Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[eiser 1]
1.Het procesverloop
- het vorderingsformulier (formulier A), ingekomen ter griffie op 21 september 2021;
- het antwoordformulier (formulier C), ingekomen ter griffie op 13 januari 2022.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak hebben de passagiers, die een vervoersovereenkomst hadden met Transavia Airlines C.V., een verzoek ingediend tot compensatie van € 1.200,00 wegens een vertraging van meer dan drie uur van hun vlucht van Amsterdam naar Sofia op 22 september 2019. De passagiers hebben ClaimCompass Ltd. gemachtigd om hen te vertegenwoordigen in deze procedure. De vervoerder, Transavia, betwistte de vordering en voerde aan dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk een wilde staking van de grondafhandelaar op de luchthaven te Verona, die de voorgaande vlucht had vertraagd.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is om van het verzoek kennis te nemen. De vervoerder voerde aan dat de passagiers niet-ontvankelijk waren in hun vordering omdat zij geen machtiging hadden overgelegd. De kantonrechter oordeelde echter dat de passagiers zich door ClaimCompass Ltd. hadden laten vertegenwoordigen en dat het verweer van de vervoerder niet slaagde.
Vervolgens beoordeelde de kantonrechter de vraag of de vertraging van de vlucht het gevolg was van buitengewone omstandigheden. De vervoerder had onvoldoende bewijs geleverd dat de vertraging uitsluitend het gevolg was van de staking en dat er geen andere oorzaken waren. De kantonrechter verwierp het beroep op buitengewone omstandigheden en oordeelde dat de vervoerder gehouden was tot betaling van de gevraagde compensatie. De proceskosten werden eveneens aan de vervoerder opgelegd. De kantonrechter heeft de vervoerder veroordeeld tot betaling van € 1.200,00 aan de passagiers en de proceskosten, die in totaal op € 364,00 werden begroot.