Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure in de zaak 21-217
- de dagvaarding van 12 april 2021 met 21 producties;
- de conclusie van antwoord, tevens eis in voorwaardelijke reconventie met 2 producties;
- het tussenvonnis van 23 juni 2022, waarin de mondelinge behandeling is gelast;
- de akte overlegging producties tevens conclusie van antwoord in (voorwaardelijke) reconventie van Van Brakel met de producties 22 tot en met 26;
- de akte overlegging producties van Tinguely c.s. met productie 3;
- de akte overlegging overlegging producties van Tinguely c.s. met de producties 4 tot en met 10;
- de mondelinge behandeling van 22 maart 2022; de griffier heeft aantekeningen gemaakt. Mrs. Van Schouwenburg en Heijnen hebben gebruik gemaakt van spreekaantekeningen, die zij hebben overgelegd en die daarmee deel uitmaken van de processtukken. De spreekaantekeningen van mr. Van Schouwenburg zien zowel op de zaak 21-217 als op zaak 21-224.
2.De procedure in de zaak 21-224
- de dagvaarding van 9 april 2021 met 26 producties;
- de conclusie van antwoord met 26 producties;
- het tussenvonnis van 1 september 2021, waarin de mondelinge behandeling is gelast;
- de akte houdende overlegging producties, tevens akte houdende wijziging van eis van Van Brakel met de producties 27 tot en met 31;
- de mondelinge behandeling van 22 maart 2022; de griffier heeft aantekeningen gemaakt. Mrs. Van Schouwenburg en Straathof hebben gebruik gemaakt van spreekaantekeningen, die zij hebben overgelegd en die daarmee deel uitmaken van de processtukken. De spreekaantekeningen van mr. Van Schouwenburg zien zowel op de zaak 21-217 als op zaak 21-224.
3.De feiten
- De Watertoren bestaat uit “schacht en paviljoen” en “reservoir” en Clafis met name interesse heeft in schacht en paviljoen en niet zozeer in het reservoir;
- Aankoop van de Watertoren zonder reservoir geen optie is, waarna Partijen de mogelijkheid hebben besproken dat Clafis tevens het reservoir zal verwerven, waarna het reservoir gezamenlijk zal worden her ontwikkeld ten behoeve van verkoop aan derden;
- Clafis hiertoe in beginsel bereid is, doch alleen indien tussen partijen bindende afspraken worden gemaakt over herontwikkeling van het reservoir ten behoeve van verkoop, waarbij de risico’s worden verdeeld tussen partijen;
4.Het geschil
5.De beoordeling
in de zaak 21-217
“NHO[rechtbank: [bedrijfsnaam] ]
is door het verstrijken van de overeengekomen gekomen fatale termijn van rechtswege in verzuim”. Ook in de dagvaarding van 19 mei 2015, die de onder 3.6 bedoelde procedure inleidde, heeft Van Brakel het standpunt ingenomen dat de termijn fataal is. Op grond waarvan desondanks inmiddels moet worden aangenomen dat partijen de termijn toch niet als fataal hebben bedoeld, blijkt niet uit wat Van Brakel heeft aangevoerd. De rechtbank acht Van Brakel als formeel opdrachtgever jegens Tinguely c.s. aansprakelijk voor de overschrijding, ook gezien het feit dat Van Brakel, zonder instemming van Tinguely c.s. en [bedrijfsnaam] , heeft ingestemd met het feit dat Pronk uiteindelijk niet als aannemer is opgetreden. Een dergelijke wisseling van aannemer brengt immers zonder meer vertraging in het herontwikkelingsproces met zich mee.
1.442,00(2 punten × tarief € 721,00)
2.228,00(2 punten × tarief € 1.114,00)