ECLI:NL:RBNHO:2022:5678

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
22 juni 2022
Publicatiedatum
30 juni 2022
Zaaknummer
9623582 \ CV EXPL 22-147
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van loon voor advies- en begeleidingswerkzaamheden in het kader van plaatsing als student-honkballer

In deze zaak vordert UStudy B.V. betaling van een bedrag van € 1.515,00 van de gedaagden, ouders van een zoon die als student-honkballer op een college in de Verenigde Staten geplaatst wilde worden. UStudy heeft in opdracht van de gedaagden advies- en begeleidingswerkzaamheden verricht, maar de gedaagden betwisten de vordering. Zij stellen dat de plaatsing niet door UStudy is gerealiseerd, maar door hun zoon zelf is geregeld. De kantonrechter oordeelt dat het werk van UStudy een significante bijdrage heeft geleverd aan de aanmelding van de zoon bij het college, en dat de gedaagden daarom verplicht zijn om het gevorderde bedrag te betalen. De kantonrechter wijst de vordering toe en oordeelt dat de gedaagden ook de wettelijke rente en proceskosten moeten vergoeden. De uitspraak is gedaan op 22 juni 2022.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 9623582 \ CV EXPL 22-147 BL
Uitspraakdatum: 22 juni 2022
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
UStudy B.V.
gevestigd te 's-Gravenhage
eiseres
verder te noemen: UStudy
gemachtigde: Incassobureau IntoCash (mr. drs. C. Sneevliet)
tegen

1.[gedaagde 1]

2.
[gedaagde 2]
beiden wonende te [woonplaats]
gedaagden
verder te noemen: [gedaagden]
gemachtigde: DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringsmaatschappij N.V. (mr. N. Holst)
De zaak in het kort
UStudy heeft in opdracht van [gedaagden] advies- en begeleidingswerkzaamheden verricht voor hun zoon, ten behoeve van plaatsing als student-honkballer op een college in de Verenigde Staten. UStudy vordert betaling van loon voor deze werkzaamheden.
vinden dat zij geen loon verschuldigd zijn, omdat de plaatsing niet tot stand is gekomen door bemiddeling van Ustudy, maar door hun zoon zelf geregeld is. Verder betwisten [gedaagden] dat UStudy werkzaamheden heeft verricht waarvoor een loon van € 1.515,00 redelijk is.
De kantonrechter oordeelt dat het door UStudy verrichte werk een factor van betekenis is geweest bij de aanmelding van de zoon van [gedaagden] bij het college van zijn voorkeur, zodat Ustudy aanspraak heeft op een redelijk loon. Voor zover [gedaagden] zich erop beroepen dat UStudy de werkzaamheden niet deugdelijk heeft verricht, hebben zij daarvoor onvoldoende aangevoerd. Het gevorderde bedrag van € 1.515,00 moet als redelijk loon worden beschouwd, zodat de vordering wordt toegewezen.

1.Het procesverloop

1.1.
Ustudy heeft bij dagvaarding van 30 december 2021 een vordering tegen [gedaagden] ingesteld. [gedaagden] hebben schriftelijk geantwoord.
1.2.
Op 25 mei 2022 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Voorafgaand aan de zitting heeft UStudy bij brief van 11 mei 2022 nog stukken toegezonden.

2.De feiten

2.1.
UStudy is een organisatie die sporters begeleidt bij plaatsing in studie- en sporttrajecten in het buitenland.
2.2.
[gedaagden] zijn ouders van zoon [zoon gedaagden] , geboren op [geboortedatum] .
2.3.
Op verzoek van [gedaagden] heeft Maatschap GUTS (rechtsvoorganger van UStudy) op 12 november 2017 een offerte uitgebracht voor een advies- en begeleidingstraject voor [zoon gedaagden] , ten behoeve van plaatsing als student-honkballer in een studie- en sporttraject in de Verenigde Staten. UStudy was destijds een van de maten van Maatschap GUTS.
2.4.
Onder ‘Wensen en doelstelling’ vermeldt de offerte dat [zoon gedaagden] als doel heeft om met ingang van augustus 2020 als student-honkballer te starten op een prep school of college (en bij start op een prep school in 2021 wil doorgaan op een college), waar hij wil uitkomen voor het varsity honkbal van de betreffende prep school c.q. het betreffende college.
2.5.
Onder ‘Begroting’ staat in de offerte dat de totale kosten van een succesvol afgerond advies- en begeleidingstraject € 3.993,00 bedragen, en dat dit bedrag (in geval van instroom in een college) moet worden gedaan als volgt: € 363,00 direct na ondertekening van de offerte en € 3.630,00 zodra [zoon gedaagden] is aangenomen op minstens één van de colleges van zijn voorkeur.
2.6.
Deze offerte is op 24 januari 2018 door [gedaagden] geaccepteerd en ondertekend. Het hiervoor genoemde bedrag van € 363,00 is door [gedaagden] betaald.
2.7.
In oktober 2019 is [zoon gedaagden] door [naam 1] (studie- en sportbegeleider bij GUTS en eigenaar van UStudy, hierna te noemen: [naam 1] ) onder de aandacht gebracht van [naam 3] , Head Baseball Coach bij Los Medanos College (verder: LMC) in Pittsburg, Californië. [naam 3] vond het niveau van [zoon gedaagden] destijds niet voldoende voor plaatsing.
2.8.
[zoon gedaagden] heeft ervoor gekozen om gedurende studiejaar 2020-2021 een tussenjaar te nemen, om zich te richten op het verbeteren van zijn honkbalkwaliteiten. Dit voornemen heeft hij in januari 2020 met GUTS besproken. Het was toen de bedoeling dat [zoon gedaagden] zijn tussenjaar in Nederland zou doorbrengen. Uiteindelijk heeft [zoon gedaagden] zijn tussenjaar doorgebracht aan Combine Baseball Academy in Lincolnton, North Carolina. Deze keuze hebben [gedaagde 1] , [gedaagde 2] en [zoon gedaagden] gemaakt in maart 2020, buiten GUTS om.
2.9.
Op 3 februari 2021 hebben GUTS, UStudy, [gedaagde 2] en [gedaagde 1] een overeenkomst tot contractovername ondertekend, waarmee UStudy de rechten en plichten van GUTS ten opzichte van [gedaagden] heeft overgenomen.
2.10.
In april 2021 heeft [zoon gedaagden] zich aangemeld bij LMC, waar hij met ingang van augustus 2021 studeert en als honkballer speelt in het team van [naam 3] .
2.11.
Op 19 april 2021 heeft UStudy aan [gedaagden] een bedrag van € 1.515,00 in rekening gebracht, voor advies en begeleiding van [zoon gedaagden] naar een college varsity honkbalteam in de Verenigde Staten.

3.De vordering en het verweer

3.1.
Ustudy vordert dat de kantonrechter [gedaagden] hoofdelijk veroordeelt tot betaling van het hiervoor genoemde factuurbedrag van € 1.515,00, te vermeerderen met de wettelijke rente (tot 13 december 2021 berekend op € 17,35). Ustudy legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat GUTS en Ustudy in opdracht van [gedaagden] advies- en begeleidingswerkzaamheden hebben verricht, die ertoe hebben geleid dat [zoon gedaagden] is aangenomen op LMC, en waarvoor [gedaagden] een redelijk loon van € 1.515,00 moeten betalen.
3.2.
[gedaagden] betwisten de vordering, en voeren daartoe – samengevat – het volgende aan. Partijen zijn overeengekomen dat [gedaagden] pas moeten betalen bij plaatsing door bemiddeling van GUTS/UStudy. Deze situatie doet zich niet voor, omdat het contact tussen GUTS en [naam 3] in 2019 niet heeft geleid tot een plaatsing op LMC, en [zoon gedaagden] zijn plaatsing in 2021 zelf heeft geregeld. Subsidiair betwisten [gedaagden] dat door GUTS/UStudy werkzaamheden zijn verricht waarvoor het redelijk is een loon van € 1.515,00 te betalen.

4.De beoordeling

4.1.
Partijen zijn het erover eens dat op 24 januari 2018 een overeenkomst van opdracht tot stand is gekomen. Ook staat vast dat GUTS en UStudy advies- en begeleidingswerkzaamheden voor [zoon gedaagden] hebben verricht. In de overeenkomst is bepaald dat voor [gedaagden] een verplichting tot betaling van € 3.630,00 ontstaat zodra [zoon gedaagden] is aangenomen op minstens één van de colleges van zijn voorkeur. Gebleken is dat LMC het college van voorkeur van [zoon gedaagden] was, en vast staat dat [zoon gedaagden] daar in april 2021 is aangenomen voor studiejaar 2021-2022. Daarmee is het uitgangspunt dat [gedaagden] moeten betalen voor de verrichte werkzaamheden.
4.2.
[gedaagden] stellen zich op het standpunt dat ze niets aan UStudy hoeven te betalen, omdat – kort gezegd – de plaatsing op LMC in 2021 door [zoon gedaagden] zelf is geregeld, en niet het resultaat is van bemiddeling door GUTS/UStudy. Verder vinden [gedaagden] dat de werkzaamheden die door GUTS en UStudy zijn verricht niet zodanig van aard en omvang zijn dat daarvoor – in aanvulling op de aanbetaling van € 363,00 – nog loon gevorderd kan worden. Het verweer van [gedaagden] slaagt niet. Daarbij is het volgende van belang.
4.3.
UStudy heeft WhatsApp-berichten overgelegd, die in de periode van 27 augustus 2018 tot en met 6 april 2021 zijn verstuurd in de groep ‘ [zoon gedaagden] Goes USA’. Deelnemers van deze WhatsApp-groep zijn [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , [zoon gedaagden] , [naam 1] en [naam 2] (Athletic director van GUTS). Uit deze berichten blijkt dat GUTS/UStudy regelmatig contact had met [gedaagde 1] , [gedaagde 2] en [zoon gedaagden] , ook via Skypegesprekken, en dat begeleiding is geboden bij de te nemen stappen voor plaatsing op een voor [zoon gedaagden] geschikt studie- en honkbaltraject in de Verenigde Staten. Bij het aangaan van de overeenkomst was het de bedoeling dat [zoon gedaagden] met ingang van augustus 2020 (studiejaar 2020-2021) zou starten als student-honkballer. In lijn daarmee blijkt uit de WhatsApp-berichten dat GUTS tot en met september 2019 vooral bezig is geweest met het samenstellen van een dossier voor [zoon gedaagden] (met onder meer een CV, aanbevelingsbrieven, videomateriaal en studieresultaten), heeft geadviseerd over af te leggen testen en dat partijen gesproken hebben over de wensen en mogelijkheden van [zoon gedaagden] .
4.4.
Op 24 oktober 2019 is [zoon gedaagden] door [naam 1] onder de aandacht gebracht van coach [naam 3] van LMC. De volgende dag heeft [naam 1] het CV en een video van [zoon gedaagden] aan [naam 3] gemaild. Vervolgens heeft [naam 2] op 30 november 2019 een e-mail aan [gedaagde 1] , [gedaagde 2] en [zoon gedaagden] gestuurd, met adviezen en instructies voor (de voorbereiding van) het gesprek met [naam 3] , documentatie en informatie over het honkbal- en studieaanbod van LMC, de kosten en contactgegevens. [gedaagden] erkennen dat het eerste contact tussen [zoon gedaagden] en LMC tot stand is gebracht door GUTS. Verder zijn partijen het erover eens dat dit niet heeft geleid tot een plaatsing op LMC voor studiejaar 2020-2021, omdat het honkbalniveau van [zoon gedaagden] destijds als niet voldoende werd beoordeeld door [naam 3] .
4.5.
[zoon gedaagden] heeft besloten studiejaar 2020-2021 als tussenjaar te besteden aan Combine Baseball Academy, om zich intensief te richten op het verbeteren van zijn honkbalniveau. Dit besluit staat los van de opdracht die [gedaagden] aan GUTS/UStudy hebben gegeven. Niet is gesteld of gebleken dat [gedaagden] de opdracht in verband met het tussenjaar hebben opgezegd. In oktober 2020 neemt [naam 1] contact op met [zoon gedaagden] , om te informeren hoe het gaat op Combine. Daarbij vraagt [naam 1] om recent videomateriaal en een update van het honkbal CV voor het dossier van [zoon gedaagden] . Vervolgens deelt [naam 1] op 12 januari 2021 mee dat UStudy een nieuwe Baseball Mentor heeft ( [naam 4] ), zegt dat ze zal vragen of hij contact opneemt met [zoon gedaagden] , en deelt zij voor de zekerheid het e-mailadres van [naam 4] . Verder communiceren partijen in januari en februari 2021 over nieuw videomateriaal, aanbevelingen van coaches op Combine, contacten die (via Combine) door [zoon gedaagden] zijn gelegd, nieuwe tests en scores, en hebben partijen een overeenkomst gesloten waarmee UStudy het contract van GUTS heeft overgenomen.
4.6.
Daarmee moet worden aangenomen dat UStudy het advies- en begeleidingstraject voor [zoon gedaagden] heeft voortgezet voor studiejaar 2021-2022. In dat verband deelt [zoon gedaagden] op 23 maart 2021 aan [naam 1] mee dat hij nog contact heeft gehad met de coach van LMC, en dat hij het recente videomateriaal ook aan hem heeft gestuurd. Daarbij vraagt [zoon gedaagden] om hulp van UStudy bij plaatsing op LMC of een ander junior college in Californië. In antwoord op de vraag van [naam 1] wat [naam 3] had gezegd, antwoordt [zoon gedaagden] dat de coach uitkeek naar meer progressie en contact. Daarop zegt [naam 1] toe dat zij zal kijken naar alle opties in Californië. Op 25 maart 2021 vraagt [zoon gedaagden] op welke termijn [naam 1] meer denkt te weten. [naam 1] antwoordt dat zij nog geen reactie heeft van [naam 3] , dat ze aanneemt dat [naam 3] blijft bij zijn standpunt dat hij – na het zien van de laatste filmpjes – uitkijkt naar meer progressie en contact, en dat zij [naam 3] volgende week zal gaan bellen als ze dan nog niet van hem heeft gehoord. Daarop vraagt [zoon gedaagden] op 30 maart 2021 of UStudy contact kan opnemen met College of San Mateo, omdat hij erg geïnteresseerd is in hun programma. Diezelfde dag spreekt [naam 1] een voicemailbericht in bij de betreffende hoofdcoach, met het verzoek te reageren op het profiel van [zoon gedaagden] . Verder schrijft [naam 1] op 30 maart 2021 aan [zoon gedaagden] dat zij contact heeft gehad met de hoofdcoach van College of the Desert, die vraagt of [zoon gedaagden] de uitdaging wil aangaan. Daarop laat [zoon gedaagden] weten dat hij daarin zeker geïnteresseerd is en open staat voor een gesprek met die coach. Vervolgens stuurt [naam 1] de contactgegevens en meer informatie over College of the Desert per e-mail aan [zoon gedaagden] . Op 31 maart 2021 schrijft [naam 1] aan [zoon gedaagden] dat West Hills College grote interesse heeft in [zoon gedaagden] , en op 1 april 2021 vraagt ze [zoon gedaagden] of de betreffende coach hem mag appen.
4.7.
In reactie daarop schrijft [zoon gedaagden] op 1 april 2021 aan [naam 1] :
“Wilde je net appen alles gaat nu in een stroomversnelling. Je hoeft niet meer te proberen om contact te leggen met Los Medanos. Combine Academy heeft al voor contact gezorgd. Ik heb nu een afrondend gesprek met de honkbal coach en heb contact met de international study counselor. Deze JUCO was mijn nummer en daar wil ik graag voor gaan. Bedankt voor alle hulp en super veel succes met Ustudy!”. Daarop biedt UStudy aan te helpen met de aanmelding bij LMC, maar [zoon gedaagden] slaat dit aanbod af. Dan vraagt UStudy op 6 april 2021 aan [zoon gedaagden] of hij laat weten zodra hij is aangenomen, en biedt zij aan om een afspraak te plannen met [naam 4] om over LMC en de voorbereiding daarop te spreken.
4.8.
Naar aanleiding van deze laatste WhatsApp-berichten stuurt [gedaagde 1] op 6 april 2021 een e-mail aan UStudy, waarin hij zijn onvrede uit over de neerbuigende reactie van UStudy (in maart 2020) op de keuze voor Combine, het vervolgens uitblijven van actie en het feit dat mentor [naam 4] na 12 januari 2021 nooit contact heeft opgenomen met [zoon gedaagden] . [gedaagde 1] schrijft dat [zoon gedaagden] op eigen initiatief veel contact heeft gelegd met colleges en coaches, onder wie [naam 3] , dat [zoon gedaagden] vanuit Combine is aanbevolen, waarna het in een stroomversnelling is gegaan en [zoon gedaagden] zich heeft gecommitteerd aan LMC, zonder enige inmenging of assistentie van UStudy. [gedaagde 1] besluit zijn e-mail met de mededeling dat voor de verdere (administratieve) afhandeling geen bijstand van UStudy nodig is, omdat [zoon gedaagden] inmiddels voldoende kennis en contacten heeft om dit naar volle tevredenheid zelf af te handelen. In reactie daarop geeft UStudy in een e-mail van 14 april 2021 haar visie op de gang van zaken, en biedt zij aan een korting van € 300,00 te geven op de tweede factuur, omdat [gedaagden] geen gebruik meer willen maken van de resterende diensten. In de daarop volgende correspondentie zijn partijen het niet eens geworden. Wel heeft UStudy aanleiding gezien om haar eindfactuur te matigen tot € 1.515,00. Op de vraag hoe dit bedrag tot stand is gekomen verklaart [naam 1] op de zitting dat uit coulance een fikse korting is gegeven, zonder dat daar een financiële onderbouwing of juridische noodzaak voor is.
4.9.
Gezien de hierboven omschreven gang van zaken, concludeert de kantonrechter als volgt. Vast staat dat [zoon gedaagden] (met hulp van Combine Baseball Academy) eind maart 2021 zijn plaatsing bij LMC zonder tussenkomst van UStudy heeft geregeld, en dat hij ook de daarop volgende (administratieve) aanmelding zelf heeft gedaan. Daar is echter een traject aan vooraf gegaan, dat is gestart eind 2017. Gedurende dit voortraject is [zoon gedaagden] met behulp van de expertise en het netwerk van GUTS/UStudy begeleid richting een plaatsing als student-honkballer op een college in de Verenigde Staten. In november 2019 is LMC als optie door [naam 1] aangedragen, en [zoon gedaagden] heeft uiteindelijk in 2021 voor deze optie gekozen. Kennelijk had GUTS/UStudy zich dus, in tegenstelling tot wat [gedaagden] betogen, een goed beeld gevormd van [zoon gedaagden] en zijn wensen. Dat de plaatsing bij LMC voor studiejaar 2020-2021 niet is gelukt, had te maken met de honkbalkwaliteiten van [zoon gedaagden] . Dit is GUTS/UStudy niet aan te rekenen. Vervolgens heeft [zoon gedaagden] in zijn tussenjaar op Combine zijn honkbalkwaliteiten verbeterd tot een kennelijk voor coach [naam 3] acceptabel niveau. Pas op 23 maart 2021 heeft [zoon gedaagden] met UStudy gedeeld dat hij weer contact had met LMC, en heeft hij UStudy gevraagd daarbij te bemiddelen. Op basis van door [zoon gedaagden] verstrekte informatie over zijn contact met [naam 3] , heeft [naam 1] tegen [zoon gedaagden] gezegd dat zij nog een week zou afwachten alvorens [naam 3] te bellen. Ondertussen heeft UStudy op verzoek van [zoon gedaagden] andere colleges in California benaderd en contacten voor hem gelegd. Nog voordat [naam 1] haar toezegging te bellen met [naam 3] kon waarmaken, liet [zoon gedaagden] op 1 april 2021 weten dat dit niet meer nodig was, omdat Combine inmiddels al voor contact had gezorgd en hij een afrondend gesprek met [naam 3] had. Er zijn dus meerdere factoren aan te wijzen die hebben geleid tot de uiteindelijke aanmelding van [zoon gedaagden] voor studiejaar 2021-2022 bij LMC, het college van zijn voorkeur. Anders dan [gedaagden] betogen, is daarbij het door GUTS/UStudy verrichte werk wel degelijk een factor van betekenis geweest, zodat Ustudy een redelijk loon toekomt.
4.10.
Voor zover [gedaagden] zich erop beroepen dat de werkzaamheden door GUTS en UStudy niet deugdelijk zijn verricht, en daarmee sprake is van een tekortkoming in de nakoming van de overeengekomen verplichtingen, hebben zij daarvoor onvoldoende aangevoerd. Dat er tussen maart en oktober 2020 geen contact is geweest tussen GUTS en [zoon gedaagden] , laat zich verklaren door het tussenjaar van [zoon gedaagden] , waardoor plaatsing als student-honkballer pas weer voor studiejaar 2021-2022 aan de orde kon zijn. Ook het feit dat er na eerdergenoemd bericht van [naam 1] van 21 januari 2021 geen contact met mentor [naam 4] tot stand is gekomen, is onvoldoende om aan te nemen dat sprake is van een toerekenbare tekortkoming van Ustudy. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat [naam 1] de contactgegevens van [naam 4] aan [zoon gedaagden] heeft doorgegeven, en [zoon gedaagden] kennelijk geen aanleiding heeft gezien om zelf contact met deze mentor op te nemen. Weliswaar heeft [zoon gedaagden] op 23 maart 2021 nog aan [naam 1] gevraagd of coach [naam 4] mogelijk een rol zou kunnen spelen bij plaatsing op LMC of een ander junior college in Californië, maar [zoon gedaagden] heeft dit niet afgewacht en op 1 april 2021 aan [naam 1] meegedeeld dat hij (via Combine) zijn aanmelding bij LMC zelf had geregeld.
4.11.
Gezien de omvang van het verrichte werk zoals dat uit de stukken blijkt, de bijdrage die dit heeft geleverd aan het door [zoon gedaagden] gewenste resultaat en de aanzienlijke korting die UStudy heeft gegeven op het in de overeenkomst op € 3.630,00 bepaalde bedrag, is de kantonrechter van oordeel dat het gevorderde bedrag van € 1.515,00 als redelijk loon beschouwd moet worden, zodat de vordering wordt toegewezen.
4.12.
Ook de wettelijke rente wordt toegewezen zoals gevorderd, omdat niet is weersproken dat [gedaagden] het op 19 april 2021 gefactureerde bedrag niet tijdig hebben betaald en daarmee in verzuim zijn gekomen.
4.13.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagden] , omdat zij ongelijk krijgen. De gevorderde rente over de proceskosten zal worden toegewezen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis. Daarbij worden [gedaagden] ook veroordeeld tot betaling van € 93,50 aan nasalaris, voor zover daadwerkelijk nakosten door de eisende partij worden gemaakt.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt [gedaagden] hoofdelijk, in die zin dat als de een betaalt de ander zal zijn bevrijd, tot betaling aan Ustudy van € 1.532,35, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 1.515,00 vanaf 13 december 2021 tot aan de dag van de gehele betaling;
5.2.
veroordeelt [gedaagden] , hoofdelijk zoals hiervoor vermeld, tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Ustudy tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 105,28
griffierecht € 365,00
salaris gemachtigde € 374,00
vermeerderd met de wettelijke rente over de proceskosten vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
en tot betaling van € 93,50 aan nasalaris, voor zover daadwerkelijk nakosten door UStudy worden gemaakt;
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.W.S. Kiliç en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter