ECLI:NL:RBNHO:2022:6599

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
13 juli 2022
Publicatiedatum
28 juli 2022
Zaaknummer
9702336 BM VERZ 22-649
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag en benoeming van een bewindvoerder wegens vertrouwensbreuk en belangenverstrengeling

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 13 juli 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontslag van de bewindvoerder, P.G.M. Legebeke, en benoeming van een nieuwe bewindvoerder. De verzoekster, die in het bewind van betrokkene staat, heeft aangegeven dat de huidige bewindvoerder zijn taken niet naar behoren uitvoert. Er is sprake van een vertrouwensbreuk, omdat de bewindvoerder de helft van het gemeenschappelijk vermogen op de rekening van de echtgenote van betrokkene heeft gestort zonder dit te beheren. Dit heeft geleid tot gewichtige redenen voor ontslag. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de bewindvoerder onvoldoende contact heeft gehad met betrokkene en dat er mogelijk sprake is van belangenverstrengeling, wat de vertrouwensrelatie verder heeft aangetast. De kantonrechter heeft besloten om de bewindvoerder te ontslaan en een nieuwe bewindvoerder te benoemen, waarbij de verzoekster is voorgesteld als opvolger. De kantonrechter heeft ook bepaald dat de ontslagen bewindvoerder een eindrekening en verantwoording moet afleggen aan de nieuwe bewindvoerder.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Haarlem
Zaaknummer: 9702336 BM VERZ 22-649 sc
Uitspraakdatum: 13 juli 2022
Beschikking van de kantonrechter
op verzoek van:
[verzoekster] ,
geboren te [geboorteplaats 1] op [geboortedatum 1] ,
van wie het adres bekend is bij deze rechtbank,
in het bewind van:
[betrokkene] ,
geboren te [geboorteplaats 2] op [geboortedatum 2] ,
van wie het adres bekend is bij deze rechtbank,
hierna ook te noemen: betrokkene.
van wie thans bewindvoerder is:
P.G.M. Legebeke h.o.d.n. Balans21,
gevestigd te Eerbeek,
hierna ook te noemen: de bewindvoerder.

1.de procedure

1.1.
De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
  • het verzoekschrift met bijlagen, ter griffie ingekomen op 16 februari 2022;
  • een bereidverklaring van de voorgestelde bewindvoerder;
  • een akkoordverklaring van de betrokkene;
  • de akkoordverklaringen van de belanghebbenden;
  • een aanvulling op het verzoek, ter griffie ingekomen op 7 maart 2022;
  • het verweerschrift van de bewindvoerder, ter griffie ingekomen op 8 maart 2022;
  • de mail van de bewindvoerder van 8 maart 2022;
  • de reactie op het verweer, ter griffie ingekomen op 29 maart 2022.
1.2.
Een mondelinge behandeling van het verzoekschrift heeft plaatsgevonden op
17 juni 2022.
1.3.
De kantonrechter heeft afgezien van het horen van de betrokkene.

2.de verzoeken en de standpunten

Het verzoek

2.1.
Het verzoek strekt tot ontslag van de bewindvoerder en tot benoeming van [naam] , geboren te [geboorteplaats 3] op [geboortedatum 3] , van wie het adres bekend is bij deze rechtbank, tot opvolgend bewindvoerder.
2.2.
Verzoeker stelt dat zij niet tevreden is over de manier waarop de bewindvoerder zijn taken uitvoert:
2.2.1.
Pas op 14 mei 2021, lang na zijn aanstelling, heeft de bewindvoerder kennis gemaakt met betrokkene en nadien heeft hij geen contact meer gehad met betrokkene. Bovendien is hij verhuisd van Uithoorn naar Eerbeek. Hierdoor is het voor hem lastig gebleken om betrokkene te bezoeken en hem goed te informeren.
2.2.2.
De bewindvoerder heeft de helft van het aanzienlijke vermogen van
€ 1.000.000,00 op een of meerdere bankrekening(en) van [naam 2] , zijnde de op
8 februari 2022 overleden echtgenote van betrokkene, hierna: [naam 2] , gestort. Dit terwijl het hele vermogen feitelijk onder bewind staat.
2.2.3.
De bewindvoerder informeert betrokkene niet over door hem uitgevoerde taken, dit terwijl betrokkene daar geregeld naar gevraagd heeft. De bewindvoerder heeft uitsluitend contact gehad met [naam 2] , de dochter van [naam 2] en haar partner. De bewindvoerder communiceert niet met de biologische kinderen van betrokkene. De relatie tussen de dochter van [naam 2] en de biologische kinderen van betrokkene is verstoord geraakt.
Het verweer
2.3.
De bewindvoerder voert aan dat bij de instelling van het bewind het verzoek van de kinderen niet is gehonoreerd en de rechtbank daarentegen hem op verzoek van [naam 2] heeft benoemd tot bewindvoerder. Met refereren aan het indertijd spelende ongenoegen van de biologische kinderen van betrokkene wordt er nu over het graf van [naam 2] getracht verhaal te halen op de indertijd genomen beslissing hem te benoemen als bewindvoerder.
2.4.
De bewindvoerder voert ook aan dat:
2.4.1.
hij inzake het gevoerde bewind regelmatig contact heeft gehad met [naam 2] en hij beaamt dat hij betrokkene eenmaal heeft ontmoet. Gezien zijn geestelijke toestand leek hem veelvuldig overleg niet noodzakelijk.
2.4.2.
het vermogen grotendeels op de rekening van betrokkene staat en een ander deel op rekeningen van [naam 2] . Hieromtrent heeft de rechtbank op 1 december 2021 reeds naar [naam] gereageerd naar aanleiding van haar schrijven aan de rechtbank op
25 oktober 2021.
2.4.3.
het een gotspe is dat er hoegenaamd geen communicatie zou zijn met de biologische kinderen van betrokkene, dat gestelde vragen werden beantwoord, maar dat hij rekening en verantwoording aflegt aan de rechtbank en niet aan de kinderen.
2.5.
De bewindvoerder merkt nog op na het overlijden van [naam 2] bleek dat zij later in 2021 een nieuw testament heeft gemaakt waarin zij betrokkene onterft, wat waarschijnlijk bij sommigen niet goed zal vallen, mede dat daardoor de uiteindelijke nalatenschap van betrokkene lager zal zijn dan verwacht.
2.6.
Tot slot voert de bewindvoerder aan dat het bewind geheel verloopt zoals dat hoort en dat hij geen gronden ziet voor opheffing van dit beschermingsbewind. Mocht de kantonrechter anders van mening zijn, dan adviseert de bewindvoerder een derde te benoemen tot opvolgend bewindvoerder omdat er een behoorlijk vermogen is.
De reactie op het verweer
2.7.
In reactie op het verweer stelt verzoeker dat het bewind in de ogen van betrokkene niet verloopt zoals het behoort. Betrokkene wil dat zijn financiën beheerd worden door iemand die hij vertrouwt, die hem informeert en die met hem overlegt, en hij mist dat nu. De bewindvoerder lijkt geen aandacht te schenken aan betrokkene. Het contact met [naam 2] lijkt voor de bewindvoerder belangrijker dan het contact met betrokkene. Verzoeker vindt het een laakbaar standpunt dat de bewindvoerder overleg met betrokkene niet noodzakelijk acht. Verzoeker stelt dat betrokkene prima onder woorden kan brengen wat hij wil, en informatie goed kan volgen. Betrokkene ervaart niet dat de communicatie steeds uitstekend is verlopen. Verzoeker stelt dat het initiatief tot communicatie met de bewindvoerder op verzoek van betrokkene steeds bij zijn kinderen lag, dat gestelde vragen vertraagd, niet of onvolledig werden beantwoord en dat onvolledige communicatie achterdocht wekt bij betrokkene. Daarnaast vindt verzoeker het schrijnend dat betrokkene het bericht over de onterving via het verweerschrift van de bewindvoerder moet vernemen. Verzoeker stelt dat betrokkene geen vertrouwen heeft in het voortzetten van het bewind door deze bewindvoerder en wil dat zijn dochter [naam] bewindvoerder wordt. Desgewenst is een extern opvolgend bewindvoerder ook passend, aldus verzoeker.

3.de beoordeling

3.1.
Bij beschikking van 19 januari 2021 is een bewind ingesteld over de (toekomstige) goederen van betrokkene wegens zijn geestelijke of lichamelijke toestand.
3.2.
Op grond van artikel 1:448 lid 1 aanhef en onder e en lid 2 van het Burgerlijk Wetboek wordt door de kantonrechter op grond van gewichtige redenen ontslag verleend aan de bewindvoerder. De kantonrechter is, gelet op de inhoud van de stukken en de afgelegde verklaringen, van oordeel dat voldoende is gebleken dat er sprake is van gewichtige redenen als bedoeld in dit artikel.
3.3.
Ter zitting heeft de bewindvoerder bij herhaling en met klem aangegeven dat hij op enig moment heeft besloten het vermogen hoofdelijk te verdelen en hij dus het deel (te weten de helft van het gemeenschappelijke vermogen) dat hij op de bankrekeningen van [naam 2] heeft gestort niet heeft beheerd, ondanks de tussen de echtelieden bestaande gemeenschap van goederen: [naam 2] had de volledige beschikking over het overgemaakte bedrag.
De bewindvoerder heeft desgevraagd aangegeven dat een en ander weliswaar in weerwil is geschied van de beschikking van de kantonrechter van 19 januari 2021, waarin is overwogen dat ook het vermogen van [naam 2] feitelijk onder bewind komt, omdat zij in gemeenschap van goederen is gehuwd met betrokkene. De bewindvoerder heeft ter zake aangegeven juridisch advies te hebben ingewonnen en van oordeel te zijn met deze handelwijze recht te doen aan de situatie van betrokkene en [naam 2] .
De kantonrechter rekent het de bewindvoerder aan dat hij een eerdere beslissing van de kantonrechter in de wind geslagen heeft, want het uitgangspunt is dat de bewindvoerder verantwoordelijk is voor het gehele vermogen.
3.4.
Bovendien is er mogelijk sprake van belangenverstrengeling nu de bewindvoerder uit de koker van [naam 2] komt en de verhoudingen tussen betrokkene, zijn kinderen enerzijds en (de kinderen van) [naam 2] anderzijds, verstoord zijn geraakt. Hetgeen ook ongewenst is nu de onverdeelde boedel verdeeld moet worden.
3.5.
Het voorgaande maakt dat sprake is van een gewichtige reden voor een ontslag van de bewindvoerder. Hier komt nog bij dat er mede door het voorgaande sprake lijkt te zijn van een onherstelbare vertrouwensbreuk. De bewindvoerder heeft de betrokkene in de periode van 19 januari 2021 tot 17 juni 2022 slechts eenmaal heeft bezocht. Om een vertrouwensband op te bouwen is het aanbevelenswaardig om vaker op huisbezoek te gaan om betrokkene indien mogelijk zoveel mogelijk te betrekken bij te nemen beslissingen. Ook na het overlijden van [naam 2] had een huisbezoek voor de hand gelegen om betrokkene onder andere te informeren over de onterving van betrokkene. Dat het vertrouwen van betrokkene in de bewindvoerder, welke nodig is voor een goede uitvoering van het bewind, op korte termijn voldoende hersteld kan worden, is niet aannemelijk geworden. De bewindvoerder gaf ter zitting geen blijk van betrokkenheid bij de betrokkene.
3.6.
Ter zitting heeft de bewindvoerder verklaard dat hij niet zo thuis is in verstoorde relaties en het beheren van grote vermogens, en dat hij aldus geen bezwaar heeft tegen de benoeming van [naam] tot bewindvoerder, mits zij ook verantwoording moet afleggen aan de kantonrechter.
3.7.
Gelet op het voorgaande zal de kantonrechter het verzoek toewijzen. De kantonrechter zal de voorgestelde bewindvoerder benoemen omdat van bezwaren tegen deze benoeming niet is gebleken. Het is aan de opvolgend bewindvoerder om te onderzoeken of de handelingen van P.G.M. Legebeke hebben geleid tot schade.
3.8.
De kantonrechter bepaalt dat door de bewindvoerder eindrekening en verantwoording dient te worden afgelegd aan [naam] , onder toezending van een kopie daarvan aan de rechtbank.

4.beslissing

De kantonrechter:
4.1.
ontslaat, met ingang van twee weken na heden, als bewindvoerder: P.G.M. Legebeke h.o.d.n. Balans21;
4.2.
benoemt, met ingang van twee weken na heden, tot bewindvoerder: de hiervoor genoemde [naam] ;
4.3.
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4.4.
stelt de beloning van de ontslagen bewindvoerder voor het opmaken van de eindrekening en verantwoording vast op een bedrag van € 220,00 (exclusief btw);
4.5.
bepaalt dat door de bewindvoerder eindrekening en verantwoording dient te worden afgelegd aan [naam] , onder toezending van een kopie daarvan aan de kantonrechter;
4.6.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.A.C.R.W. VerLoren van Themaat-van der Hoeven, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam binnen drie maanden na de dag van deze uitspraak (dit dient te geschieden door een advocaat). OBB30