Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[eiser 1],
[eiser 2],
[gedaagde 1],
[gedaagde 2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 3 maart 2022, met producties 1 tot en met 36,
- de akte ex art. 3.9. LPR van de zijde van PVNH c.s.,
- de akte ter rectificatie van de zijde van LFB c.s.,
- de conclusie van antwoord tevens bevoegdheidsincident van de zijde van LFB c.s. met producties 1 tot en met 3,
- de conclusie van antwoord van de zijde van PVNH c.s.,
- de akte tot referte van de zijde van PVNH c.s.,
- de conclusie van antwoord in het bevoegdheidsincident van [eiser 1] c.s.
2.Het geschil in de hoofdzaak
vennootschap in liquidatie’ is en dus nog bestaat voor zover nodig voor de vereffening,
3.De vordering in het incident
4.De beoordeling in het incident
allegedaagden.
5.De beoordeling in de hoofdzaak
6.De beslissing
maandag 14 november 2022van
9tot
10.3uur,
binnen vijf werkdagenna de datum van dit vonnis schriftelijk en gemotiveerd aan de rechtbank ter attentie van de zittingsadministratie handel van de sector civiel - om een andere zittingsdatum dient te vragen middels een B5-formulier vanuit het roljournaal. Het verzoek wordt alléén in behandeling genomen als de verzoeker het standpunt van de wederpartij bekend maakt én de verhinderdata (zoveel mogelijk in dagdelen) opgeeft van alle betrokkenen in de komende zes maanden volgend op de datum van het uitstelverzoek,