ECLI:NL:RBNHO:2022:5438

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
30 mei 2022
Publicatiedatum
24 juni 2022
Zaaknummer
C/15/327999 / FA RK 22/2197
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.Th. Goossens
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor een betrokkene met een persoonlijkheidsstoornis

Op 30 mei 2022 heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, een beschikking gegeven in een zaak betreffende de verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. De officier van justitie had op 13 mei 2022 een verzoekschrift ingediend voor de afgifte van een zorgmachtiging ten aanzien van de betrokkene, die lijdt aan een psychische stoornis, specifiek een persoonlijkheidsstoornis met borderline trekken en emotie regulatieproblematiek, in combinatie met middelenafhankelijkheid. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde dag als de beschikking gehouden, waarbij de betrokkene en haar advocaat aanwezig waren, maar de officier van justitie niet.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er ernstige risico's zijn voor de betrokkene en anderen, waaronder levensgevaar en ernstig lichamelijk letsel. Ondanks de bereidheid van de betrokkene om zich vrijwillig te laten behandelen, heeft de rechtbank onvoldoende vertrouwen in haar vermogen om deze behandeling op vrijwillige basis voort te zetten. De rechtbank heeft geconcludeerd dat verplichte zorg noodzakelijk is, gezien het verleden van de betrokkene met suïcidepogingen en het gebrek aan ziekte-inzicht. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van 12 maanden, tot en met 30 mei 2023, met specifieke vormen van verplichte zorg zoals het toedienen van medicatie en het beperken van bewegingsvrijheid.

De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. M.Th. Goossens, rechter, en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 7 juni 2022. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
locatie Alkmaar
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
zaak-/rekestnr.: C/15/327999 / FA RK 22/2197
beschikking van de enkelvoudige kamer van 30 mei 2022,
naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg, ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] te [plaats] ,
wonende te [plaats] ,
thans verblijvende in [verblijfplaats]
,
hierna: betrokkene,
advocaat mr. E. Boskma, gevestigd te Alkmaar.

1.Procedure

1.1.
Bij het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 13 mei 2022, heeft de officier van justitie verzocht om afgifte van een zorgmachtiging ten aanzien van betrokkene.
1.2.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring van 29 april 2022;
  • het zorgplan van 6 mei 2022;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur van 10 mei 2022.
1.3.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 30 mei 2022, in het gebouw van voornoemde accommodatie.
afdoende is gewaarborgd door deelname van de advocaat aan de zitting en de eigen inbreng van betrokkene.
1.4.
De rechtbank heeft de volgende personen gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
  • [arts-assistent] , arts-assistent.
1.5.
De officier van justitie heeft aangegeven niet ter zitting te zullen verschijnen.

2.Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten persoonlijkheidsstoornis met borderline trekken en emotie regulatieproblematiek in combinatie met afhankelijkheid van middelen.
2.2.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er door voornoemde stoornis ernstig nadeel voor of van betrokkene of een ander is, te weten:
  • levensgevaar;
  • ernstig lichamelijk letsel.
2.3.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen of de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
2.4.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig. Op grond van de medische verklaring, het zorgplan, het advies van de geneesheer-directeur en hetgeen is besproken ter zitting, worden de volgende vormen van verplichte zorg nodig geacht:
  • het toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • het beperken van bewegingsvrijheid;
  • onderzoek aan kleding of lichaam;
  • onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
  • het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
  • het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
  • opnemen in een accommodatie.
2.5.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.6.
De advocaat van betrokkene heeft de rechtbank verzocht het verzoek van de officier van justitie af te wijzen. Betrokkene erkent de problematiek, maar is gemotiveerd om zich te laten behandelen op vrijwillige basis, zodat de noodzaak voor zorg in een gedwongen kader ontbreekt
2.7.
De rechtbank heeft, gelet op de stukken, de verkregen informatie en het verhandelde ter zitting, onvoldoende vertrouwen dat betrokkene haar behandeling op vrijwillige basis zal voortzetten en verwerpt hiermee het verweer van de advocaat. Weliswaar is ter zitting gebleken dat het beter gaat met betrokkene, maar het behandelteam is van mening dat betrokkene een intensieve vervolgbehandeling moet ondergaan. Het plan is om betrokkene op te nemen met een zorgmachtiging in de VPP kliniek in Den Haag (Verslavingskliniek voor Persoonlijkheidsproblematiek). Met een zorgmachtiging is het mogelijk om betrokkene extern te begrenzen tijdens de behandeling, met name op momenten die moeilijk zullen zijn voor betrokkene In het verleden zijn opnames op vrijwillige basis altijd door betrokkene afgebroken op het moment dat de spanning te hoog werd, waardoor een effectieve behandeling niet van de grond kon komen. Hierdoor blijft het gevaar bestaan dat betrokkene nieuwe suïcidepogingen onderneemt. Betrokkene heeft het afgelopen anderhalf jaar zichzelf meer dan 20 keer getracht zich van het leven te benemen, soms meerdere keren per week, met name onder invloed van het gebruik van alcoholhoudende drank Betrokkene heeft dan zelf geen controle meer en met haar zijn in deze periodes, ondanks goede wil van haar kant, geen effectieve afspraken te maken.
De door betrokkene ter zitting geuite bereidheid om zich op vrijwillige basis te laten behandelen, acht de rechtbank daarom onvoldoende bestendig, mede omdat het bij betrokkene ontbreekt aan voldoende ziekte-inzicht. Gelet op voorgaande is de rechtbank is van oordeel dat verplichte zorg noodzakelijk is.
2.8.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief.
2.9.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de duur van 12 maanden, en geldt aldus tot en met 30 mei 2023.

3.Beslissing

De rechtbank:
- verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [betrokkene] , geboren op
[geboortedatum] te [plaats] , met de vormen van verplichte zorg zoals hierboven onder 2.4 is vermeld, alles voor de volledige duur van de zorgmachtiging, tenzij onder 2.4 een kortere duur is vermeld.
- bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
30 mei 2023.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.Th. Goossens, rechter, in tegenwoordigheid van E.B.B.M. van Linden als griffier en in het openbaar uitgesproken op 30 mei 2022.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 7 juni 2022.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.