ECLI:NL:RBNHO:2022:536

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
24 januari 2022
Publicatiedatum
26 januari 2022
Zaaknummer
9588445 BM VERZ 21-2999
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.Th. Goossens
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing onderbewindstelling en toewijzing mentorschap met benoeming van een professionele mentor

Op 24 januari 2022 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de onderbewindstelling en het mentorschap van een betrokkene, geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum]. Het verzoek tot onderbewindstelling werd ingediend door Stichting Zorgbalans, vertegenwoordigd door mr. J.D. van der Heijden, advocaat te Hilversum. De kantonrechter heeft kennisgenomen van diverse ingediende stukken en heeft op 3 januari 2022 een mondelinge behandeling gehouden. De betrokkene vertoont een dementieel syndroom en heeft 24-uurs begeleiding nodig, wat niet meer met thuiszorg of mantelzorg kan worden opgevangen. De echtgenote van betrokkene, die in het buitenland verblijft, heeft bezwaar gemaakt tegen de verzoeken, maar de kantonrechter oordeelt dat een mentorschap noodzakelijk is. De echtgenote kan niet adequaat reageren op acute situaties door de afstand en is niet in staat om de zorg voor betrokkene goed te coördineren. De kantonrechter heeft daarom besloten om N.M. van der Knaap te benoemen als mentor. Het verzoek tot onderbewindstelling is afgewezen, omdat de echtgenote de financiën regelt en er geen bewijs is van financiële benadeling. De beslissing is openbaar uitgesproken en er kan hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Haarlem
Zaaknummers: 9588445 \ BM VERZ 21-2999 jb
9588446 \ MB VERZ 21-736
Uitspraakdatum: 24 januari 2022

Beschikking van de kantonrechter

Op verzoek van:
Stichting Zorgbalans
gevestigd te Haarlem,
hierna ook te noemen: verzoeker,
met betrekking tot:
[betrokkene] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
van wie het adres bekend is bij deze rechtbank,
hierna ook te noemen: betrokkene
gemachtigde: mr. J.D. van der Heijden,
advocaat te Hilversum.

procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
  • het verzoek met bijlagen, ter griffie ingekomen op 15 december 2021;
  • de brief met bijlage van Veilig Thuis, ingekomen op 17 december 2021;
  • de stelbrief van mr. Van der Heijden, ingekomen op 20 december 2021;
  • de brief met bijlagen van mr. Van der Heijden, ingekomen op 31 december 2021;
  • de brief met bijlagen van mr. Van der Heijden, ingekomen op 3 januari 2022.
Op 3 januari 2022 heeft een mondelinge behandeling van het verzoek plaatsgevonden.

bevoegdheid van de rechtbank

Mr. Van der Heijden heeft verzocht om verwijzing van deze zaak naar de rechtbank Den Haag omdat deze rechtbank ook de zorgmachtiging ten behoeve van betrokkene heeft verleend.
De kantonrechter wijst dit verzoek echter af omdat zij in deze zaak relatief bevoegd is te beslissen gelet op de woonplaats van betrokkene. Bovendien behoort de rechter die een zorgmachtiging verleent niet tot dezelfde sectie van de rechtbank waartoe de rechter behoort die op een verzoek tot onderbewindstelling en een mentorschap beslist en staan deze beslissingen los van elkaar.

beoordeling

Het verzoek strekt tot instelling van bewind over de goederen die aan betrokkene (zullen) toebehoren en tevens tot instelling van een mentorschap ten behoeve van betrokkene met benoeming van een professionele bewindvoerder en een professionele mentor.
Verzoeker heeft daartoe het volgende aangevoerd. Betrokkene heeft een dementieel syndroom waardoor zijn korte termijn geheugen is aangetast. Betrokkene heeft moeite met planmatige taken en overzicht bij complexe zaken. Hij heeft geen ziekte-inzicht en hij heeft dagelijks begeleiding nodig bij zijn verzorging en voeding.
Betrokkene is op 15 november 2021 met een IBS opgenomen in een zorglocatie van verzoeker. In zijn thuissituatie waren gevaarlijke situaties ontstaan en was er een groot zorgprobleem. Betrokkene vertoont onvoorspelbaar gedrag waarbij hij agressief kan worden. Verzoeker is van mening dat betrokkene 24-uurs begeleiding nodig heeft en dat dat niet meer met thuiszorg en/of mantelzorg is op te vangen. De echtgenote van betrokkene, die al een jaar in haar geboorteland [land] verblijft, heeft echter laten weten dat zij betrokkene thuis wil laten verzorgen door haar moeder en zuster en dat zij betrokkene desnoods komt ophalen en hem mee zal nemen naar [land] . Een constructief overleg over de benodigde zorg van betrokkene met de echtgenote is essentieel, maar dat blijkt niet mogelijk met haar, vandaar het onderhavige verzoek.
De echtgenote van betrokkene, [echtgenote betrokkene] , heeft bezwaar gemaakt tegen beide verzoeken. Een bewind is niet nodig omdat zij de financiële zaken prima kan regelen, ook vanuit [land] . Hoewel zij een mentorschap ook niet nodig vindt lijkt het haar nu, gelet op de huidige situatie, wel beter om een mentorschap te formaliseren en haar tot mentor te benoemen. Aanvankelijk is tussen haar en de zorgverleners miscommunicatie geweest, maar zij begrijpt nu dat zij met de zorgverleners in overleg moet om de benodigde zorg voor betrokkene te regelen. Voor overleg is zij goed bereikbaar via de telefoon en de computer. Zij wil de zorg echter wel realiseren in de thuissituatie, omdat dat de uitdrukkelijke wens is van betrokkene. Haar moeder en zuster zijn bereid om 24-uurs zorg te verlenen aan betrokkene in zijn huis.
De kantonrechter oordeelt voorts als volgt.
De kantonrechter acht voldoende aannemelijk geworden dat betrokkene als gevolg van zijn geestelijke of lichamelijke toestand tijdelijk of duurzaam niet in staat is of bemoeilijkt wordt ten volle zijn belangen van niet-vermogensrechtelijke aard zelf waar te nemen.
Uit de stukken en afgelegde verklaringen van verzoeker en belanghebbenden blijkt immers dat betrokkene 24-uurs begeleiding en zorg nodig heeft. Gelet hierop acht de kantonrechter instelling van een mentorschap noodzakelijk.
Vervolgens dient de kantonrechter te beoordelen wie tot mentor benoemd moet worden. Betrokkene heeft geen uitdrukkelijke voorkeur uitgesproken met betrekking tot de vraag wie zijn mentor zou moeten worden behalve dan zijn voorkeur voor thuisverzorging.
Ingevolge artikel 1:452 lid 4 van het Burgerlijk Wetboek (BW) wordt bij voorkeur indien de betrokkene is gehuwd, een geregistreerd partnerschap is aangegaan of anderszins een levensgezel heeft, de echtgenoot, de geregistreerde partner dan wel andere levensgezel tot mentor benoemd.
In dit geval is de kantonrechter echter van oordeel dat de echtgenote niet tot mentor moet worden benoemd. Hoewel zij stelt goed bereikbaar te zijn via telefoon en computer vormt de afstand [land] – Nederland toch een obstakel bij acute situaties. Echtgenote heeft ook verklaard dat zij, om haar moverende redenen, niet naar Nederland kan komen, zodat zij de daadwerkelijke lichamelijke en geestelijke toestand van betrokkene ook niet goed kan beoordelen, wat wel van belang is bij een nieuwe zorgvraag en het overleg daarover.
De kantonrechter zal daarom de door verzoeker voorgestelde professionele mentor benoemen.
Voor het instellen van een bewind ziet de kantonrechter geen aanleiding. Hoewel de geestelijke of lichamelijke toestand van betrokkene op zichzelf gezien een grond is voor het instellen van een bewind, ziet de kantonrechter niet de noodzaak daarvan in nu de echtgenote de financiën regelt en de zorgkosten ook tijdig worden voldaan. Weliswaar bestaan bij Veilig Thuis vermoedens van financiële benadeling van betrokkene, maar dat blijkt nergens uit. De kantonrechter acht het verzoek tot instellen van een bewind dan ook onvoldoende onderbouwd en wijst het daarom af.
De beslissing luidt dan ook als volgt.

beslissing

De kantonrechter:
  • stelt een mentorschap in ten behoeve van eerder genoemde [betrokkene] ;
  • benoemt tot mentor: N.M. van der Knaap h.o.d.n. Mentorschap Nicole van der Knaap t.h.o.d.n. Nicole van der Knaap, Kvkno. 64336336, correspondentieadres: Het Fort 19, 1424 RW De Kwakel;
  • stelt de jaarbeloning van de mentor vast overeenkomstig artikel 4 lid 2 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren;
  • stelt de beloning van de mentor voor de aanvangswerkzaamheden vast op een bedrag van € 586,00 (exclusief btw);
  • wijst het overige of meer verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.Th. Goossens, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam binnen drie maanden na de dag van deze uitspraak (dit dient te geschieden door een advocaat). OBB04