In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 15 juni 2022 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de commanditaire vennootschap Gourmet C.V. en een gedaagde partij. Gourmet vorderde schadevergoeding als gevolg van spuitschade die was ontstaan door de toepassing van Maleine Hydranzine op een proefveld. De rechtbank oordeelde dat de schade aan Gourmet toerekenbaar was aan de gedaagde, die het proefveld had bespoten, en dat de schade voortvloeide uit een wanprestatie. De rechtbank heeft vastgesteld dat Gourmet door de MH-bespuiting extra kosten heeft gemaakt voor de inkoop van zaden en opnieuw te maken ontwikkelingskosten. De deskundige in de zaak heeft berekend dat de extra kosten voor Gourmet over een periode van zes jaar € 4.718.448,- bedragen, terwijl de ontwikkelingskosten op € 838.695,- zijn geschat. De rechtbank heeft de schadevergoeding vastgesteld op een totaalbedrag van € 1.961.000,05, waarbij rekening is gehouden met de eigen schuld van Gourmet. De rechtbank heeft geoordeeld dat 65% van de schade voor rekening van Gourmet komt en 35% voor rekening van de gedaagde. De rechtbank heeft ook de expertisekosten van € 16.000,- toegewezen, maar de buitengerechtelijke kosten van € 18.543,25 afgewezen. De wettelijke rente over de schadevergoeding is toegewezen vanaf 13 november 2018. De rechtbank heeft de gedaagde veroordeeld in de proceskosten en de kosten van de deskundige.