ECLI:NL:RBNHO:2022:6477

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
25 mei 2022
Publicatiedatum
25 juli 2022
Zaaknummer
9216819 CV EXPL 21-3252
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis inzake de geschillen tussen ERP | Open B.V. en QualityTie Nederland B.V. over de implementatie van het Odoo systeem

In deze zaak heeft ERP | Open B.V. (hierna: ERP) een vordering ingesteld tegen QualityTie Nederland B.V. (hierna: QualityTie) wegens tekortkomingen in de nakoming van een overeenkomst tot levering en implementatie van het Odoo systeem. De vordering is ingesteld op 6 mei 2021, waarna QualityTie schriftelijk heeft geantwoord en een tegenvordering heeft ingediend. De kantonrechter heeft op 25 april 2022 een zitting gehouden waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. De kern van het geschil draait om de vraag of QualityTie tekort is geschoten in haar betalingsverplichtingen en of ERP haar verplichtingen tot het leveren van een werkend Odoo systeem is nagekomen.

De feiten van de zaak zijn als volgt: ERP implementeert en ondersteunt bedrijven bij het gebruik van het Odoo softwaresysteem, terwijl QualityTie zich richt op corporate identity producten. In 2016 zijn partijen in gesprek gegaan over de implementatie van Odoo, maar er zijn geen bindende afspraken gemaakt. In de daaropvolgende jaren zijn er verschillende overeenkomsten en begrotingen opgesteld, maar QualityTie heeft uiteindelijk de overeenkomst ontbonden en stelt dat ERP niet heeft voldaan aan haar verplichtingen. ERP vordert betaling van openstaande facturen, terwijl QualityTie een tegenvordering heeft ingesteld voor schadevergoeding.

De kantonrechter heeft in deze tussenvonnis besloten dat er behoefte is aan deskundigenrapportage om de geschilpunten te verhelderen, met name over de geschiktheid van het Odoo systeem voor QualityTie en de uitvoering van de werkzaamheden door ERP. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld om voorstellen te doen voor de benoeming van een deskundige en de vragen die aan deze deskundige moeten worden voorgelegd. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 9216819 \ CV EXPL 21-3252
Uitspraakdatum: 25 mei 2022
Tussenvonnis van de kantonrechter in de zaak van:
ERP | Open B.V.
gevestigd te Veenendaal
eiseres
verder te noemen: ERP
gemachtigde: mr. E. Holthuizen
tegen
QualityTie Nederland B.V.
gevestigd te Amsterdam
gedaagde
verder te noemen: QualityTie
gemachtigden: mr. M.J. Kesler en mr. D.H.V. Holtus

1.Het procesverloop

1.1.
ERP heeft bij dagvaarding van 6 mei 2021 een vordering tegen QualityTie ingesteld. QualityTie heeft schriftelijk geantwoord en daarbij een tegenvordering ingediend.
1.2.
ERP heeft hier schriftelijk op gereageerd, waarna QualityTie nog een schriftelijke reactie heeft gegeven.
1.3.
Op 25 april 2022 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. ERP en QualityTie hebben gebruik gemaakt van pleitaantekeningen, die zijn overgelegd.

2.De feiten

2.1.
ERP implementeert en ondersteunt bedrijven bij bedrijfssoftware, waarbij de focus van ERP ligt op het softwaresysteem Odoo.
2.2.
QualityTie is een bedrijf dat corporate identity producten voor bedrijven vervaardigt, waaronder bedrijfskleding voor KLM, Ahold en de Rijksoverheid.
2.3.
Op 15 maart 2016 heeft [betrokkene 1] ( [functie] QualityTie) een oriënterend gesprek gevoerd met ERP over de implementatie van het Odoo systeem. Partijen hebben toen nog geen verdere afspraken gemaakt. Op verzoek van QualityTie is door ERP wel een budgetbegroting opgesteld.
2.4.
In de budgetbegroting van 16 maart 2016 staat dat de kosten voor installatie van het softwarepakket Odoo € 24.120,- bedragen. Verder volgt daaruit welke bedrijfsprocessen van QualityTie in het Odoo systeem zouden worden geïntegreerd en dat de installatie van het softwarepakket Odoo 33,5 dagen in beslag zou gaan nemen. In artikel 1.3 staat dat de inhoud van de budgetbegroting slechts een globale beschrijving betreft en voor QualityTie ter indicatie dient. Verder volgt uit artikel 3.1. van de budgetbegroting dat een voorbehoud is gemaakt ten aanzien van de begroting, omdat deze op basis van de tot dan toe ingewonnen informatie is opgesteld.
2.5.
Op 18 maart 2016 heeft ERP aan QualityTie een concept hostingovereenkomst toegestuurd. In artikel 11 van een op 29 oktober 2018 gedateerd exemplaar van de hostingovereenkomst staat:
Op deze overeenkomst zijn de Nederland ICT 2014 voorwaarden van toepassing zoals gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel Midden-Nederland onder nummer 30174840 . Een exemplaar van deze algemene voorwaarden is u ter hand gesteld en is tevens online beschikbaar op [url].
Vervolgens is de communicatie tussen partijen stil komen te liggen.
2.6.
Op 23 januari 2018 heeft QualityTie de opdrachtbevestiging ondertekend om een Fit/Gap analyse uit te voeren voor de levering, installatie en implementatie van het Odoo 11 systeem. In de getekende opdrachtbevestiging staat eveneens de clausule betreffende de toepasselijkheid van algemene voorwaarden (zie r.o. 2.5). Door middel van de Fit/Gap Analyse wordt onderzocht of en zo ja, hoe het Odoo systeem via de bestaande modules in de bedrijfsprocessen van QualityTie geïmplementeerd kan worden.
2.7.
Vervolgens is deze Fit/Gap Analyse door ERP op 9 en 10 februari 2018 uitgevoerd. In de uiteindelijke rapportage van de Fit/Gap analyse van 22 februari 2018 staat het volgende:
3.6.
Conclusie
De fit / gap toont aan dat Odoo een zeer goede fit heeft met de organisatie van Quality Tie. Er zal met Odoo Studio minimale aanpassingen gedaan moeten worden om het primaire proces van Quality Tie te automatiseren en efficiënter te laten verlopen. Dit doet echter niets af van de fit aangezien dit zeer bedrijfsspecifieke onderdelen zijn.
2.8.
Op 13 maart 2018 heeft ERP aan QualityTie de opdracht verstrekt om te starten met de implementatie van het Odoo systeem. Binnen QualityTie was [betrokkene 2] (hierna [betrokkene 2] ) verantwoordelijk voor de begeleiding van het project.
2.9.
Op 21 maart 2018 is ERP begonnen met haar werkzaamheden ter implementatie van het Odoo softwarepakket.
2.10.
Op 24 april 2018 heeft een gesprek tussen partijen plaatsgevonden op verzoek van QualityTie. Naar aanleiding van dit gesprek is besloten dat [betrokkene 3] vanaf dat moment gezamenlijk met [betrokkene 4] het project namens ERP zou gaan leiden.
2.11.
Bij e-mail van 2 mei 2018 heeft QualityTie ERP geïnformeerd dat het Odoo systeem orders niet doorzet. Nadien heeft op 2 juli 2018 opnieuw een gesprek tussen partijen plaatsgevonden. Daarbij is de nieuwe einddatum van het project op 10 oktober 2018 gezet. Deze deadline wordt echter niet gehaald.
2.12.
Op 29 oktober 2018 heeft ERP opnieuw een hostingovereenkomst – die qua inhoud vrijwel identiek is aan de hostingovereenkomst van 18 maart 2016 maar waar alleen andere uurtarieven in zijn opgenomen – toegezonden.
2.13.
Bij e-mail van 25 april 2019 heef QualityTie ERP geïnformeerd dat het oorspronkelijke budget inmiddels twee keer is overschreden. Partijen spreken af hieromtrent verder geen inhoudelijke discussie te voeren en komen overeen dat QualityTie de openstaande facturen zal betalen en [betrokkene 3] nog 40 uur gaat werken voor QualityTie op kosten van ERP.
2.14.
In de daaropvolgende periode komt QualityTie meerdere betalingsregelingen met ERP niet na. Bij e-mail van 9 september 2019 heeft ERP QualityTie erop gewezen dat zij tekortschiet in de nakoming van haar betalingsverplichtingen. QualityTie heeft aan de sommatie tot betaling geen gehoor gegeven, waarna ERP haar werkzaamheden heeft stilgelegd. Nadat QualityTie aan haar betalingsverplichting had voldaan, heeft ERP eind november 2019 haar werkzaamheden hervat.
2.15.
Nadien heeft het project enige tijd stilgelegen als gevolg van de Covid-19 pandemie. Bij e-mail van 17 februari 2021 heeft ERP QualityTie geïnformeerd dat het Odoo systeem actief is.
2.16.
Bij e-mail van 21 mei 2021 heeft QualityTie aan ERP het volgende geschreven:
Na 3 weken ziek thuis te zijn geweest vanwege Corona heb ik deze week met enige verbazing jullie dagvaarding ontvangen. Hierin vorderen jullie van mij meer dan 11k, ik snap hier niets van. (…) Het leek me dan ook verstandig om vooruitlopend op deze procedure jullie middels deze mail formeel in gebreke te stellen. Hetgeen ik hierbij doe. Jullie krijgen van mij een week na ontvangst van deze email om het ertoe te laten leiden dat het ERP systeem binnen een termijn van 2 maanden door jullie wordt afgebouwd tegen de vergoeding die jullie aanvankelijk hadden geprognotiseerd. Indien jullie mij dit niet binnen een week schriftelijk bevestigen zal ik genoodzaakt zijn rechtsmaatregelen te treffen en de overeenkomst te ontbinden dan wel te vernietigen. (…)
2.17.
Bij aangetekende brief van 9 juli 2021 en e-mail van 24 juli 2021 heeft QualityTie de vernietiging van de overeenkomst wegens dwaling ingeroepen. Voor zover vernietiging geen doel zou treffen, heeft QualityTie de overeenkomst ontbonden. Daarbij heeft QualityTie ERP gesommeerd tot betaling van € 102.944,25 aan schadevergoeding.

3.De vordering

3.1.
ERP vordert dat de kantonrechter QualityTie veroordeelt tot betaling van € 11.042,22, vermeerderd met de wettelijke handelsrente over dit bedrag vanaf 4 mei 2021, dit tot een maximum van € 25.000,- met veroordeling van QualityTie in de kosten van de procedure.
3.2.
ERP legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat QualityTie is tekort geschoten in de nakoming van haar betalingsverplichtingen uit hoofde van een tussen partijen gesloten overeenkomst tot levering en implementatie van het Odoo systeem. Ondanks diverse sommaties en in weerwil van toezeggingen tot betaling, heeft QualityTie nagelaten de facturen van ERP te betalen. QualityTie is daarom de wettelijke handelsrente ook verschuldigd. Verder is QualityTie de buitengerechtelijk incassokosten van € 961,88 verschuldigd aan ERP.

4.Het verweer en de tegenvordering

4.1.
QualityTie betwist de vordering en concludeert tot afwijzing, met veroordeling van ERP in de kosten van deze procedure.
4.2.
Zij voert aan – samengevat – dat zij niet gehouden is tot betaling aan ERP omdat de basisstructuur van Odoo onwerkbaar is voor de primaire bedrijfsonderdelen – te weten: CRM, verkoop, inkoop, logistiek, productie en boekhouding – van QualityTie. Daardoor is de oplevering van het overeengekomen softwaresysteem niet mogelijk en ook nooit mogelijk geweest. Dit wordt door de door QualityTie ingeschakelde deskundigen [deskundige 1] en
[deskundige 2] ook onderschreven. De uitkomst van de door ERP uitgevoerde Fit/Gap analyse is volledig onjuist geweest. Verder betwist QualityTie dat zij heeft ingestemd met enig meerwerk. Tussen partijen is een fixed price overeengekomen en dit bedrag is ruimschoots door ERP overschreden. QualityTie heeft inmiddels een bedrag van € 34.574,75 betaald aan ERP voor een niet werkend Odoo systeem.
4.3.
Bij wijze van tegenvordering vordert QualityTie dat de kantonrechter primair voor recht verklaart dat de overeenkomst(en) tussen QualityTie en ERP rechtsgeldig (buitengerechtelijk) zijn ontbonden en daarbij ERP veroordeelt tot betaling aan QualityTie van alle door haar geleden en te lijden (directe en indirecte) schade in verband met de hiervoor bedoelde ontbinding, een en ander op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet. Subsidiair vordert QualityTie een verklaring voor recht dat de overeenkomst(en) tussen QualityTie en ERP rechtsgeldig (buitengerechtelijk) is(zijn) vernietigd op grond van dwaling en vordert zij ERP te veroordelen tot betaling aan QualityTie van een bedrag van € 41.894,75 vermeerderd met de wettelijke handelsrente vanaf de dag van betaling danwel vernietiging van de overeenkomst. Dit alles met veroordeling van ERP in de kosten van deze procedure, vermeerderd met de wettelijke (handels)rente.
4.4.
Daartoe heeft QualityTie het volgende aangevoerd. Bij brief van 21 mei 2021 heeft QualityTie ERP in gebreke gesteld. ERP heeft hier geen gehoor aan gegeven en nakoming is inmiddels blijvend onmogelijk. QualityTie heeft op goede gronden de overeenkomst buitengerechtelijk ontbonden danwel vernietigd. Bij een juiste voorstelling van zaken had QualityTie geen overeenkomst met ERP gesloten. ERP is daarom gehouden tot betaling van de door QualityTie geleden en nog te lijden schade.

5.Het verweer tegen de tegenvordering

5.1.
ERP betwist dat QualityTie de overeenkomst tussen partijen rechtsgeldig heeft ontbonden of vernietigd. Door ondertekening van de overeenkomst is QualityTie akkoord gegaan met de algemene voorwaarden. De ingebrekestelling van 21 mei 2021 van QualityTie is niet conform die algemene voorwaarden en sorteert daarom geen effect. Dat de implementatie van het Odoo systeem vertraging heeft opgelopen, is te wijten aan de houding en het betalingsgedrag van QualityTie. Bovendien is de Fit/Gap analyse een gezamenlijke inspanning geweest en opgesteld op basis van de informatie die QualityTie zelf aanleverde. ERP heeft een uitgebreide handleiding voor QualityTie opgesteld waarmee alle stappen in Odoo kunnen worden doorlopen Verder betwist ERP de deskundigheid van [deskundige 1] en [deskundige 2] . Zij verwijst naar de door haar ingebrachte verklaring van [betrokkene 5] die concludeert dat Odoo wel degelijk geschikt is voor QualityTie. De implementatie van Odoo gebeurde op basis van nacalculatie. Dat dit is afgesproken, volgt duidelijk uit de overeenkomst. De begroting is overschreden omdat sprake is geweest van meerwerk, te weten: het dummy project en de module t.b.v. een meerjarig contract.
QualityTie heeft hier zelf de opdracht voor gegeven en heeft hier wel degelijk mee ingestemd. Ten slotte heeft ERP verweer gevoerd tegen de door QualityTie gestelde geleden schade en de hoogte daarvan.

6.De beoordeling

de vordering en tegenvordering lenen zich voor gezamenlijke behandeling
6.1.
ERP heeft in een incidentele conclusie tot onbevoegdheid betoogd dat de kantonrechter niet bevoegd is om van de tegenvordering kennis te nemen omdat deze vordering tot de competentie van de rechtbank behoort en/of de Stichting Geschillenoplossing Automatisering. Nadat QualityTie hierop had gereageerd heeft ERP bij de mondelinge behandeling te kennen gegeven dat dit incident geen behandeling meer behoefde, zodat de kantonrechter, mede gelet op de samenhang tussen de vordering en de tegenvordering, beide vorderingen zal behandelen.
wat zijn partijen overeengekomen?
6.2.
Het gaat in deze zaak om de vraag of QualityTie tekort is geschoten in de nakoming van haar betalingsverplichtingen voortvloeiend uit de overeenkomst en om de daarmee samenhangende vraag of ERP tekort is geschoten in haar verplichting om een werkend Odoo systeem te leveren en te implementeren. Om deze vragen te kunnen beoordelen, moet de kantonrechter eerst vaststellen wat partijen zijn overeengekomen. Partijen hebben twee niet door hen ondertekende hostingovereenkomsten overgelegd, te weten één van 18 maart 2016 en één van 29 oktober 2018. Beide overeenkomsten zijn inhoudelijk vrijwel gelijk met dien verstande de dat de uurtarieven in het meest recente exemplaar hoger zijn dan die in het eerdere contract. Het eerste exemplaar werd toegezonden met de eerste budgetbegroting. Die begroting is aan de hand van de Fit/Gap analyse getoetst. De overeenkomst betreffende de Fit/Gap analyse is wel door QualityTie voor akkoord getekend. Vervolgens heeft QualityTie ERP opdracht gegeven om uitvoering te geven aan hetgeen in de hostingovereenkomst is opgenomen. ERP is met die werkzaamheden aan de slag gegaan en heeft afgerekend conform de tarieven die zijn opgenomen in de hostingovereenkomst van 29 oktober 2018. Bij deze stand van zaken moet het ervoor worden gehouden dat QualityTie de voorwaarden van de hostingovereenkomst heeft geaccepteerd en gaat de kantonrechter er in het navolgende vanuit dat partijen zijn gebonden aan hetgeen in de hostingovereenkomst van 29 oktober 2018 staat.
geldt tussen partijen een fixed price?
6.3.
QualityTie heeft aangevoerd dat zij niet tot betaling van de facturen van ERP gehouden is omdat partijen een vaste prijs overeengekomen waren en deze al in ruime mate is overschreden. QualityTie heeft dus al meer betaald dan zij op grond van de overeenkomst moest betalen.
6.4.
De kantonrechter volgt QualityTie niet in dit betoog. Dit volgt immers niet uit de overeenkomst. Integendeel, in artikel 5 van de overeenkomst staat duidelijk :
Alle tarieven zijn exclusief btw op basis van nacalculatie, waarbij wordt verwezen naar artikel 4 waarin de uurtarieven zijn opgenomen. Evenmin volgt uit de overige processtukken en stellingen van QualityTie voldoende duidelijk dat partijen een fixed price zouden hebben afgesproken. Ook in de Fit/Gap analyse staat bij de begroting van de werkzaamheden dat het gaat om een schatting en niet om een fixed price.
Verder blijkt uit de budgetbegroting, de hostingovereenkomst en de Fit/Gap analyse dat de schattingen van ERP betreffende de omvang van de werkzaamheden en de kosten daarvoor mede afhankelijk zijn van een aantal randvoorwaarden, waaraan mede door QualityTie moest worden voldaan. Ook dat maakt dat van een fixed price geen sprake kan zijn geweest. De verklaringen van [deskundige 1] en [deskundige 2] maken het voorgaande niet anders.
6.5.
Ten slotte is, gelet op de gemotiveerde betwisting van ERP, onvoldoende vast komen te staan dat ERP zou hebben toegezegd dat de begroting niet meer dan 10 % zou worden overschreden. Volgens QualityTie zou ERP dit mondeling hebben toegezegd, maar zij heeft dit betoog in het licht van de betwisting door ERP en in het licht van de overgelegde stukken waaruit juist het tegendeel blijkt, onvoldoende geconcretiseerd. De kantonrechter gaat aan dit betoog (en het onvoldoende gespecificeerde bewijsaanbod dat QualityTie in dit verband heeft gedaan) dan ook voorbij.
is sprake van een tekortkoming aan de zijde van ERP?
6.6.
QualityTie heeft verder aangevoerd dat zij de facturen niet hoeft te betalen, omdat ERP in haar verplichtingen jegens haar is tekort geschoten. Hierdoor heeft QualityTie schade geleden, welke schade zij op ERP wil verhalen. In reactie daarop heeft ERP aangevoerd dat QualityTie haar niet op de juiste manier, dat wil zeggen conform de door haar gehanteerde algemene voorwaarden, in gebreke heeft gesteld. QualityTie heeft op haar beurt aangevoerd dat de algemene voorwaarden niet van toepassing zijn.
de algemene voorwaarden zijn van toepassing op de overeenkomst
6.7.
Zowel in de hostingovereenkomst als in de overeenkomst betreffende de Fit/Gap analyse is uitdrukkelijk bepaald dat de door ERP gehanteerde algemene voorwaarden van toepassing zijn. Doordat QualityTie akkoord is gegaan met de overeenkomst, heeft zij ook de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden geaccepteerd. Daarbij komt dat QualityTie een professionele partij is, het hanteren van algemene voorwaarden gebruikelijk is binnen de IT-branche en QualityTie niet tijdig heeft geprotesteerd tegen de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden. Ten slotte is door ERP onbetwist aangevoerd dat via een URL die in de overeenkomst is opgenomen, de algemene voorwaarden gemakkelijk waren in te zien voor QualityTie. Daarmee is ook voldaan aan het vereiste van terhandstelling van de algemene voorwaarden voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst, waardoor het beroep van QualityTie op vernietiging van een of meerdere bedingen niet kan slagen.
de ingebrekestelling van QualityTie is voldoende duidelijk
6.8.
De toepasselijkheid van de algemene voorwaarden leidt er echter niet toe dat de door QualityTie verzonden ingebrekestelling als onvoldoende moet worden gekwalificeerd. Anders dan ERP is de kantonrechter van oordeel dat de e-mail van 21 mei 2021 – zoals weergegeven onder 2.15 – voldoet als ingebrekestelling. Weliswaar is de ingebrekestelling in summiere bewoordingen opgesteld, maar daarin staat letterlijk dat QualityTie (samengevat) ERP in gebreke stelt. Daar komt bij dat uit de e-mail ook voldoende duidelijk volgt dat als de gebreken niet tijdig (uiterlijk twee maanden) door ERP zouden worden opgelost, QualityTie rechtsmaatregelen zou gaan nemen. De ingebrekestelling voldoet daarmee aan hetgeen hieromtrent in de algemene voorwaarden is opgenomen en aan de uit de wet voorvloeiende criteria. Het verweer van ERP faalt.
de deskundigenverklaringen van partijen staan lijnrecht tegenover elkaar
Vervolgens ligt de vraag voor of sprake is van aan ERP toe te rekenen tekortkomingen in het uitgevoerde werk tot levering en implementatie van het Odoo systeem. Volgens QualityTie moet die vraag bevestigend worden beantwoord. Ter onderbouwing van de door QualityTie gestelde tekortkomingen heeft zij verwezen naar de door haar overgelegde gedingstukken, waaronder de verklaringen van [deskundige 1] en [deskundige 2] . Door ERP wordt betwist dat sprake is van een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst en zij wijst daarbij op de door haar ingebrachte gedingstukken en de verklaring van [betrokkene 5] , waaruit blijkt dat Odoo wel degelijk geschikt is voor QualityTie. Daarnaast twisten partijen over de vraag of het opstellen van de gezamenlijke Fit/Gap analyse al dan niet een gezamenlijke inspanning betrof en of er sprake was van meerwerk. Ten slotte hebben partijen over en weer verweer gevoerd tegen de hoogte van de gestelde schade. Op voornoemde punten zal bij eindvonnis worden teruggekomen
.
6.9.
Inhoudelijk ziet het geschil tussen partijen aldus voornamelijk op de volgende vragen:
  • Was het softwarepakket Odoo geschikt voor QualityTie?
  • Zo ja, heeft ERP haar werkzaamheden tot het leveren en implementeren van een goed functionerend Odoo systeem naar behoren uitgevoerd?
6.10.
De kantonrechter heeft, voor de beantwoording van deze vragen, behoefte aan voorlichting door een deskundige, omdat zij zelf niet deskundig is op dit gebied en de deskundigenverklaring van partijen ieder tot een geheel andere conclusie leiden. Voordat de kantonrechter tot de benoeming van een deskundige zal overgaan, zullen partijen in de gelegenheid worden gesteld zich bij akte uit te laten over de te benoemen deskundige en de aan de deskundige te stellen vragen. Partijen dienen (zo mogelijk) in gezamenlijk overleg tot een eensluidend voorstel voor zowel de te benoemen deskundige als de aan hem te stellen vragen, te komen. Indien zij niet een gezamenlijk voorstel kunnen doen, dienen partijen in elk geval aan te geven welke kwaliteiten en competenties de te benoemen deskundige moet hebben.
6.11.
Ten aanzien van de kosten geldt dat in beginsel QualityTie met de betaling van het door de deskundige te begroten voorschot moet worden belast. Het door de deskundige uit te voeren onderzoek betreft immers de vraag of ERP al dan niet wanprestatie heeft gepleegd. Het is QualityTie die zich ter afwering van de vordering en ter onderbouwing van haar tegenvordering op die wanprestatie beroept, zodat op grond van artikel 150 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) de bewijslast op haar rust.
6.12.
De zaak zal worden verwezen naar de rol om partijen in de gelegenheid te stellen zich over de (persoon van de) deskundige en de aan deze te stellen vragen uit te laten.

7.De beslissing

De kantonrechter:
7.1.
verwijst de zaak naar de rol van
22 juni 2022voor het nemen van een akte door zowel ERP als QualityTie waarin zij zich uitlaten over de persoon van de te benoemen deskundige en over de aan de deskundige te stellen vragen zoals bedoeld in r.o. 6.9. en 6.10;
7.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Dijk en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter