ECLI:NL:RBNHO:2022:5743

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
15 juni 2022
Publicatiedatum
1 juli 2022
Zaaknummer
9387188 \ CV EXPL 21-5461
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatieplicht luchtvaartmaatschappij bij vluchtannulering en buitengewone omstandigheden

In deze bodemzaak heeft AirHelp Limited, gevestigd in Hong Kong, een vordering ingesteld tegen Easyjet Airline Company Limited, gevestigd in Luton, Verenigd Koninkrijk, wegens compensatie na de annulering van een vlucht van Milaan naar Amsterdam op 20 juli 2019. De kantonrechter heeft op 15 juni 2022 uitspraak gedaan in deze zaak. AirHelp vorderde een schadevergoeding van € 250,00, vermeerderd met wettelijke rente, op basis van de Verordening (EG) nr. 261/2004, die gemeenschappelijke regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij annuleringen en vertragingen. De vervoerder, Easyjet, betwistte de vordering en voerde aan dat de annulering het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk dat de bemanning uit de uren was getreden door eerdere vertragingen en dat er geen vervangend personeel beschikbaar was.

De kantonrechter oordeelde dat de vervoerder onvoldoende had aangetoond dat de annulering het gevolg was van buitengewone omstandigheden. De rechter stelde vast dat de vlucht was geannuleerd en dat de vervoerder niet kon aantonen dat de annulering niet kon worden voorkomen, ondanks het treffen van redelijke maatregelen. De kantonrechter wees de vordering van AirHelp toe en veroordeelde Easyjet tot betaling van € 250,00, vermeerderd met wettelijke rente, en de proceskosten. De beslissing werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 9387188 \ CV EXPL 21-5461
Uitspraakdatum: 15 juni 2022
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de vennootschap naar het recht harer vestiging
AirHelp Limited
gevestigd te Hong Kong
eiseres
hierna te noemen Airhelp
gemachtigde mr. D.E. Lof
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
Easyjet Airline Company Limited
gevestigd te Luton (Verenigd Koninkrijk)
gedaagde
hierna te noemen de vervoerder
gemachtigde mr. B. Koolhaas

1.Het procesverloop

1.1.
Airhelp heeft bij dagvaarding van 19 juli 2021 een vordering tegen de vervoerder ingesteld. De vervoerder heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Airhelp heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna de vervoerder een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
[betrokkene] (hierna: de passagier) heeft een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan de vervoerder de passagier diende te vervoeren van Milano Malpensa Airport, Milaan (Italië) naar Amsterdam-Schiphol Airport op 20 juli 2019, hierna: de vlucht.
2.2.
De vlucht is geannuleerd.
2.3.
De passagier heeft compensatie van de vervoerder gevorderd in verband met voornoemde annulering.
2.4.
De vervoerder heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering

3.1.
Airhelp vordert dat de vervoerder bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 250,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf datum vlucht tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.2.
Airhelp heeft aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). Airhelp stelt dat de vervoerder vanwege de annulering van de vlucht gehouden is te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 250,00.

4.Het verweer

4.1.
De vervoerder betwist de vordering. Hij voert aan dat de annulering van de vlucht het gevolg is van ATC slots opgelegd aan voorafgaande vluchten waarna de bemanning uit de uren is getreden. Door de verstoring op het luchtvaartnetwerk was geen vervangend personeel beschikbaar. Het vervangend personeel was als gevolg van de veelvuldige buiten de macht van de vervoerder gelegen vertragingen op andere vluchten ingezet. Voorts zou bij uitvoering van de vlucht de avondklok te Schiphol worden geschonden. De vlucht is dan ook door volledig buiten de macht van de vervoerder gelegen omstandigheden geannuleerd. De vervoerder kon de annulering ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
5.2.
Vast staat dat de vlucht is geannuleerd. Nu gesteld, noch gebleken is dat de vervoerder zich kan beroepen op artikel 5, eerste lid, onder c van de Verordening, geldt er in beginsel een compensatieplicht voor de vervoerder. Dit is anders indien de vervoerder kan aantonen dat de annulering het gevolg is van buitengewone omstandigheden als bedoeld in artikel 5 lid 3 van de Verordening. In punt 15 van de considerans van de Verordening heeft de Gemeenschapswetgever erop gewezen dat dergelijke omstandigheden zich onder meer kunnen voordoen wanneer een besluit van de luchtverkeersleiding voor een specifiek toestel op een specifieke dag een langdurige vertraging, een vertraging van een nacht of de annulering van één of meer vluchten van dat vliegtuig veroorzaakt.
5.3.
Airhelp betwist dat de vlucht moeten worden geannuleerd, omdat de bemanning uit de uren zou lopen en stelt dat de vervoerder weldegelijk invloed heeft gehad op de situatie, omdat het mogelijk was om een stand-by crew in te zetten.
5.4.
De kantonrechter stelt voorop dat het uit de uren lopen van de bemanning in beginsel een operationeel probleem is. Voor zover deze omstandigheid (door bijkomende omstandigheden) als een buitengewone omstandigheid kan worden aangemerkt ligt het op de weg van de vervoerder om dit te onderbouwen. De vervoerder heeft echter tegenover de betwisting van Airhelp onvoldoende aangetoond dat de bemanning als gevolg van buitengewone omstandigheden uit de uren zou treden en dat de vervoerder geen stand-by crew voorhanden had. Dit had wel op de weg van de vervoerder gelegen. Bovendien volgt uit het vluchtrapport van vlucht EZY7998 dat deze vlucht al met 62 minuten was vertraagd vanwege de vertraging van de daaraan voorafgaande vlucht, hetgeen de vervoerder niet nader heeft onderbouwd. De vervoerder voert nog aan dat ook indien een reservecrew kon worden ingezet, het toestel niet voor het sluiten van het luchtruim te Schiphol zou kunnen landen. Ook deze stelling heeft de vervoerder niet nader onderbouwd. Het beroep van de vervoerder op buitengewone omstandigheden slaagt dan ook niet. De kantonrechter komt daarom niet toe aan de beantwoording van de vraag of de annulering ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet kon worden voorkomen.
5.5.
Nu de vervoerder voor het overige geen verweer heeft gevoerd, zal de vordering tot betaling van de hoofdsom, gelet op de annulering van de vlucht worden toegewezen
5.6.
De gevorderde wettelijke rente over de hoofdsom is als onvoldoende gemotiveerd weersproken toewijsbaar.
5.7.
De proceskosten komen voor rekening van de vervoerder, omdat deze ongelijk krijgt. De gevorderde rente is toewijsbaar met ingang van de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt de vervoerder tot betaling aan Airhelp van € 250,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 20 juli 2019 tot aan de dag van voldoening van dit bedrag;
6.2.
veroordeelt de vervoerder tot betaling van de proceskosten die aan de kant van Airhelp tot en met vandaag worden begroot op de bedragen zoals deze hieronder zijn gespecificeerd:
dagvaarding € 119,21;
griffierecht € 126,00;
salaris gemachtigde € 150,00;
vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening;
6.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter