ECLI:NL:RBNHO:2022:6183
Rechtbank Noord-Holland
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen uitdelingslijst in faillissement van [bedrijf 1] B.V. met niet-ontvankelijkheid van verzoekers
In deze zaak gaat het om een verzet tegen de uitdelingslijst in het faillissement van [bedrijf 1] B.V., dat op 13 september 2016 door het Gerechtshof Amsterdam is uitgesproken. De curator, mr. [curator], heeft op 7 februari 2022 de uitdelingslijst neergelegd, waartegen verzoekers, [verzoeker 1] en [verzoeker 2], op 17 februari 2022 verzet hebben aangetekend. De rechter-commissaris, mr. M.P. de Valk, heeft in een eerdere beschikking geoordeeld dat de beschikbare baten niet voldoende zijn om de concurrente vorderingen te voldoen, waardoor geen verificatievergadering wordt gehouden. De rechter-commissaris heeft op 24 februari 2022 de behandeling van het verzet bepaald op 22 maart 2022, maar verzoekers hebben meerdere keren om uitstel gevraagd, wat uiteindelijk is afgewezen. Op 5 juli 2022 vond de behandeling van het verzet plaats, waarbij de curator zijn standpunt heeft toegelicht. De rechtbank heeft geoordeeld dat verzoekers niet-ontvankelijk zijn in hun verzet, omdat zij niet kunnen aantonen dat zij schuldeisers zijn in de zin van de Faillissementswet. De rechtbank benadrukt dat de vereenvoudigde afwikkeling van het faillissement geen verificatievergadering inhoudt, waardoor er geen lijst van erkende en betwiste crediteuren kan zijn. De rechtbank heeft de verzoekers niet-ontvankelijk verklaard in hun verzet, en deze beschikking is openbaar uitgesproken op 7 juli 2022.