Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
1.De zaak in het kort
€ 143.600,-. [gedaagde] betwist dat sprake is van geldleningsovereenkomsten tussen partijen.
2.De procedure
- [gedaagde], bijgestaan door mr. Wingen voornoemd.
3.De feiten
€ 2.000,-totaal € 26.600,-
€ 1.250,-
4.Het geschil
5.De beoordeling
lening (€ 25.000,-) naar aanleiding van overdracht aandeel Amon
compleet te maken als een directeur en een vennoot van een Macdonalds zaak. Toch na een poosje en omdat de rente niet betaald wordt heeft de heer [eiser][de rechtbank: [eiser]]
vergezeld van de heer [betrokkene 2] mij gebeld. Wat ik van de heer [betrokkene 2] heb begrepen is dat het bedrag en de rente bij hem te is verhalen. Hij gaf mij een afspraak om de oorspronkelijke bedrag en de rente terug te geven of althans een deel daarvan. Toch is hij niet gekomen naar de afgesproken afspraak en tot nu toe is hij niet verschenen. Van de heer [betrokkene 2] heb ik niets ontvangen; geen rente maar ook niet het oorspronkelijke bedrag dat is € 25.000,-.”
€ 25.000,- is verschuldigd op grond van een koopovereenkomst tot overname van het belang in Amon. Dat blijkt in elk geval niet uit de overgelegde verklaring van ‘[betrokkene 1]’, waarin alleen wordt gesproken over een investering in een McDonalds-restaurant.
lening contante bedragen (€ 55.000,- en € 37.000,-)
. Hij zat bij de heer [eiser] thuis. Tijdens mijn aanwezigheid heb ik ze horen praten over de aankoop van beiden van een Macdonalds zaak. Hierna heb ik gezien dat heer [eiser] een koffertje ophaalt en heeft een bedrag uit het koffertje gehaald en begon dit bedrag te tellen in het bijzijn van de heer [betrokkene 2]. Hierna gaf hij het bedrag aan de heer [betrokkene 2]. Hij zei het volgende “[betrokkene 2] neem dit bedrag aan, het is € 55.000,-- (vijfenvijftigduizend euro’s) als voorschot op de koopprijs, volgende keer zal ik mijn best doen om nog eens een bedrag gereed te hebben. Okay, afgesproken.” Dit gesprek was ongeveer de 5e of de 6e maand 2013. Het is dus ongeveer 8 jaar geleden. (…)”
. Ik heb ze begroet en ging zitten in een hoek van de kamer vlakbij beide heren. Ik heb ze horen praten over de koop van een Macdonalds zaak. Hierna heb ik gezien dat de heer [eiser] een bedrag geeft aan de heer [betrokkene 2]. Hij zei tegen hem “hier heb je € 37.000,-- van de aankoopprijs van de zaak, ik heb je eerder € 55.000,- + het bedrag van nu € 37.000,- dat maakt het totaal € 92.000,-- dat heb jij, [betrokkene 2], van mij, [eiser], ontvangen.”
Banktransacties (€ 26.600,-)