tijd te Wenen zijn gearriveerd. De minimale overstaptijd in Wenen bedraagt 25 minuten. Indien er geen buitengewone omstandigheid was opgetreden, dan zouden de passagiers hun aansluitende vlucht hebben gehaald. Hieruit volgt dan ook dat de uiteindelijke vertraging van de passagiers op de eindbestemming het gevolg is geweest van buitengewone omstandigheden.
4.8.
De passagiers stellen dat de opgelegde restricties niet hebben geleid tot een langdurige vertraging, maar deze stelling kan hen niet baten nu de vertraging op de eindbestemming leidend is. De uiteindelijke vertraging van de passagiers op hun eindbestemming bedroeg meer dan drie uur. Deze vertraging is het directe gevolg geweest van de vertraagde uitvoering van de vlucht en daarmee ook het gevolg van buitengewone omstandigheden. De passagiers hebben immers hierdoor de aansluitende vlucht naar Butmir Airport gemist. Gelet op het voorgaande kan de vertraging van de vlucht als langdurig worden aangemerkt.
4.9.
De volgende vraag die voorligt is of de vervoerder alle redelijke maatregelen heeft getroffen om de vertraging van de passagiers te voorkomen dan wel te beperken. De vervoerder heeft hierbij aangevoerd dat hij de passagiers heeft omgeboekt naar de eerst beschikbare vlucht. Voorts heeft de vervoerder aangevoerd dat tussen de aansluitende vluchten een overstaptijd van 45 minuten was gepland. De minimale overstaptijd te Wenen bedraagt 25 minuten. Daarboven heeft de vervoerder een buffer van 20 minuten ingebouwd. De kantonrechter acht een buffer van 20 minuten noodzakelijk, hetgeen de vervoerder in acht heeft genomen. In de gegeven omstandigheden kon er niet meer van de vervoerder worden verwacht. De vordering van de passagiers tot betaling van compensatie wegens vertraging van de vlucht zal worden afgewezen.
4.10.
De proceskosten komen voor rekening van de passagiers, omdat deze ongelijk krijgen. Ook de nakosten komen voor rekening van de passagiers, voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt. De gevorderde rente is toewijsbaar met ingang van de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt de passagiers tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor de vervoerder worden vastgesteld op een bedrag van € 374,00 aan salaris van de gemachtigde van de vervoerder en veroordeelt de passagiers tot betaling van € 93,50 aan nakosten voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening.
5.3.
verklaart dit vonnis, voor wat betreft de proceskostenveroordeling, uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter