ECLI:NL:RBNHO:2022:5205
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.C.J. Lommen
- N. Boots
- D. de Vrught
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak van seksueel binnendringen van minderjarige
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 14 juni 2022 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van seksueel binnendringen van een minderjarige. De tenlastelegging omvatte het laten betasten en aftrekken door de verdachte van zijn blote penis door het slachtoffer, dat op het moment van de feiten nog geen twaalf jaar oud was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk was in zijn vervolging. Tijdens de zitting op 31 mei 2022 heeft de officier van justitie gepleit voor bewezenverklaring van de tenlastelegging, waarbij zij zich baseerde op de verklaringen van het slachtoffer en een medeverdachte. De verdediging heeft echter betoogd dat de verdachte vrijgesproken moest worden, omdat de verklaringen van het slachtoffer inconsistent waren en de verklaring van de medeverdachte niet betrouwbaar was.
De rechtbank heeft de verklaringen van het slachtoffer en de medeverdachte zorgvuldig gewogen. Hoewel de rechtbank de verklaring van het slachtoffer als authentiek beschouwde, was er onvoldoende steunbewijs uit het dossier om de verdachte te veroordelen voor het ten laste gelegde feit van seksueel binnendringen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij zich schuldig had gemaakt aan het seksueel binnendringen van het lichaam van het slachtoffer. Daarom heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van de tenlastelegging.
De rechtbank heeft ook de vordering van de benadeelde partij, het slachtoffer, tot schadevergoeding afgewezen, omdat het ten laste gelegde feit niet bewezen was. De rechtbank heeft bepaald dat de benadeelde partij niet ontvankelijk is in de vordering en dat beide partijen hun eigen proceskosten moeten dragen.