Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[eiser 1]
[eiser 2]
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak hebben de passagiers, vertegenwoordigd door mr. R. Bos van Aviclaim, een vordering ingesteld tegen Transavia Airlines C.V. wegens de annulering van hun vlucht van Amsterdam-Schiphol naar Kos op 24 juli 2019. De passagiers vorderden compensatie voor buitengerechtelijke incassokosten, nadat de vervoerder had geweigerd hen te compenseren voor de annulering. De passagiers stelden dat de vervoerder hen nodeloos had gedwongen om een procedure te starten, omdat zij onvoldoende informatie hadden ontvangen over de reden van de annulering en de genomen maatregelen. De vervoerder, vertegenwoordigd door mr. M. Reevers, betwistte de vordering en voerde aan dat de annulering het gevolg was van een buitengewone omstandigheid, namelijk een brandstofstoring op de luchthaven van Schiphol.
De kantonrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de passagiers erkenden dat de annulering het gevolg was van een buitengewone omstandigheid, waardoor hun vordering met betrekking tot de hoofdsom en wettelijke rente was ingetrokken. De passagiers vorderden echter nog steeds de buitengerechtelijke kosten en proceskosten, omdat zij meenden dat de vervoerder hen nodeloos had gedwongen tot een procedure. De rechter oordeelde dat de passagiers onvoldoende hadden aangetoond dat de verrichte werkzaamheden meer omvatten dan het verzenden van een enkele aanmaning en dat de vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten moest worden afgewezen. De proceskosten werden toegewezen aan de vervoerder, omdat de passagiers ongelijk kregen.
De kantonrechter wees de vordering af en veroordeelde de passagiers tot betaling van de proceskosten, vastgesteld op € 374,00, en € 93,50 aan nakosten, voor zover deze daadwerkelijk door de vervoerder werden gemaakt. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.