In deze zaak heeft de passagier een vordering ingesteld tegen de vervoerder, Easyjet Airline Company Limited, wegens compensatie voor een vertraagde vlucht van Rome naar Amsterdam op 5 oktober 2015. De passagier vorderde een bedrag van € 250,00 op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers. De passagier stelde dat de vlucht geannuleerd was, maar de vervoerder betwistte dit en voerde aan dat de vlucht met een vertraging van 37 minuten was uitgevoerd.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is en dat de kern van het geschil draait om de vraag of de vlucht geannuleerd was. De rechter heeft de definitie van annulering volgens de Verordening in overweging genomen en geconcludeerd dat de vlucht niet geannuleerd was, maar slechts vertraagd. De passagier had bovendien een foutieve mededeling in de app van de vervoerder ontvangen, maar de rechter oordeelde dat de passagier niet had moeten vertrouwen op deze mededeling zonder eerst contact op te nemen met de vervoerder.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vordering van de passagier afgewezen en geoordeeld dat de proceskosten voor rekening van de passagier komen, omdat zij ongelijk heeft gekregen. De rechter heeft de proceskosten vastgesteld op € 150,00 en nakosten van € 37,50, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 14 dagen na betekening van het vonnis.