ECLI:NL:RBNHO:2022:5939

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
6 juli 2022
Publicatiedatum
7 juli 2022
Zaaknummer
9536957 \ CV EXPL 21-5652
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van openstaand bedrag en verlengingspremie in het kader van een zakelijke lening

In deze zaak heeft Swishfund Nederland B.V., h.o.d.n. Kredietvooruit.nl, een lening verstrekt aan de gedaagde, die voorheen een eenmanszaak dreef onder de naam [bedrijfsnaam]. Na afloop van de looptijd van de lening heeft Swishfund de lening verlengd en een verlengingspremie in rekening gebracht. De gedaagde betwist de verschuldigdheid van deze verlengingspremie en voert aan dat zij door de coronacrisis niet in staat is te betalen. De kantonrechter oordeelt dat de verlengingspremie verschuldigd is en veroordeelt de gedaagde tot betaling van het openstaande bedrag. De zaak begon met een dagvaarding van Swishfund op 8 november 2021, waarna een zitting plaatsvond op 14 juni 2022. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde niet tijdig aan haar betalingsverplichtingen heeft voldaan en dat de lening opeisbaar is geworden. De gedaagde heeft onvoldoende bewijs geleverd voor haar stelling dat de coronamaatregelen haar betalingscapaciteit hebben beïnvloed. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van de hoofdsom, wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 9536957 \ CV EXPL 21-5652
Uitspraakdatum: 6 juli 2022
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
Swishfund Nederland B.V., h.o.d.n. Kredietvooruit.nl
gevestigd te Amsterdam
eiseres
verder te noemen: Swishfund
gemachtigde: R.M.Th. Toonen
tegen
[gedaagde] , voorheen h.o.d.n. [bedrijfsnaam]
wonende te [woonplaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
gemachtigde: [gemachtigde]
De zaak in het kort
Swishfund heeft een lening verstrekt aan [gedaagde] . Toen deze na de looptijd van een jaar niet was afgelost, heeft Swishfund de looptijd van de lening met een jaar verlengd. Daarbij is een verlengingspremie in rekening gebracht. Swishfund vordert nu betaling van het openstaande bedrag. [gedaagde] voert aan dat de verlengingspremie niet verschuldigd is en dat zij door de coronacrisis niet in staat is te betalen. De kantonrechter oordeelt dat de verlengingspremie verschuldigd is en veroordeelt [gedaagde] tot betaling van het openstaande bedrag.

1.Het procesverloop

1.1.
Swishfund heeft bij dagvaarding van 8 november 2021 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Op 14 juni 2022 heeft een zitting plaatsgevonden. Aan de kant van Swishfund is daarbij verschenen mevrouw [naam 1] , creditcontroller, vergezeld door de heer [naam 2] . Aan de kant van [gedaagde] is met machtiging verschenen haar echtgenoot de heer [naam 3] . De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. De gemachtigde van [gedaagde] heeft bij de zitting nog een internetuitdraai van een overheidspagina over de Garantie Klein Krediet Corona overgelegd.
1.3.
Vervolgens is vonnis bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
Swishfund drijft een onderneming die zich bezighoudt met het verstrekken van kredieten.
2.2.
[gedaagde] dreef onder de naam [bedrijfsnaam] een eenmanszaak. Deze eenmanszaak is in augustus 2021 beëindigd. Vervolgens is de onderneming voortgezet in een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid.
2.3.
Op of omstreeks 31 oktober 2019 is [gedaagde] , handelend onder de naam [bedrijfsnaam] , een overeenkomst van geldlening aangegaan met Swishfund. [gedaagde] leende € 21.200,- van Swishfund. Dit bedrag was inclusief een door [gedaagde] te betalen afsluitvergoeding van € 1.200,-. Voor deze lening was [gedaagde] aan Swishfund daarnaast een premie van € 5.935,- verschuldigd. [gedaagde] verplichtte zich het totaal van de hoofdsom en de premie (€ 27.135,-) in twaalf termijnen af te lossen als vastgelegd in een betaalschema. [gedaagde] mocht de lening alleen gebruiken voor de financiering van haar gebruikelijke bedrijfsactiviteiten. Bij het aangaan van de overeenkomst heeft [gedaagde] aan Swishfund een “Doorlopende machtiging bedrijven” gegeven om de te betalen bedragen van haar rekening af te schrijven. De bij de overeenkomst van toepassing verklaarde “Bijlage 1, verdere afspraken” bevat verder, voor zover van belang, de volgende bepalingen:
2. Als een incasso mislukt
2.2.
Als een incasso mislukt, ben je in verzuim en mogen wij alles doen wat de wet ons toestaat en/of één of meer van de volgende dingen:
(a) Opnieuw incasseren, net zo vaak als nodig om de mislukte incasso goed te maken.
(b) De mislukte incasso verwerken in je definitieve betaalschema. We gaan op basis van het aangepaste definitieve betaalschema verder met incasseren.
(c) De looptijd van je lening verlengen. In dat geval geldt artikel 2.3 van deze verdere afspraken.
(d) Alles wat in artikel 3 van deze verdere afspraken staat.
2.3.
Als we de looptijd van je lening verlengen, doen we dat met nog eens dezelfde of een andere looptijd (die keuze is aan ons). Je moet ons dan een verlengingsvergoeding van 20% van het uitstaande bedrag van de lening betalen. We verwerken de verlengde looptijd en de verlengvergoeding dan in een aangepast definitief betaalschema, sturen je dat toe en gaan op die basis verder met incasseren.

3.Wat als wij de lening eerder (mogen) opeisen?

3.1.
Wij mogen de gehele lening zonder waarschuwing eerder opeisen dan in je definitieve betaalschema staat, als één of meer van de volgende gevallen zich voordoet
(a) Een incasso mislukt of je komt een andere verplichting onder deze overeenkomst niet tijdig of volledig na.
(…)
3.2.
Als wij de gehele lening eerder opeisen, dan moet je ons per direct de gehele lening terugbetalen en alle andere bedragen betalen waar we recht op hebben onder je overeenkomst met ons.
3.3.
Als wij de gehele lening eerder mogen opeisen, geldt het volgende:
(a) Je bent ons boeterente verschuldigd over elk bedrag dat je ons te laat betaalt, over de periode vanaf de datum waarop je had moeten betalen tot de dag waarop je betaalt. De boeterente is gelijk aan de wettelijke handelsrente.
(b) Je moet ons op eerste verzoek alle kosten (waaronder die van incasso, administratie, betaaldienstverleners, juridische procedures, juridische bijstand en deurwaarders) vergoeden die we maken in verband met of uit hoofde van de toepasselijke opeisingsgrond. De buitengerechtelijke kosten zijn 15% van het totale verschuldigde bedrag.
(…)
2.4.
Met een e-mail van 3 november 2020 heeft Swishfund aan [gedaagde] meegedeeld dat aan het einde van de looptijd van de lening nog een bedrag open van € 19.169,40 stond. Swishfund verlengde daarom de overeenkomst met een jaar en bracht daarvoor een verlengpremie van € 3.833,88 in rekening. Dat maakte dat [gedaagde] over een periode van twaalf maanden € 23.003,28 moest aflossen volgens een schema van (voor de werkweek dagelijkse) incasso’s van de bankrekening van [gedaagde] .
2.5.
In de periode die volgde zijn de dagelijkse incasso’s van € 100.01 veelal gestorneerd wegens onvoldoende saldo. Vanaf 9 november 2020 zijn alleen de incasso’s van 4 en 24 december 2020 niet gestorneerd. Wel heeft [gedaagde] nog de volgende betalingen gedaan:
Op 25 januari 2021 € 1.000,-
Op 8 februari 2021 € 500,-
Op 10 februari 2021 € 600,01
Op 21 februari 2021 € 250,-
Op 28 februari 2021 € 250,-
Op 8 maart 2021 € 250,-
Op 7 april 2021 € 500,-
2.6.
Op 7 april 2021 heeft Swishfund een brief met als onderwerp “URGENT – INGEBREKESTELLING” gezonden aan [gedaagde] . Met die brief deelde Swishfund mee dat zij [gedaagde] nog eenmaal in de gelegenheid stelde om een achterstallig bedrag van € 7.150,99 binnen vijf dagen te voldoen. Daarbij kondigde Swishfund aan dat de gehele vordering van € 19.853,73 ineens opvorderbaar of opeisbaar zou worden als [gedaagde] niet binnen de gestelde termijn zou betalen.
2.7.
Met een brief van 4 mei 2021 heeft een door Swishfund ingeschakeld gerechtsdeurwaarderskantoor [gedaagde] gesommeerd om binnen acht dagen de volledige hoofdsom van € 19.453,- verhoogd met incassokosten te voldoen.
2.8.
Op 2 juli 2021 zond het door Swishfund ingeschakelde gerechtsdeurwaarderskantoor een e-mail aan [gedaagde] waarin het bevestigde (onder voorbehoud van goedkeuring door Swishfund) akkoord te gaan met een betalingsregeling waarbij [gedaagde] per week minimaal € 125,- betaalt. Daarbij werd meegedeeld dat de regeling zou komen te vervallen wanneer zij niet op tijd of op juiste wijze zou worden nagekomen.
2.9.
Op 13 juli 2021 zond het gerechtsdeurwaarderskantoor een e-mail aan [gedaagde] waarin het aankondigde dat de achterstand van € 250,- die inmiddels was ontstaan binnen vijf dagen ingehaald moest worden omdat anders de regeling zou komen te vervallen.
2.10.
[gedaagde] heeft na 7 april 2021 geen betalingen meer gedaan.

3.De vordering

3.1.
Swishfund vordert dat de kantonrechter [gedaagde] , uitvoerbaar bij voorraad, veroordeelt om aan Swishfund te betalen € 21.292,04, te vermeerderen met wettelijke handelsrente, dan wel wettelijke rente over € 19.453,74 vanaf 7 oktober 2021 met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2.
Swishfund specificeert het bedrag van € 21.292,04 als volgt:
Hoofdsom € 19.453,74
Wettelijke handelsrente van de vervaldata tot 7 oktober 2021 € 665,16
Buitengerechtelijke kosten € 1.173,14
3.3.
Aan de vordering legt Swishfund – samengevat – het volgende ten grondslag. [gedaagde] heeft niet volgens het overeengekomen betalingsschema betaald. Doordat een correcte incasso niet mogelijk is gebleken, is de lening opeisbaar geworden. [gedaagde] moet het openstaande bedrag van € 19.453,74 te betalen.

4.Het verweer

4.1.
[gedaagde] verzoekt de vordering van Swishfund af te wijzen. [gedaagde] voert - samengevat - het volgende aan als verweer.
Het klopt dat het geleende bedrag terugbetaald moet worden. De premie die Swishfund bij de verlenging van het krediet in rekening heeft gebracht is echter niet verschuldigd omdat [gedaagde] daar niet mee heeft ingestemd.
Voor het restantbedrag geldt dat partijen in 2021 een betalingsregeling zijn overeengekomen waarbij [gedaagde] € 125,- per week zou betalen. De e-mail waarin die betalingsregeling werd bevestigd heeft [gedaagde] echter niet bereikt omdat haar e-mailadres was afgesloten. Swishfund had dat moeten zien en de bevestiging vervolgens ook per brief moeten sturen. Dan zou [gedaagde] volgens de betalingsregeling hebben kunnen betalen.
Hierbij komt dat [gedaagde] op dit moment het openstaande bedrag, door de coronacrisis, niet terug kan betalen. Daarom is het niet juist dat Swishfund nu een procedure is gestart om betaling te krijgen. Dat brengt alleen maar kosten met zich. Ook had Swishfund de lening moeten aanbrengen voor de overheidsregeling Garantie Klein Krediet Corona. Als Swishfund dat had gedaan, dan zou de overheid garant staan voor 95% van de hoofdsom en zou Swishfund [gedaagde] niet hoeven aanspreken.

5.De beoordeling

Het gevorderde bedrag
5.1.
[gedaagde] bestrijdt niet dat zij het restant van het door haar geleende bedrag moet terugbetalen. Wel voert zij aan dat zij de door Swishfund bij de verlenging in november 2020 in rekening gebrachte verlengpremie niet hoeft te voldoen, omdat zij niet met deze premie heeft ingestemd. [gedaagde] meent dat de verlengpremie van € 3.822,88 daarom in mindering moet komen op het door Swishfund gevorderde bedrag.
5.2.
[gedaagde] is in 2019 een zakelijke lening is aangegaan met Swishfund die wordt beheerst door de door Swishfund overgelegde lening en de daarbij behorende bijlagen, waaronder “Bijlage 1 Verdere afspraken” (hierna ook: de verdere afspraken). In de verdere afspraken is vastgelegd dat Swishfund de looptijd van de lening mag verlengen als een incasso mislukt. Op grond van artikel 2.3 van de verdere afspraken is de leningnemer dan een verlengvergoeding van 20% van het uitstaande bedrag van de lening verschuldigd.
5.3.
De lening die [gedaagde] in 2019 is aangegaan had een looptijd van twaalf maanden en moest binnen die twaalf maanden volledig zijn afgelost. Op de einddatum van de lening stond echter nog een bedrag van € 19.169,40 open. Omdat de aflossingen plaatsvinden door middel van een Doorlopende machtiging bedrijven staat vast, dat voor de einddatum van de lening diverse incasso’s zijn mislukt. Dit is door [gedaagde] ook niet bestreden. Op grond van de voorwaarden van de overeenkomst mocht Swishfund dan ook de looptijd van de lening verlengen en daarvoor de verlengingsvergoeding van 20% in rekening brengen. Dit kon zonder (nadere) instemming van [gedaagde] . Zij heeft al bij het aangaan van de overeenkomst van geldlening ingestemd met de mogelijkheid van verlening en de daarvoor verschuldigde vergoeding.
5.4.
De openstaande hoofdsom bedraagt dan ook € 19.453,74. [gedaagde] betwist niet dat deze hoofdsom volgens de voorwaarden van de overeenkomst volledig opeisbaar is geworden. De vordering van Swishfund om [gedaagde] te veroordelen tot betaling van € 19.453,74 komt daarom in beginsel voor toewijzing in aanmerking.
Betalingsregeling
5.5.
[gedaagde] stelt echter dat zij niet hoeft te betalen omdat partijen een betalingsregeling zijn overeengekomen. Zij kon deze niet nakomen omdat de bevestiging van die regeling haar niet heeft bereikt, maar dat is haar niet toe te rekenen, aldus [gedaagde] .
5.6.
Een verklaring die de geadresseerde niet bereikt, verkrijgt in beginsel geen werking. Een uitzondering geldt als dit niet bereiken voor risico van de ontvanger komt. [1] In dit geval hebben partijen met enige regelmaat per e-mail gecorrespondeerd. Daarbij paste dat de bevestiging van de betalingsregeling en de aankondiging dat de regeling zou vervallen als niet werd betaald per e-mail aan [gedaagde] werden gezonden. Omdat partijen in het verleden per e-mail communiceerden en omdat [gedaagde] op een reactie van Swishfund wachtte, lag het op de weg van [gedaagde] om een eventuele afsluiting van haar e-mailaccount aan Swishfund te melden. [gedaagde] heeft dit niet gedaan. Gelet op deze omstandigheden moet het voor risico van [gedaagde] komen als zij de berichten van Swishfund over de betalingsregeling en het vervallen van de betalingsregeling niet heeft ontvangen. Daarom komt het niet bereiken van de e-mail voor risico van [gedaagde] . Daardoor is de betalingsregeling inderdaad tot stand gekomen, zoals [gedaagde] stelt. Maar deze is komen te vervallen omdat [gedaagde] niet tijdig aan de betalingsregeling voldeed.
5.7.
Als er overigens vanuit zou worden gegaan dat het niet voor risico van [gedaagde] komt dat de berichten haar niet hebben bereikt, dan hebben beide berichten van Swishfund geen werking gekregen. In dat geval is de betalingsregeling niet overeengekomen en is [gedaagde] om die reden de volledige hoofdsom verschuldigd.
Corona
5.8.
[gedaagde] voert verder aan dat het niet juist is dat Swishfund haar tot betaling aanspreekt omdat zij door corona(maatregelen) niet in staat is te betalen. Zij heeft de lening gebruikt om een partij handelswaar te kopen in China. Die partij is echter niet op tijd geleverd omdat de uitvoer uit China in december 2019 werd stilgelegd vanwege corona. Door deze aanleveringsproblemen raakte de onderneming van [gedaagde] in betalingsproblemen, aldus [gedaagde] .
5.9.
Het uitgangspunt is dat partijen de afspraken die zij zijn overeengekomen moeten nakomen. [2] Op grond van de wet is een tussen partijen geldende regel echter niet van toepassing, voor zover dat in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. [3] Voor zover [gedaagde] aanvoert dat het in strijd met de redelijkheid en billijkheid is dat Swishfund met een beroep op de overeenkomst betaling van de hoofdsom eist, oordeelt de kantonrechter als volgt.
5.10.
Of de hiervoor genoemde uitzondering zich voordoet, is afhankelijk van alle relevante omstandigheden van het geval. Het is aan degene die een beroep doet op de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid om feiten en omstandigheden te stellen (en zo nodig te bewijzen) die meebrengen dat een afspraak toepassing moet missen. [gedaagde] heeft haar stellingen op dit punt onvoldoende onderbouwd. Zij heeft geen gegevens overgelegd die onderbouwen dat zij het geleende geld heeft gebruikt om zaken uit China te bestellen. Ook gegevens over het uitblijven van de levering van die zaken ontbreken. Verder heeft [gedaagde] geen financiële gegevens overgelegd, niet over de schade die zij heeft geleden door corona en coronamaatregelen en niet over de (on)mogelijkheden om te betalen. Dat Swishfund in redelijkheid gehouden was om de lening van [gedaagde] onder de regeling van Garantie Klein Krediet Corona te brengen, is ook onvoldoende onderbouwd. Swishfund heeft betwist dat die mogelijkheid er was omdat Swishfund en/of de lening dan wel niet aan de voorwaarden voldeden. [gedaagde] heeft niet aangegeven waarom die mogelijkheid er wel zou zijn. [gedaagde] heeft dan ook onvoldoende gesteld om te oordelen dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat Swishfund betaling van de hoofdsom eist.
5.11.
[gedaagde] zal daarom worden veroordeeld tot betaling aan Swishfund van de openstaande hoofdsom van € 19.453,74, en een bedrag van € 665,16 aan wettelijke handelsrente tot 7 oktober 2021. De verzochte wettelijke handelsrente over de hoofdsom vanaf 7 oktober is eveneens toewijsbaar.
Buitengerechtelijke incassokosten
5.12.
Swishfund heeft gesteld dat er buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. [gedaagde] heeft dat niet tegengesproken. Swishfund vordert € 969,54 aan buitengerechtelijke kosten, vermeerderd met € 203,60 aan niet te verrekenen omzetbelasting. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten komt overeen met het in het Besluit bepaalde tarief en zal worden toegewezen.
Proceskosten
5.13.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde] , omdat zij ongelijk krijgt. De kosten aan de kant van Swishfund worden begroot op:
explootkosten € 119,21
griffierecht € 1.384,-
salaris gemachtigde
€ 1.126,-(2 punten x tarief € 563,-)
totaal € 2.629,21

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Swishfund van € 20.118,90, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over € 19.453,73 vanaf 7 oktober 2021 tot aan de dag van de gehele betaling;
6.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten ten bedrage van € 1.173,14.
6.3.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Swishfund tot en met vandaag vaststelt op 2.629,21, een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente over deze kosten vanaf veertien dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van algehele voldoening;
6.4.
veroordeelt [gedaagde] in de nakosten, voor zover daadwerkelijk gemaakt, met een maximum van € 124,-, een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente over deze kosten vanaf veertien dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van algehele voldoening.
6.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.A. Hoogkamer en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Artikel 3:37 lid 3 Burgerlijk Wetboek (BW)
2.Artikel 3:296 BW
3.Artikel 6:248 lid 2 BW