Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Stichting Zaandams Volkshuisvesting ZVH,
1.Het procesverloop
2.De feiten
Nee, ik ganiet akkoordmet de voorgestelde werkzaamheden’. Als reden daarvoor heeft [eiser/verweerder] vermeld: ‘
De maten van de nieuw te plaatsen kozijnen wijken af waardoor gordijnen luxaflex en horren niet meer passen’.
3.De vordering
bewonersheeft bericht dat 118 van hen ‘ja’ hebben gezegd tegen de voorgenomen werkzaamheden, hetgeen er volgens haar op neerkomt dat 81% akkoord zou zijn. Dat is een onjuiste berekening, omdat de wet uitgaat van het aantal huurders en dat kunnen er meerdere per woning zijn. In dit verband is volgens [eiser/verweerder] verder nog van belang dat er sprake is van twee bouwkundige eenheden ( Gortershof 34-109 en Gortershof 110-193 ), zodat ook niet duidelijk wordt hoe het 70%-vereiste heeft uitgepakt per bouwkundige eenheid in de zin van artikel 7:220 lid 3 BW.
4.Het verweer en de tegenvordering
5.Het verweer tegen de tegenvordering
6.De beoordeling
De komende drie weken maken wij de proefwoning gereed. U krijgt een bewonersinformatieboekje met meer informatie over de werkzaamheden en een uitnodiging om de proefwoning in groepjes te bekijken.’ Ter zitting heeft [eiser/verweerder] niet betwist dat de proefwoning met name was bedoeld voor de aannemer en ZVH om te toetsen of de voorgenomen planning haalbaar was, zoals door ZVH is aangevoerd. Naar aanleiding van de ervaringen met de proefwoning is er ook één en ander aangepast in het voorgenomen werk. Daar komt bij dat de bewonerscommissie (inclusief [eiser/verweerder] ) begin november 2021 het concept bewonersinformatieboekje heeft besproken en haar bevindingen met ZVH heeft gedeeld, waarbij gerezen vragen door ZVH zijn beantwoord. Daaruit kan niet anders worden geconcludeerd dan dat ZVH op zorgvuldige wijze te werk is gegaan en de huurders op adequate wijze over de voorgenomen werkzaamheden heeft geïnformeerd.