ECLI:NL:RBNHO:2022:6381
Rechtbank Noord-Holland
- Bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Vordering tot schadevergoeding op basis van luchtvaartverordening afgewezen wegens niet-toepasselijkheid
In deze zaak heeft AirHelp GmbH, vertegenwoordigd door Lof Legal Services, een vordering ingesteld tegen Turk Havayollari A.O. wegens compensatie voor een geannuleerde vlucht. De vordering is gebaseerd op de Verordening (EG) nr. 261/2004, die regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers. De vlucht in kwestie was geboekt van Bahrein naar Amsterdam met een tussenstop in Istanbul en werd geannuleerd. AirHelp claimde een schadevergoeding van € 1.200,00, vermeerderd met rente en proceskosten.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is om van de vordering kennis te nemen. Echter, de rechter concludeerde dat de Verordening niet van toepassing was, omdat de vervoerder, Turk Havayollari A.O., geen communautaire luchtvaartmaatschappij is, aangezien deze is gevestigd in Turkije. Hierdoor was de vordering van AirHelp niet ontvankelijk en werd deze afgewezen. De proceskosten werden toegewezen aan AirHelp, die ongelijk kreeg in deze procedure.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor passagiers om te controleren of de luchtvaartmaatschappij onder de toepasselijkheid van de Europese luchtvaartverordening valt, vooral bij vluchten die vertrekken vanuit derde landen.