ECLI:NL:RBNHO:2022:6587

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
28 juli 2022
Publicatiedatum
28 juli 2022
Zaaknummer
9721336 BM VERZ 22-736
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Instelling van bewind over de goederen van een betrokkene met geestelijke beperking en verstoorde communicatie tussen ouders

Op 28 juli 2022 heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Zaanstad, een beschikking gegeven in een zaak betreffende de instelling van bewind over de goederen van een betrokkene, die lijdt aan een geestelijke beperking. Het verzoek tot instelling van bewind is ingediend door de vader van de betrokkene, die zich zorgen maakt over de financiële situatie van zijn zoon. De vader stelt dat de betrokkene niet in staat is om zijn eigen financiële zaken zelfstandig te regelen en dat de moeder, die ook als verweerder optreedt, de financiën niet naar behoren beheert. De moeder betwist deze claims en stelt dat het goed gaat met de betrokkene en dat zij zijn financiën op een verantwoorde manier beheert.

De kantonrechter heeft kennisgenomen van verschillende stukken, waaronder verzoekschriften en verweerschriften, en heeft op 17 juni 2022 een mondelinge behandeling gehouden. De rechter oordeelt dat de betrokkene, gezien zijn geestelijke toestand, niet in staat is om zijn vermogensrechtelijke belangen te behartigen. Er is een loyaliteitsconflict tussen de ouders, wat de situatie compliceert. De rechter concludeert dat het in het belang van de betrokkene is om een professionele bewindvoerder te benoemen, in plaats van een van de ouders, gezien de verstoorde communicatie en de belangen van de betrokkene.

De kantonrechter benoemt Stichting Humanitas Inkomensbeheer als bewindvoerder en stelt de beloning voor de aanvangswerkzaamheden vast op € 1.054,00 (exclusief btw). Deze beschikking is openbaar uitgesproken op 28 juli 2022 door de kantonrechter, die ook de benoeming van de bewindvoerder als mentor heeft goedgekeurd.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknummer: 9721336 BM VERZ 22-736 sc
Uitspraakdatum: 20 juli 2022

Beschikking van de kantonrechter

op verzoek van:
[verzoeker] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
van wie het adres bekend is bij deze rechtbank,
met betrekking tot:
[betrokkene] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
van wie het adres bekend is bij deze rechtbank,
hierna ook te noemen: betrokkene.
Verweerder is:
[verweerster] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
van wie het adres bekend is bij deze rechtbank,
gemachtigde: mr. A.F.M. Visscher.

procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
  • het verzoekschrift met bijlagen, ter griffie ingekomen op 22 februari 2022;
  • een aanvulling op het verzoek, ter griffie ingekomen op 4 maart 2022;
  • het verweerschrift met bijlagen, ter griffie ingekomen op 23 maart 2022;
  • een aanvulling op het verweer, ter griffie ingekomen op 24 maart 2022;
  • de reactie op het verweer, ter griffie ingekomen op 29 maart 2022;
  • een bereidverklaring van de voorgestelde bewindvoerder, ter griffie ingekomen op 28 juni 2022.
Op 17 juni 2022 heeft een mondelinge behandeling van het verzoek plaatsgevonden.

beoordeling

Het verzoek strekt tot instelling van bewind over de goederen die aan betrokkene (zullen) toebehoren.
Verzoeker, vader van betrokkene, stelt dat betrokkene niet capabel genoeg is om zijn eigen financiële zaken zelfstandig te regelen. Betrokkene heeft ZMLK-onderwijs gevolgd, werkt nu onder begeleiding van Stichting Odion en heeft geen besef wat er met zijn inkomen gebeurt. Verzoeker stelt ook dat zijn ex-echtgenote, tevens verweerder, nu de financiën van betrokkene regelt en dat hij er zeker van is dat zij de zaken die ze moet regelen, niet naar behoren regelt. Betrokkene staat sinds 6 februari 2022 ingeschreven op het adres van verzoeker. Verzoeker heeft ter ondersteuning van zijn verzoek diverse bescheiden overgelegd waaruit blijkt dat er betalingsachterstanden zijn bij meerdere instanties. Verzoeker vraagt zich af of de Wajong-uitkering van betrokkene wel aan betrokkene zelf ten goede komt, temeer verweerder hem vraagt om leningen en of hij de alimentatie eerder wil storten. Verzoeker krijgt van verweerder geen inzage in de inkomsten en uitgaven van betrokkene en beschuldigt verweerder daarom van misbruik van het inkomen van betrokkene. Verzoeker verzoekt primair om hem te benoemen tot bewindvoerder en subsidiair benoeming van de Prinsenstichting of Stichting Odion.
Verweerder, moeder van betrokkene, voert aan dat betrokkene bij haar woont en dat zij ruim twaalf jaar geleden is gescheiden van verzoeker en dat zij sindsdien veel last heeft gehad van pesterijen door verzoeker, hetgeen haar veel stress oplevert. Verweerder voert ook aan dat betrokkene een licht verstandelijke beperking heeft, impulsief is en soms moeite heeft om met geld om te gaan, maar dat het erg goed met hem gaat en dat er geen reden tot zorg is ten aanzien van zijn financiële situatie. Verweerder voert voorts aan dat de Wajong-uitkering van betrokkene ten bedrage van € 1.100,00 netto per maand wordt gestort op de bankrekening van verweerder en dat verweerder zorgt voor betaling van de facturen van betrokkene. Er zijn geen schulden en van zijn uitkering betaalt betrokkene € 500,00 kostgeld aan verweerder, € 250,00 is voor leuke dingen en € 350,00 is voor de rekeningen van betrokkene, voor extra’s of wordt gespaard, aldus verweerder. Verweerder voert aan dat het door verzoeker gestelde misbruik van de financiën van betrokkene, hetgeen zij uitdrukkelijk betwist, geen grond is voor bewind, nog daargelaten dat verzoeker niet bewijst dat sprake is van misbruik van de financiën van betrokkene. Verweerder voert aan dat betrokkene de huidige situatie prima vindt en dat hij wil dat verweerder zijn financiën voor hem blijft regelen tot hij zelfstandig zal gaan wonen. Verweerder verzoekt primair tot afwijzing van het verzoek, subsidiair tot benoeming van haarzelf als bewindvoerder en meer subsidiair benoeming van een professionele bewindvoerder.
De kantonrechter is van oordeel dat over de noodzaak van de instelling van de maatregel geen onduidelijkheid bestaat. Gelet op de stukken en afgelegde verklaringen acht de kantonrechter het voldoende aannemelijk dat betrokkene als gevolg van zijn geestelijke of lichamelijke toestand tijdelijk of duurzaam niet in staat is ten volle zijn vermogensrechtelijke belangen behoorlijk waar te nemen.
Discussie bestaat over de persoon die tot bewindvoerder dient te worden benoemd.
Ingevolge artikel 1:435, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek (BW) benoemt de rechter die het bewind instelt bij de instelling of zo spoedig mogelijk daarna een bewindvoerder. Hij vormt zich een oordeel over de geschiktheid van de te benoemen persoon. Ingevolge lid 3 van genoemd artikel volgt de rechter bij de benoeming van de bewindvoerder de uitdrukkelijke voorkeur van de rechthebbende, tenzij gegronde redenen zich tegen zodanige benoeming verzetten.
De kantonrechter overweegt dat in casu niet gesproken kan worden van de uitdrukkelijke voorkeur van betrokkene. Betrokkene is licht verstandelijk beperkt en is terechtgekomen in een loyaliteitsconflict. Hierdoor kan van betrokkene niet worden verwacht dat hij de strekking van het verzoek voldoende begrijpt en dat hij zich een oordeel kan vormen over de te benoemen bewindvoerder. De kantonrechter acht betrokkene niet wilsbekwaam ten aanzien van de keuze van de bewindvoerder. Verweerder zelf is niet ter zitting verschenen en heeft de kantonrechter daarom niet kunnen uitleggen dat zij er alles aan doet om een loyaliteitsconflict te voorkomen. Gezien het bezwaar van verzoeker tegen een benoeming van verweerder tot bewindvoerder en gezien het bezwaar van verweerder tegen een benoeming van verzoeker tot bewindvoerder en ook gezien de verstoorde relatie en communicatie tussen verzoeker en verweerder onderling, is de kantonrechter van oordeel dat een benoeming van een van hen niet in het belang is van betrokkene. Daarom zal de kantonrechter overgaan tot het benoemen van een professionele bewindvoerder.
De kantonrechter heeft de behandeling van deze procedure aangehouden voor het overleggen van een bereidverklaring van een professionele bewindvoerder. Partijen hebben Stichting Humanitas Inkomensbeheer bereid gevonden een benoeming tot bewindvoerder te aanvaarden. Tegen benoeming van deze voorgestelde bewindvoerder bestaat aldus geen bezwaar.
Bij aparte beschikking van heden is de te benoemen bewindvoerder ook als mentor benoemd over betrokkene. Gelet hierop zal de kantonrechter de jaarbeloning van de bewindvoerder, tevens mentor, inclusief onkostenvergoeding en exclusief omzetbelasting voorzover van toepassing, vaststellen overeenkomstig artikel 5 juncto artikel 2 lid 2 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren.
De kantonrechter zal de beloning voor de aanvangswerkzaamheden voor het bewind tezamen met het mentorschap vaststellen op een bedrag van € 1.054,00 (exclusief btw)
Ter zitting is vastgesteld dat betrokkene niet in staat is om de rekening en verantwoording te begrijpen en te controleren.

beslissing

De kantonrechter:
  • stelt de goederen, die (zullen) toebehoren aan de hiervoor genoemde [betrokkene] onder bewind wegens zijn geestelijke of lichamelijke toestand;
  • benoemt tot bewindvoerder: Stichting Humanitas Inkomensbeheer, Kvkno. 41232219, correspondentieadres: postbus 141, 1440 AC Purmerend;
  • bepaalt dat deze uitspraak wordt ingeschreven in het openbaar Curatele en Bewindregister;
  • stelt de jaarbeloning van de bewindvoerder, tevens mentor, met betrekking tot dit bewind en het ingestelde mentorschap vast overeenkomstig artikel 5 juncto artikel 2 lid 2 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren;
  • stelt de beloning van de bewindvoerder, tevens mentor, voor de aanvangswerkzaamheden vast op een bedrag van € 1.054,00 (exclusief btw).
Deze beschikking is gegeven door mr. J.A.C.R.W. VerLoren van Themaat-van der Hoeven, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter