In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eisers tegen het primaire besluit van 23 oktober 2020 waarin verweerder het verzoek om handhaving van eisers met betrekking tot de bouw van recreatiepark Ecoresort Wijdenes heeft afgewezen. Het bestreden besluit van 1 april 2021 op het bezwaar van eisers is verweerder bij dat besluit gebleven. De rechtbank heeft het beroep op 9 mei 2022 op zitting behandeld. De eisers, woonachtig op een nabijgelegen perceel, hebben verweerder verzocht om handhavend op te treden tegen de realisatie van het westelijke deel van het recreatiepark, omdat zij van mening zijn dat er geen verblijfsrecreatief bedrijf is gevestigd en dat de bouwwerken in strijd zijn met de geldende bestemmingsplannen. Verweerder heeft het verzoek afgewezen, stellende dat de bouwwerken voldoen aan de definitie van 'kampeermiddel' en dat er wel degelijk een verblijfsrecreatief bedrijf is gevestigd.
De rechtbank oordeelt dat de bouwwerken op het westelijke deel van het recreatiepark niet kunnen worden aangemerkt als 'kampeermiddel' zoals bedoeld in de planregels. De rechtbank stelt vast dat de bouwwerken qua omvang en uitstraling niet vergelijkbaar zijn met een stacaravan en dat zij in strijd met het bestemmingsplan zijn geplaatst. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt verweerder op om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Tevens wordt verweerder veroordeeld tot betaling van het griffierecht en proceskosten aan eisers.