Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
- € 600,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag der incident tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 181,50, althans € 108,90, althans een in redelijke justitie te bepalen bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de proceskosten, de nakosten daaronder begrepen - een certificaat zoals bedoeld in artikel 53 herziene EEX-Verordening 1215/2012.
4.Het verweer
5.De beoordeling
Adhoc Scheduled Messagevan 26 juli 2019 waaruit volgens de vervoerder volgt dat één dag voor vertrek van de vlucht een groot aantal vluchten van de vervoerder werd geannuleerd wegens de verwachtte slechte weersomstandigheden, meer specifiek onweersbuien. Uit het
Tagesberichtseinträge Verkehrszentrale FRA L/ZO-Zkan worden opgemaakt dat heel Zuid-Europa op 27 juli 2019 kampte met onheilspellend weer en onweersbuien. Dit volgt eveneens uit het METAR-rapport, aldus de vervoerder. Daarbij heeft de vervoerder aangevoerd dat een vlucht pas toestemming krijgt voor vertrek zodra het luchtverkeersbeheer zich ervan verzekerd heeft dat de vlucht onderweg niet geconfronteerd zal worden met slechte weersomstandigheden, die verhinderen dat de vlucht veilig kan landen op de luchthaven van bestemming. De weersomstandigheden vormen volgens de vervoerder een buitengewone omstandigheid. Het inzetten van een reservetoestel had geen zin, aangezien een reservetoestel ook onderworpen zou worden aan de weersomstandigheden, aldus nog steeds de vervoerder.
6.De beslissing
griffierecht € 240,00;
salaris gemachtigde € 248,00;